De 15e Crossing Border is begonnen. Deze week zal de Recensent dagelijks vanaf het festival een bericht sturen. Over muziek, literatuur en alles wat daartussen zit.
Lees hier de andere verslagen van Crossing Border 2007:
Dag 4: Donderdag 22/11/2007: Mythen en Akron/Family
Dag 3: Woensdag 21/11/2007: Rufus, Kubus en Bang Bang
Dag 2: Dinsdag 20/11/2007: Kawada, Ian Britt, Dierenpark
Dag 1: Maandag 19/11/2007: Nigel Charnock - Fever
DAG 5: Vrijdag 23/11/2007: 3 x 3 = 7
Het gonst in de foyer van de Schouwburg, al om half acht is het volle bak. A.F.Th. schrijdt de ruimte in, maar dat kan het niet zijn. Bandleden van Okkervil River en The New Pornographers lopen rond, Roddy Doyle mag straks voorlezen. Michel Faber bereidt zich voor op een Schotse avond en Sjon op de Scandinavische. Dat is het ook niet. De Haagse stadsdichter arriveert, Tjitske Jansen signeert en Wim de Bie registreert. Allemaal niet van belang. Het is de middag die nog nadreunt. ‘Ben je geweest? Heb je het gezien? Wat een aimabele man, hè? En grappig ook.’ Salman Rushdie was op Crossing Border en iedereen heeft het erover. Jan Douwe Kroeske interviewt in de hoek van radio KINK FM de interviewer die vanmiddag Salman Rushdie interviewde. Zo eens vragen aan Jan Douwe hoe het was om zo dicht bij de interviewer van Rushdie te komen...
Het eerste trio
Met acht zalen muziek en literatuur tegelijkertijd slaan de twijfels toe. Hoe moeilijker de keus, hoe beter het aanbod, dus hoe beter het festival. Duik ik in de Schotse zaal of de Scandinavische, met het gevaar dingen te missen in de andere zalen. De keus valt op het switchen tussen drie zalen. De band Okkervil River heeft al voor achten de smaak te pakken en krijgt het publiek, in de veel te hete bovenzaal, met gemak mee. Vrolijke americana door zes multi-instrumentalisten met vijf goed klinkende stemmen. De heren laten horen dat er nog genoeg te ontdekken valt als Ryan Adams en Wilco even stil vallen. In de grote zaal mag de Canadese groep The New Pornographers een poging doen om aan de verwachtingen te voldoen. Omhooggeschreven op basis van succesvolle soloprojecten en hun laatste album, weet de band niet geheel te overtuigen. Hebben ze last van het grote podium, waardoor ze als bandleden erg ver uit elkaar staan? Spelen ze teveel op routine? Aan de kwaliteit van de muziek ligt het niet. En Kathryn Calder en A.C. Newman zijn goed bij stem. Tjitske Jansen staat even verderop met het Zapp String Quartet iets bijzonders te doen. Ze leest poëzie voor uit haar nieuwste bundel Koerikoeloem. Maar wie Jansen een beetje kent, weet dat voorlezen een te mager woord is voor wat ze doet. Jansen is op poëziegebied een van de beste performers in Nederland. Iemand die helemaal geen strijkkwartet nodig heeft om te overtuigen. Maar het kwartet is wel degelijk een mooie aanvulling. Ze spelen snelle, soms tegendraads klinkende, stukken. De ene keer laten ze een stilte vallen, waarin Jansen haar regels doet en de andere keer spelen ze tussen de regels door. Haar rake zinnen matchen perfect in deze combi. Wanneer komt de cd?
Het tweede trio
Als Shalom Auslander de naam van een personage was, zou ik de schrijver aanraden iets minder doorzichtigs te kiezen. Maar Shalom Auslander is in eerste instantie gewoon de naam van een schrijver. En jonge Joodse schrijver uit New York. De oude Joodse plaatjesdraaier uit Nederland, Harry de Winter interviewt hem. De Winter doet dit als liefhebber en dat is zijn charme, maar wie een grondig interview over de ontworsteling uit een orthodox-joods milieu verwacht, is aan het verkeerde adres. Auslander is wel bereid om veelvuldig goede harde grappen te maken. De Winter: ‘How can god-fearing people beat their kids?’ Auslander: ‘God hang his son. And my father was an alcoholic, pure on kosher wine.’
Niet voor niets was het druk bij de boekenstand toen hij even later zat te signeren.
Jenny Owen Young is een jonge zangeres met de humor van een middelmatige stand-up comedian, met een ontstemde gitaar vanwege een jetlag en met de stem van Erin McKeown. Dankzij die stem en enkele fraaie melodieën overtuigt ze. ‘Love grows in to me like a tumor,’ zingt ze. Haar liedjes zijn soms ineens afgelopen. Terwijl de luisteraar net de juiste toon heeft gevonden om mee te neuriën.
Young is een perfect opmaat voor het mooie concert dat de Zweedse Loney, Dear in de grote zaal geeft. Loney, Dear is zanger Emil Svanangen met een band, waar vooral de zangeres/pianist opvalt. De speelsheid van de muziek doet sterk aan Belle & Sebastian denken, terwijl de samenzang en de perfecte liedjes zelfs iets van Abba en The Beegees weg hebben. In tegenstelling tot deze voorbeelden, zitten de muzikanten niet in een strak popliedjes format, ze weten de sterke composities zeer levendig te brengen. Om vrolijk van te worden.
Het derde trio
Erik Jan Harmens neemt in tien minuten zijn hele oeuvre door. Dankzij de absurde teksten en zijn droge en tegelijk zangerige voordracht is deze vogelvlucht door zijn poëzie en proza geslaagd te noemen. Jammer alleen dat de zaal alvast volstroomt met Jason Molina-fans, waardoor het moeilijk is je te concentreren op Harmens.
In de buitentent is het volle bak voor wat ondertussen een vaste waarde van CB genoemd kan worden. Wim de Bie, hier ook aanwezig met zijn Bieslog, treedt op. En daar komen veel mensen op af. Hij doet een greep uit stukjes van zijn weblog en heeft de lachers op zijn hand, vooral als hij een oude favoriet voordraagt, compleet met canon-gezang.
Tot slot van de avond speelt de nieuwste sensatie uit New York. Yeasayer is een typisch CB-band, in die zin dat ze maling hebben aan hun uitstraling en hun freakerige podiumgedrag. Ze zijn nog niet zo weird als The Akron/Family, maar ze zouden wel een goede inspiratie kunnen zijn voor The Muppets. Waar ze niet van gecharmeerd zijn, zijn de toeschouwers die op hun stoelen blijven zitten (minimaal 80%). ‘This ain’t no poetry-reading!’ Maar daar heeft minimal 80% van het publiek dan weer maling aan: 'laat eerst maar eens wat horen, waarvoor ik op moet staan en gaan dansen.'
Dansen wordt het niet, maar opstaan en vertrekken komt eerder bij mij op. Yeasayer heeft naar sympho geluisterd en laat dat horen. Op twee liedjes na is de electronica (rare geluidjes) totaal misplaatst en vormt deze geen meerwaarde voor de muziek. Die twee liedjes waar het goed gaat, zijn dan ook direct wel erg interessant. Maar de band kan uiteindelijk niet genoeg boeien. In vergelijking met de Akron-freaks, nemen deze gasten zichzelf veels te serieus.
3 x 3 acts met een gemiddelde van een 7, op naar meer, op naar morgen.