Crossing Border verslag 1: woensdag 19/11/08
De parapluvrouw en een trotse ome Bill
Een festival dat literatuur en muziek bijeen brengt en opent met een film, kun je grensoverschrijdend noemen. Toch gaat het bij film om precies datgene dat veel muzikanten en schrijvers doen: een verhaal vertellen. Diary of a Times Square Thief, dat zijn première beleefde op de openingsavond van CB08, gaat zelfs over een dagboek van een wannabe schrijver die geen schrijver werd en het met deze film alsnog werd.
Filmmaker Klaas Bense kocht enkele jaren terug een dagboek op Ebay. In deze documentaire gaat hij op zoek naar de schrijver. Hij vindt vooral mensen die in het dagboek voorkomen. Mensen die de dagboekschrijver in zijn periode als receptionist van het Times Square Hotel in het New York van 20 jaar terug leerde kennen. Mensen die allemaal een verhaal hebben. Het mooie aan de film is dat Bense verder vraagt, ook al gaan de geïnterviewden zijpaden in, die hem niet dichter bij zijn doel brengen. Natuurlijk is het mooi te zien, hoe Bense in zijn zoektocht steeds dichter bij de dagboekschrijver komt, maar juist de zijpaden brengen grappige anekdotes, prachtige portretten en mooie inzichten naar voren. - De film werd gefinancierd door Eyeworks en door de boeddhistische omroep. – Ik laat de duiding van deze praktische achtergrondinformatie aan de lezer. Eén anekdote pik ik uit de film:
De parapluvrouw
In het vervallen Times Square Hotel wonen eind jaren ’80 junkies, hoeren en andere randfiguren van de hectische stad. Vanachter de balie van het hotel leert de dagboekschrijver al die mensen kennen, de één beter dan de ander. De parapluvrouw leert hij in eerste instantie niet kennen. Ze schiet telkens voorbij, van buiten naar de lift en andersom. Met een heel aparte constructie op haar hoofd en een cape om. De constructie blijkt een vervormde paraplu waarvan het hengsel op haar voorhoofd rust. Toen het hotel gerenoveerd werd, werden alle permanente bewoners tijdelijk naar een kant van het gebouw verplaatst.
De parapluvrouw wilde niet uit haar appartement. Nadat ze uiteindelijk toch verkaste, pleegde ze enkele dagen later zelfmoord. De dagboekschrijver, die haar altijd als een wonderlijk figuur beschouwde, komt er vervolgens pas achter, dat ze een kunstenares was. Het moment dat hij haar oude kamer betreedt, weet hij direct waarom ze niet weg wilde en waarom ze zelfmoord pleegde. Haar appartement was haar kunstwerk, haar cape en paraplu droeg ze om haar kleren niet vies te maken van de verf die ze op alle muren en plafonds had gesmeerd.
De film zit vol met dit soort verhalen. Memorabel is ook de voormalige stripper, die tegenwoordig colleges geeft over het vrouwelijke orgasme. Over ‘de goede slechte oude tijd’ vertelt ze: “Ik kocht maar 1 wc-rol tegelijk, why waste good beermoney on toiletpaper.” Niet minder grappig is de vrouw die in de komkommer die je eet een Duitse filosoof ziet. Treffend is de filosoof, die tegelijk met Barack Obama, aan dezelfde universiteit, afstudeerde en op de dag van Obama's kandidaatstelling in de bijstand kwam. Behalve een amusant portret van voormalige randfiguren, is deze film ook zeer ontroerend. ‘Ome Bill zou trots zijn,’ wordt door één van de geïnterviewden gezegd. Zeker zou William Burroughs trots zijn op deze film.
De première werd afgesloten met een applaus voor de filmmaker, die al zijn medewerkers op het podium bedankte en de hoofdrolspeler naar voren haalde en hem zijn dagboek teruggaf. Vervolgens las hij eruit voor en werd daarmee schrijver. Zowel voor de mensen op het podium als voor de mensen in de zaal een ontroerend moment. Crossing Border, Eyeworks en de boeddhistische omroep mogen blij zijn met zo’n happy end. Daar is geen woord aan gelogen, of zelfs maar cynisch bedoeld.
Morgen meer,
Crossing Border verslag 2: donderdag 20/11/08
Old time music en brok in keel bij Fahs en De Leeuw
Tussen de Bange Konijnen en afsluiter Dode Taxi Voor Kanjer bestaat deze eerste volle CB-avond vooral uit geschiedenis. Een Dylan-tribute, filmtunes raden bij Van Dyke Parks en ouderwetse folk van jonge folkies Alela Diane en Carolina Chocolate Drops. Ondertussen doen schrijvers John Fahs en Rick de Leeuw hun uiterste best om zo weinig mogelijk over hun meest emotionele herinnering te praten. Dit alles met gewenst resultaat.
‘Jesus is just a Spanish name,’ aldus de bange konijnen die de donderdagavond aftrappen met springerige rock. De vier heren komen uit Schotland en noemen zich daarom Frightened Rabbit. De avond ervoor stonden ze nog in Glasgow voor 7000 man, hier nemen ze genoegen met 200. De zanger kreunt met lange uithalen over de dansende gitaren en de hoekige bas-drum-combi heen. De drummer droomt van zijn tijd bij de Beach Boys en zingt dito koortjes bij de moderne retro pretwave. Ondanks deze zeer aangename kennismaking met dit nieuwe bandje, vraag ik me ineens af waar Dogs Die In Hot Cars toch gebleven is.
De wind waait me van de buitentent naar de Schouwburg. Het is vijf graden en de regen hangt al klaar boven de hofvijver voor later op de avond. CB staat bekend om z’n vele samenwerkingen; met maatschappelijke instanties (HOF, Novib), met tijdschriften (VN, Eisner, To Hell), met programmamakers (Harry de Winter, Wim de Bie, Jan Douwe Kroeske) en met lokale culturele instellingen (PopHotSpot, Meermanno). Ik raad ze aan daar volgend jaar nog een instelling bij te voegen, ter verhoging van de festivalvreugde en het algemeen belang: Het Ministerie van Volksgezondheid. Zodat volgend jaar het Voorhout geheel overdekt kan worden, het festival in de zomer plaatsvindt of dat de optredens gewoon allemaal in de Schouwburg zijn. Dat scheelt een boel zakdoeken & ziekmeldingen.
In die warme Schouwburg schuif ik in een kleine ruimte aan bij documentairemaker Hans Bense, schrijver-sinds-één-dag John Fahs en hun zeskoppige publiek. Ze zitten met z’n allen voor het podium in een kring. We geven elkaar de hand en stellen ons voor. Hans vertelt over zijn film die de dag ervoor in première ging en John leest uit zijn 20-jaar oude dagboek. Halverwege het informele optreden/gesprek dat ontstaat, pakt Hans een postpakket uit zijn tas en haalt daar het originele dagboek uit en geeft het mij in handen. Ik blader, kijk en lees, terwijl John vertelt waarom er een hele boel pagina’s zijn uitgeknipt. Althans, hij vertelt dat hij het niet en niemand zal vertellen. Dat de inhoud te heftig is en over een verleden van hem gaat, dat hij dacht afgesloten te hebben. De tranen staan in zijn ogen. ‘Tijd voor een relativerende grap,’ zie je hem denken. ‘En dan komt er zo’n filmmaker uit Europa die juist mijn verhaal wil vertellen.’
Na wat inleidende grappen en grollen, slaat – in een volgend zaaltje - journalist Sander Pleij toe: ‘Je dicht, schrijft en zingt over het leven, over voetbal, over de liefde zonder sentimenteel te worden. Zou je over je overleden moeder kunnen schrijven?’ De grijze Leeuw (voorheen de zwarte Rick&roll) doet een poging om op oude toon verder te relativeren, maar beseft dat dat niet werkt. ‘Mijn moeder overleed toen ik jong was. Ik heb dat in mijn eerste roman overgeslagen. De hoofdpersoon krijgt te horen dat zijn moeder dood is, maar het moment – die periode – zelf heb ik overgeslagen. Het komt te dichtbij om over te schrijven.’ Even later zingt Rick de Leeuw – a capella - van zijn laatste cd ‘Het leven is nog nooit zo mooi geweest’. Voor de slechte luisteraars legt hij uit dat dit geen positief lied is: ‘Het is een bezwering, ik zat relationeel in de knoop en heb met dit lied een steentje vooruit geworpen om te kijken of er vaste grond is op het pad dat ik zou kiezen. Door telkens te herhalen dat het leven nooit mooier was, vraag je je af of dat wel zo is…’
Heen en weer lopen en zomaar een deur open trekken, levert op een vol festival (alleen deze avond al 10 zalen met 40 optredens) mooie flitservaringen op:
1. Ra Ra Riot is een band die voor het eerst een optreden doet in Nederland. De jonge gassies (m/v) spelen vrolijke popliedjes die dankzij een celliste en een violiste iets folkerigs krijgen.
2. Bij Van Dyke Parks en zijn zangeres en orkest is het genieten van romantische filmliedjes, althans als je er de tijd voor neemt, want…
3. De filmquiz onder leiding van Basje Boer gaat beginnen, althans als er niet een technisch mankement was, gelukkig is er…
4. Een kleine kast in de gang van de Schouwburg, waar ik met mijn hoofd tegen allemaal hangende zandzakjes aan sta. Ik werp een ouderwetse gulden in een vakje en hoor op een koptelefoon een man praten over Suriname. Even ben ik vijf minuten weg, tot mijn gulden op is en ik doorloop naar…
5. Tv-journalist Louis Theroux, maar daar kom je de zaal niet in, omdat de man te populair is, dan maar naar…
6. De filmquiz, die nog steeds niet begint, over naar…
7. Stef Kamil Carlens en zijn Bob Dylan-revue. Wat staan die een partij de jaren ’70 te kopiëren! Geweldig swingend met een Carlens die te goed bij stem is voor Dylan, wat alleen maar goed is. Kon ik hier maar blijven, maar de teletijdmachine transporteert mij weer naar…
8. De filmquiz, die eindelijk begonnen is en vooral erg suf overkomt.
Alela Diane maakte de beste plaat van 2007 volgens Chicksinger. In de grote zaal laat ze horen waar ze goed in is: mooie oud-klinkende folkliedjes zingen met haar rafelstem. Ze heeft een drummer, een achtergrondzangeres en een banjospeler meegenomen en tezamen klinken ze geweldig. Wat bij het optreden veel meer opvalt dan op plaat, is dat haar gitaarpartijen bij veel songs haast identiek klinken. Je zou zeggen: als er één goed is, zijn ze dus allemaal goed. Slecht wordt het inderdaad nergens, soms wordt het zelfs erg goed, zoals in het prijsnummer ‘Pirate’s gospel’, maar misschien wordt het [de volgende drie woorden schaamtevol fluisteren:] een beetje saai.
Levendig, afwisselend en zeer vrolijk is het optreden van Carolina Chocolate Drops. Twee heren en een dame spelen al net zulke ouderwets klinkende muziek als Diane, Van Dyke Parks en Dylan. Alleen gaat het hier om swingende jazz/blues/folk. Om ze te typeren hoef ik voor de kenner maar een naam van een striptekenaar te noemen: Robert Crumb. Voor wie die naam niets zegt: check Robert Crumb en direct daarna Carolina Chocolate Drops, waarop een mooi fabchannel-concert te zien is. De drie muzikanten maken communitymusic, zoals ze zelf zeggen, waarbij het de bedoeling is dat het publiek veelvuldig meezingt, stampt en waar mogelijk op hun meegebrachte banjo’s en kazoo’s speelt. Zo gezegd zo gedaan. Als tot slot Rhiannon nog een dansje doet, is het publiek dusdanig in de gloria dat alle meegebrachte cd’s van het trio verkocht worden. Dat scheelt op de terugweg naar Carolina toch boel kilo’s aan vlieg-tax.
Vergeleken bij het vorige optreden, is elke act saai. Zelfs het sterke optreden van de zeer gewaardeerde band Death Cab For Cutie verwordt tot een regulier bandjes-optreden met meeklap-momenten en herkenbare hits. ‘Dit is goed, opletten,’ zeg ik tegen mezelf. Maar mijn oren horen Death Cab en mijn voeten shuffelen Chocolate Drops. Als ik het op wil geven, start de band ‘Soul meets body’ waardoor ik op de fiets naar huis alsnog de Chocolate Drops vergeet:
Ba-da-ba-da-ba-ba,
Ba-da-ba-ba-ba-da-ba-ba,
Ba-da-ba-ba-ba-da-ba-ba-da-ba-da-ba.
A melody softly soaring through my atmosphere.
Morgen meer,
Dagverslag 3: Vrijdag 21/11/08
Diverse gradaties van inspiratie
Inspiratie is het sleutelwoord op vrijdag van Crossing Border. Geïnspireerd worden door ontmoetingen met kinderen en ouderen en door een toneelstuk van Pascal van den Berg. Inspiratie halen uit boeken, muziek en kunst zoals Bart Moeyaert. Inspirerend optreden (Swell Season, Ben Folds) of overgeinspireerd optreden (Kristin Hersh) of zelf ongeinspireerd optreden (Isobel Campbell & Mark Lanegan). Geïrriteerd in de enorme rij staan voor Fleet Foxes en dan maar het staartje van de meer dan geïnspireerde – zeg maar bevlogen, of door de duivel bevangen – bluesman Seasick Steve meepikken.
Duiventil
Op vrijdagochtend om half tien zit de winderige Crossing Border-tent al helemaal vol. Al voor de vierde keer deze week vindt er een ontmoeting plaats tussen kinderen van twee basisscholen en senioren. De zevende groepers komen uit totaal verschillende wijken en kennen elkaar niet, behalve dat ze elkaar eerst een brief schreven. ‘Schrijven was het probleem niet,’ legt de lerares van Jan van Nassauschool uit de stationsbuurt uit. ‘Maar een brief schrijven doen ze niet dagelijks, laat staan aan een totaal vreemde.’
Actrice Pascal van den Berg opent de ochtend met een toneelstuk waarin ze een oudere dame speelt, die mijmert over verloren liefdes. Zowel de kinderen als de ouderen laten zich niet door de demonstratiegeluiden en de windhozen afleiden en kijken geïnspireerd naar de oude dame op het toneel. Vervolgens is het tijd voor verhalen. De senioren hebben een vrijwilliger meegenomen, iemand die de afgelopen maanden hun levensverhaal heeft geschreven. Aan elke tafel stellen de kinderen elkaar voor, door wat ze zich herinneren uit elkaars brieven en de senioren vertellen hun levensverhaal. Een oudere dame laat foto’s zien van haar tijd toen ze als zangeres de wereld rondging. Een meisje aan diezelfde tafel vertelt dat ze met haar koor ook al wel eens naar het buitenland is geweest. Twee jongens van verschillende scholen komen erachter dat ze beide drummen. Tot slot wil een jongen op het podium voorlezen. ‘Hoe heet je,’ vraagt Van den Berg. ‘Ik ben Damian en ik heb ‘Het onzichtbare licht’ van Evert Hartman meegenomen. Dat is mijn favoriete boek, want het gaat over een meisje, genaamd Leny, die paranormaal begaafd is, dat wil zeggen dat ze in de toekomst kan kijken, en ik vind het boek zo mooi, omdat het meisje volhoudt ondanks tegenslagen. Ik zal voorlezen uit het begin van het boek.’
Wat een interview! Je stelt je eerste vraag en krijgt direct antwoord op al je mogelijke volgende vragen. Damian mag volgend jaar in de avondprogrammering. Het project met de twee scholen en ook het project met de levensboeken van de senioren verdient minimaal continuering, zoniet uitbreiding. Het levert inspirerende ontmoetingen op.
Met tien podia kun je op de vrijdagavond je eigen festival samenstellen. Je hebt zelf in de hand welke acts je gaat kijken. Alleen de volgorde kun je niet beïnvloeden. The Swell Season was de perfect avondsluiter geweest, dacht ik na afloop van het concert. Maar de avond was met hun inspirerende optreden nog maar net begonnen. Glen Hansard en Marketa Irglova spelen songs bekend van de film Once, waar ze beiden in speelden en een muziek-Oscar mee wonnen. Hansard heeft z’n oude vrienden van The Frames meegenomen als backing band, wat bij de rock-nummers het bekende Framesgeluid oplevert. Maar de setlist bestaat voornamelijk uit rustige en emotionele songs. Hansard opent geheel onversterkt met ‘Say it to me now’ en zet met vakkundig geschreeuwde uithalen de toon. Als hij solo enkele rustige liedjes met herkenbare Ierse invloeden doet en het publiek ‘nananana’ mee laat neurien, moet Luka Bloom gaan oppassen. Hansard heeft solo, als duo en met band het gehele braakliggende terrein tussen Luka Bloom en Damien Rice voor zich opgeëist.
Het duo dat een uur later op hetzelfde podium staat, is hard toe aan een paar flinke sessies relatietherapie. Althans dat is de indruk die ze na twee-en-een-half liedje op een deel van het publiek maken. Het andere deel van het publiek is in katzwijm voor de slome country van Mark ‘Johnny Cash’ Lanegan en Isobel ‘Brits zuchtmeisje’ Campbell. Ze staan er dusdanig ongeïnspireerd bij, dat je je afvraagt waarom ze zichzelf dit aandoen. Misschien enkel omdat ze niet eerder zo’n commercieel succes hadden, zeker niet solo, en zelfs niet met Belle & Sebastian of met Screaming Trees. Misschien spelen ze normaal alleen voor blinde mensen, want met de ogen dicht klinkt het geweldig.
Dankzij de rij - die is blijven staan tot het einde van het concert - voor de deur van Fleet Foxes, weten we één ding over deze nieuwe sensatie: de verwachtingen zijn hooggespannen. Of ze die live waarmaken, moet u bij onze concurrenten lezen, die vast wel op tijd binnen waren. De lange rij, gaf in ieder geval gelegenheid om het staartje van de meer dan geïnspireerde – zeg maar bevlogen, of door de duivel bevangen – bluesman Seasick Steve mee te pikken. En zie ik dat goed, is dat Herman 'Ex-Drummer' Brusselmans achter het drumstel?
‘Ik loop hier ook rond en ga bij Olla Vogala kijken om me te herbronnen, me te laten inspireren tot het schrijven,’ aldus schrijver/dichter Bart Moeyaert in een interview met Debby Roukens. Een interview tussen een zwakke interviewster (‘ik leg u woorden voor en u moet daar spontaan op reageren’) en een sterke performer. Gaandeweg het gesprek trekt Moeyaert de regie naar zich toe, door voor te lezen wat hij wil en te vertellen over wat in hem opkomt. Over de maan die hij in de tropen zag: die ligt daar als een kommetje in de lucht. Over Luna, het meisje dat in Antwerpen neergeknald werd en waar hij, in zijn rol van stadsdichter, een gedicht over maakte. Over de maan die rechtop staat in Antwerpen en daarmee geen tranen kan opvangen van hen die troost zoeken. Over de moeder van Luna die uit de tropen komt en ook neergeknald werd. Over eenderde van de bevolking van de stad die moppert omdat de buurman een andere kleur vel heeft. Na zo’n introductie, komt het betreffende gedicht hard aan.
Als er iemand teveel inspiratie heeft, dan is het Kristin Hersh wel. Ze brengt geregeld solo-albums uit of met groepen als Throwing Muses, 50 Feet Wave of McCarricks. Haar optreden op Crossing Border valt in de categorie spoken word. Ze leest voor uit toerdagboeken van midden jaren ’80. Over haar dwarse manier van muziekmaken gaat het. Over het observeren van het publiek: ‘I usually stare into space when I play.’ Over het afbraakpand waarin ze met allerlei schilders en junks woont. Om haar nek hangt een gitaar, waar ze al voorlezend op speelt. Een nieuw wrang akkoord per nieuwe regel dagboek. Anekdotes uit het leven ‘on the road’ is teveel gezegd, flarden uit een vreemde jeugd is een betere omschrijving van wat ze voordraagt. Na elke paar bladzijden, speelt ze een song. Het klinkt helemaal Hersh, lekker tegen de noten aan zingend en doorleefd voorlezend. Na een half uur lijkt het alsof ze al een uur bezig is – ondanks de kwaliteit gaat de vorm (liedje-verhaaltje-liedje-verhaaltje) toch vervelen. De ingeplande 1,5 uur is voor veel bezoekers teveel van het goede.
In de rij, die de zaal waar Ben Folds heeft gespeeld verlaat, controleer ik of de afsluiter van het optreden, ‘The frown song’, ook op de eerder op de avond aangeschafte nieuwe cd staat. Nummer 3, constateer ik tevreden. Thuis aangekomen blijkt het toch om een ander liedje te gaan. Tegelijk met de cd Way to normal zag namelijk een cd van Ben Folds het licht vol andere liedjes met dezelfde titels. “The next two songs are called ‘Free coffee’”, was bijvoorbeeld een aankondiging, en dan mochten wij raden welke de echte was, en welke de ‘fake’. Voor iemand die geen van beide cd’s kent, is het geen doen, ze klinken allemaal goed. De humor in de ‘fake’ versies is vetter aangezet dan in de originelen; in ‘The frown song’ presenteert Ben Folds zich, staand op zijn piano, als een verspreider van licht en geluk. Een zeer geïnspireerd optreden.In de grote zaal halen we nog een slaapliedje op bij Stuart Staples en zijn Tindersticks. Zijn stem, de strijkers en de romantische muziek doet een volle zaal knikkebollen. Of knikken ze ‘ja’ om hun goedkeuring te laten blijken?
Morgen meer,
Ricco van Nierop, met tekstbijdragen van Edwin Fagel
Crossing Border Dagverslag 4: zaterdag 22/11/08
Oud & nieuw bij CB
‘Crossing Border is not even good English,’ merkt Julian Velard op. Op de laatste avond van Crossing Border staat hij voor dertig man. Over een jaar of twee zijn dat er 30.000. Het Haagse festival programmeert muzikanten die nog moeten doorbreken. Talenten van morgen die gister al op het festival stonden zijn verder: The Cave Singers, De Staat, First Aid Kit en Chris Killen. Naast verse waar ook enkele oude bekenden: Simon Vinkenoog, Brett Anderson, Kathleen Edwards en hoogtepunt van de avond; Liam Finn (‘is dat niet één van de broertjes van Split Enz?’:-)
Talenten van morgen
Appie Kim: dit duo uit Nederland stapte uit de band De Nieuwe Vrolijkheid en is er qua bandnaam zeker niet op vooruit gegaan. Muzikaal is er echter niets mis met de drummer en de zangeres/gitariste. Ze spelen vrolijke punkliedjes, een beetje rammelig, maar dankzij de puike zangeres wel doortastend.
Julian Velard: 30 mensen tel ik in de kleine tent, waarvan 2 technici, 2 bardames en de promotor van zanger Julian Velard. Deze dertig mensen kunnen over twee jaar tegen de dertig duizend fans in Ahoy zeggen dat ze er twee jaar geleden al bij waren. Velard zingt met een jazz-stem, speelt met een soulvolle linkerhand op zijn keyboard en zijn rechterhand tovert popmelodieën uit hetzelfde apparaat. Wonderschone liedjes die, bijna te afgerond mooi en poppy zijn voor dit festival. Uit een mooi duet tussen Billy Joel en Harry Connick Jr is een zanger geboren en we noemen hem Julian Velard.
The Cave Singers: niet alleen Liam Finn en The Black Keys bewijzen dat de dagen van ‘Jan, Piet, Joris en Corneel’ geheel terug zijn, ook de The Cave Singers spelen vanachter hun warrige baarden geweldige basale muziek. Washboard, gitaar, drums en rauwe experimentele blues, meer heb je niet nodig.
De Staat: de twee jongens van De Staat dienen hun baardgroei te stimuleren, want hun muziek (ook al ouderwetse experimentele blues) schreeuwt om groezelige gezichtsbegroeiing. Hun korte 2meter-sessie in de gang bij Kink FM doet verlangen naar meer.
Broken Records: voor wie het nog niet wist: The Waterboys zijn terug! Onder een andere naam, met ook andere jonge bandleden. Wat gebleven is, is de combi tussen folk en rock. Ze moeten alleen nog een beetje aan hun songmateriaal werken, dat is nog niet op hun oude niveau.
Chris Killen: ‘He doesn’t know she has big nipples, he doesn’t know she has a big-nipple-complex,’ leest de Britse auteur Killen voor uit zijn debuutroman, The Bird Room, die volgend jaar in vertaling verschijnt. Grappig, op het knullige af.
First Aid Kit: 15 en 17 zijn ze, en dat zullen de twee meiden nog jaren te horen krijgen. Ook Roosbeef (20) is nog steeds 15. De twee Zweedse zussen klinken als KT Tunstall en Amy McDonald. Soms lievig, maar ook uit de bocht vliegend of juist prachtig tweestemmig. Naast een Fleet Foxes-cover, spelen ze eigen composities, die een goede mix tussen folk en pop laten horen.
Programmaboekjes lezen in de hal
‘Is dat een schrijver of een zanger? Finn. De naam zegt me wel iets. Of heeft hij een boek geschreven over Huckleberry?’
‘Nee man, hij is één van de Finn-broertjes van Split Enz, je weet wel die Australische band, waarvan de zanger zichzelf gewurgd heeft.’
‘O, die van Message in a bottle.’
‘Heb jij al wat gevonden dat je leuk vindt?’
‘Jazeker, maar dat staat gisteravond in de grote zaal.’
‘Ik vind alles goed, zolang ze maar niet gaan voorlezen.’
Books, beats en battle
Ik vergaap me aan de enorme stapel van het nieuwe boek van Burroughs & Kerouac in de boekenstand. Ik ben niet alleen verrukt van de vormgeving en nieuwsgierig naar de inhoud, de stapel op zich is een perfectionistisch bouwwerk. Dichteres Hagar Peeters lijkt ook interesse te tonen, maar reikt over de stapel heen naar de debuutbundel van Krijn Peter Hesselink. Het gevolg is dat de stapel Beatboeken omver gaat. Uit respect voor de Beatpoets en voor de boekenstapelaar, kies ik later op de avond als Peeters en Hesselink tegelijk staan geprogrammeerd voor die laatste.
De backstage-belevingen van een autoharp
Liam Finn en Brett Anderson hangen al een half uur om de twee minderjarige Zweedse meisjes van First Aid Kit heen. Ze azen beiden op hun mooiste bezit: een kleine harp voor in de hand, de zogenaamde autoharp. Klara Soderberg speelt een stukje en Liam zingt direct mee. Brett vraagt zich af of hij over het jongere Soderberg-zusje een song van 15 minuten kan schrijven. Voor elke jaar een minuut esoterische muziek, die voor altijd het gezicht van de Britpop zal veranderen. Tijdens zijn gemijmer heeft Liam al een deal gesloten. Direct na het optreden van de meiden, zal een koerier de autoharp naar zijn concertzaal brengen. Als Liam na afloop met de autoharp onder de arm terugkeert naar de lobby, wordt het instrument onder zijn armen vandaan gerukt.
De politie is nog op zoek naar een Duitssprekende dame in verpleegstersuniform. Ze is gesignaleerd in gezelschap van de kapitein van The Ship of fools. Als u haar of het instrument gevonden heeft of iets weet over dit vreemde duo, kunt u dat melden bij uw plaatselijke Crossing Border kantoor. Een ontroostbaar Zweeds meisje zal u zeer dankbaar zijn.
Swapping Mechandise
In de gang word ik aangeklampt door een lid van The Phantom Band. Ik heb ze niet zien optreden, maar dat weerhoudt hem er niet van om met de merchandise te leuren. Op de tafel achter hem liggen een zweetbandje, een oud kauwgompakje en een omgebogen klerenhanger. Geen t-shirts en cd’s te verkrijgen hier. Misschien omdat de band pas in januari met hun debuutplaat uitkomt? Het bandlid vertelt mij in onverstaanbaar Schots dat ik alleen merchandise kan ruilen voor iets dat ik bij mij heb en waardevol voor me is. Zoals dat meisje daar. Hij wijst naar een banaanetend meisje, dat zo op de cover van een Remco Campurt-boek kan. Ze ruilde een haarspeldje voor de banaan. Ik zie nu pas dat op de schil van de banaan de naam van de band geschreven is. Ik zoek mijn zakken af en graaf mijn portemonnee uit en ruil uiteindelijk een oud concertkaartje van Brown Feather Sparrow voor een leeg pakje M&M’s. Op de plaats van de eerst M, is een sticker geplakt met de letters ‘PHANTO’.
Oude bekenden
Het boek van Stefan Merill Block wordt tot diens irritatie getypeerd als een boek over Alzheimer. “Als mensen dat horen, krijgen ze zin in een dutje,” zegt hij verontwaardigd. De (mooie) fragmenten die hij later voorleest, hebben ook niets met Alzheimer te maken. Toch denk ik later, als ik het boek zie liggen: ‘Hé, daar heb je dat boek over Alzheimer.”
Of het betoog voor legalisatie van softdrugs, dat Simon Vinkenoog houdt, poëzie is, die discussie bewaren we voor later. Zijn voordracht swingt en is vermakelijk, en daar is al veel bij gewonnen. Mooi om te zien hoe deze 80-jarige nog baldadig als een tiener is. Daar komt geen Alzheimer aan te pas.
Veel saaier is het optreden van Brett Anderson, oud-voorman van Suède. Vlak pianospel met trage akkoordenwisselingen en eindeloze tekstherhalingen doen deze recensent zich vertwijfeld afvragen wat het idee is van deze muziek, en waarom hij ernaar zou blijven luisteren.
Krijn Peter Hesselink stond ook vorig jaar op het Crossing Border. Dit jaar is hij zowel optredend dichter als podiumpresentator: ‘Ik zie mijzelf geconfronteerd met een acuut pettenprobleem. De dichter die ik hier ga aankondigen, ben ik namelijk zelf.’ Hoewel hij doet alsof hij van het podium afstapt en weer op komt en daarmee van pet wisselt, heeft KPH natuurlijk al in zijn eerste hoedanigheid de dichters-pet op. Welke presentator begint er nu met een prachtige dichtregel: ‘Ik zie mijzelf geconfronteerd met een acuut pettenprobleem.’ Toch overtreft de dichter KPH zijn alter-ego, want zijn mooie regels rijgen zich aaneen tot volledige gedichten.
Kathleen Edwards maakt elk jaar een mooiere plaat en weet zo Lucinda Williams van haar Americana-troon te stoten. Het gevaar van gezapige countryrock ligt op de loer, maar gelukkig treedt de zangeres solo op, waarmee de focus op de songs, de melodieën en op haar verhalen komt te liggen. ‘Summerlong’ en ‘6 o’clock news’ krijgen mooie uitvoeringen. ‘Back to me’ klinkt lekker venijnig en ‘I make the dough, you get the glory’ krijgt een uitgebreide inleiding over hoe ze haar favoriete hockeyspeler mocht zoenen voor de clip. Edwards is niet alleen tevreden over Nederland: ‘they can put on a good festival,’ maar is ook te spreken over de catering: ‘this is the first club, where they serve pumpkin soup.’
‘It’s sold out,’ schreeuwt een hongerige fan in het publiek. Inderdaad, de pompoenensoep is net als het hele festival uitverkocht.
In 1998 stond Neil Finn op Crossing Border. Crowded House was nog niet zo lang uit elkaar en hij had nieuwe begeleiders meegenomen, waaronder zijn 15-jarige zoon Liam Finn achter de drums. 10 jaar later heeft Liam nog niet zolang zijn band Betchadupa achter zich gelaten om een soloplaat (het voortreffelijke I’ll be lightning) op te nemen. Live brengt hij samen met zangeres/percussioniste Elliza-Jane Barnes een show die de perfecte liedjes van zijn plaat compleet laat exploderen. Liam Finn zou het liefst zichzelf op het kopieerapparaat leggen, telkens met een ander instrument in de hand, waarna een hele boel Finnen de beste band ter wereld zouden vormen. Aangezien het mensenklonen wetenschappelijk gezien nog niet ver genoeg is en nog tegen allerlei ethische bezwaren stuit, doet Liam het volgende: hij hangt een gitaar om, speelt als een bezetene een partij, zingt zijn teksten, gooit zijn gitaar af en duikt achter een klaarstaand drumstel, waar hij een solo geeft, ondertussen bediend hij met zijn voeten een arsenaal aan pedalen om zijn gitaar-, drum-, en zangpartijen door te laten klinken wanneer en hoelang hij wil. Eliza-Jane kijkt het kunstje af en zingt, lacht en schreeuwt door zichzelf heen. Af en toe keren de twee terug naar de eenvoud van een mooie melodie. Maar al snel komt Liam op met een nieuw snaarinstrument waarmee hij aan het experimenteren slaat. Het optreden moet hen een hele berg energie kosten, toch zingen ze: ‘I’m not broken, just a little energy spent.’ En gelijk hebben ze, Finn en Barnes geven een volslagen energieke show, waar je als publiek nog lang van in de ban bent. Dat blijkt wel als mijn collega-recensent en ik direct doorlopen naar het optreden van Micah P. Hinson. De arme man heeft geen schijn van kans. De Finn-energie rommelt nog van binnen, op zoek naar een uitgang.
De balans van Crossing Border 2008
Niet meer doen:
- jonge meiden met 25 boeken om hun nek laten rondlopen bij wijze van grappige, kort berokte hotdog-verkoopsters (met nekkramp en blaasontsteking en 3 extra verkochte Siebelinks als gevolg);
- een geweldige afsluiter als The Swell Season aan het begin van de avond plaatsen;
- Federica Manzon in het Italiaans laten voorlezen (mijn relatie moet nog langer mee!);
- in november je publiek buitenom sturen om bij enkele podia te komen (een hardnekkig Crossing Border verschijnsel) en met een paar podia minder, wordt het voor veelvraten als ondergetekenden ook wat makkelijker kiezen, plannen en recenseren.
Blijven doen:
- jonge muzikanten als Alela Diane, Rara Riot, Fleet Foxes, Julian Velard, Appie Kim en First Aid Kit blijven uitnodigen;
- jonge schrijvers zoals Chris Killen, Bianca Boer en Krijn Peter Hesselink blijven uitnodigen;
- ontmoetingsprojecten met kinderen en senioren blijven ondersteunen;
- voor hoogtepunten zoals The Swell Season, Liam Finn, Bart Moeyaert, Carolina Chocolate Drops, Ben Folds, Kathleen Edwards en de vertoning van Diary of a Times Square Thief blijven zorgen.
De balans opmakend komt Crossing Border 2008 absoluut niet in de rode cijfers. Sterker nog, het festival staat zeer stevig in zijn schoenen met hun nog immer gedurfde programmering. Benieuwd hoe dat volgend jaar zal gaan als programmeur Cees Debets vertrokken is.
Volgend jaar meer,
Ricco van Nierop, met tekstbijdragen van Edwin Fagel
Archiefstukken de Recensent over Crossing Border
- Crossing Border 2007 - Overzicht dagverslagen - Terugblik op 14 jaar Crossing Border n.a.v. 15e editieLees hier alle Crossing Borderverslagen over 2006:
- Woensdag 15-11-06: North Sea Jazz terug in Den Haag!
- Donderdag 16-11-06: Lekke tenten en literatuur
- Vrijdag 17-11-06: Geweldige muziek en vreemde dia’s
- Zaterdag 18-11-06: Oxfam/Novib/PEN-Awards
- Zaterdag 18-11-06 : De perfecte CB-avond
- Edwin Fagel: Wat wil het publiek? (column)
Verder lezen op de Recensent:
- Crossing Border 2005 - verslag
- Van Der Graaf Generator - concert-essay
- Novib/PEN-awards 2005
- Crossing Border 2004 - verslag
- Novib/PEN-awards 2004
- Crossing Border 2003 - verslag
- Novib/PEN-awards 2003