Titel: Attagirl Artiest: Bettie Serveert Label: Palomine records / [PIAS] Datum bespreking: 18-10-2004 |
19. Pak op die gitaar Bettie Serveert past met gemak in het rijtje Dinosaur Jr., Buffalo Tom, Throwing Muses, The Sundays, The Breeders en Pavement. Als ze nog bestaan, horen deze gitaarbands meer bij de jaren negentig. Heeft, met dit in gedachten, Bettie Serveert nog bestaansrecht anno 2004? Volgens de persberichten grijpt Bettie Serveert op het nieuwste album Attagirl terug naar de goeie ouwe bandinstrumenten. En dat in tegenstelling tot hun vorige plaat Log 22 waarop veel gebruik werd gemaakt van elektronica. Mij viel het album vooral op door de grote diversiteit aan muzikale invloeden: gitaarliedjes, een Velvet Underground-pastiche, gesofisticeerde vrolijkheid die aan The Cardigans of Moloko doet denken en ja elektronica in de meer experimentele tracks. De nieuwe Bettie Attagirl is niet zozeer een terugkeer naar de oude sound, maar deels een perfectionering van de experimenteerdrift van Log 22 en deels een continuering van de bekende Bettie-sound. De opener Dreamaniacs wordt gedragen door keyboardgeluiden. ‘Dreamaniacs don’t aim to please,’ zingt Carol van Dyk, maar de song over de fouten en dromen van het leven bevalt al bij de eerste draaibeurt. De titeltrack Attagirl handelt over het voor je-zelf opkomen: 'Don’t say luck is something like a riddle / You payed for a place in this world: Attagirl!’. Attagirl heeft iets van een latino-dansnummer, door de xylofoon-achtige geluiden op de achtergrond. Deze vrolijkheid wordt benadrukt door de tekst die vol zit met hapsnap klankwoordcombinaties (Judge & Jury, Snips & a snail, Nip & tuck). Ook Greyhound song is een vrolijke kakofonie aan gitaren, aanzwengelende strijkers, koortjes en oerdrumgeluiden. Het wordt een aparte song als Van Dyk laconiek begint te zingen: ‘Well I lost my little brother when I was still wearing braces / but if I could, I’d find another.’ De meest a-typische Bettie Serveert-song is Versace. Wederom veel keyboards, maar nu in combinatie met computergestuurde strijkers en drums. Versace is een atmosferische song over zo’n heldere blauwe dag, dat de zon door de jaloezieën dringt en je gedachten verdooft. Wanneer de melancholie zich opdringt, maar de zorgen weggedroomd kunnen worden. |
De oude Bettie Er zit geen strikte scheidslijn tussen het nieuwe Bettie-geluid en het oude, maar die prototypische gitaarliedjes springen er simpelweg tussenuit. Op Don’t touch that dial! buit Bettie Serveert die typische sound heerlijk uit. Goed dat ze niet vergeten zijn dat ze dit soort muziek ook nog in huis hebben. ‘People always kill the things they love, let’s make a sign that says Hands off!’ zingt Carol vrij naar Oscar Wilde in Hands off!, een ouderwets uptempo rockertje. Dat Carol kan zingen, blijkt wel uit zo’n beetje de mooiste ballad uit hun hele oeuvre; You’ve changed klinkt zeer herkenbaar, met de minimalistische Carol-uithalen, maar de schoonheid zit in de combinatie van die dromerige zang en de kale begeleiding. De Bright Eyes-cover Lover I don’t have to love is een originele keus, maar in de lijn van Velvet Underground en Big Star staat de naam van de band Bright Eyes niet eens zo gek. Carol en de mannen zetten de song niet naar hun hand, maar brengen eerder een ode aan het origineel.
Ouderwetse gitaarliedjes en electronika-gebaseerde tracks wisselen elkaar af op Attagirl. Het huidige Bettie Serveert dankt haar bestaansrecht niet enkel aan hun innovatieve kant, maar ook aan hun vermogen tot het maken van klassieke gitaarliedjes. En dat hebben ze met hun nieuwste album wederom bewezen: Attagirl! Ricco van Nierop Illustratie: Gerard Monster Chicksingers 2004, in juiste volgorde: |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2000-2004 |