De minst gelukte en de best gelukte films van het Rotterdamse filmfestival gaan deze weken in landelijke première. Dan heb ik het over de boekverfilming Never let me go en het Griekse Attenberg. Tevens aandacht voor de goede, rauwe Britse film Neds, over criminele jongeren in de jaren ’70 en over recht-toe-recht-aan-docu Inside Job, over criminele ouderen in de jaren ’00 (de kredietcrisis).
Attenberg – Athina Rachel Tsangari
Cast: Ariane Labed, Giorgos Lantimos, Evangelia Randou; Release: 28-04-2011
Twee meiden van begin twintig. Marina (Labed) onervaren, Bella (Randou) door de wol geverfd. Bella leert Marina tongzoenen. Marina vindt het maar niks, maar zet toch door. Thuis kijkt Marina naar natuurdocu’s van Attenborough en praat zo goed als niet met haar vader. Dit laatste verandert als haar vader ziek wordt; alsof Marina tijd wil inhalen bevraagt ze haar vader over het leven en de liefde. Ondertussen ontmoet ze via haar werk een man die haar zowel aantrekt als afstoot.
De verwijzing in de film naar de natuurdocu’s van David Attenborough is een overduidelijke metafoor: Marina kijkt naar de mensheid zoals Attenborough naar de dieren kijkt: ze onderzoekt hun gewoontes en verbaast zich over de omgangsvormen. Deze ietwat naïeve blik heeft regisseur Athina Rachel Tsangari op voortreffelijke wijze omgezet in filmbeelden en filmscènes. Ontroerende gesprekken tussen vader en dochter, aftastende ontmoetingen met de man, fantasierijke dansjes (ea) met vriendin Bella. Attenberg was een van de beste films van het afgelopen International Film Festival Rotterdam vanwege de toon die prettig balanceert tussen luchtig en ontroerend.
Neds – Peter Mullan
Cast: Conor McCarron, Peter Mullan; Release: 28-04-2011
Had ik al gemeld dat de UK de laatste jaren grossiert in goede films over (kleine) criminaliteit? Kijk eens naar films als The Disappearance of Alice Creed, Bronson, Harry Brown, Four Lions en Skeletons, Awaydays, Hooligans. Daar kan (het nog niet in Nederland uitgekomen, maar wel op het IFFR geprogrammeerde) Tyrannosaur bijgeteld worden. Tyrannosaur werd geregisseerd door acteur Paddy Considine en had Peter Mullan in de hoofdrol. Mullan op zijn beurt is ook al een aantal jaren aan het regisseren. Na Orphans (1998), brak hij door met The Magdalena Sisters (2002) over een meidengevangenis. Zijn derde regie, Neds, gaat over het Glasgow van de jaren ’70, over pubers die zich op de scheidslijn van schoolwerk, pestgedrag en criminaliteit begeven. Neds staat dan ook voor Non-Educated Delinquents. Een wereld waarin ouders of dronken of depressief of werkloos zijn (en ook alles bij elkaar), waarin jongeren elkaar bevechten om hun positie op de straat veilig te stellen. Neds is een goed en hard en bevestigd daarmee nogmaals dat de UK hofleverancier is van de betere, kleine, criminele films.
Inside Job – Charles Ferguson
Cast: Matt Damon (voice over); Release: 05-05-2011
20 Biljard schijnt deze documentaire gekost te hebben. Volgens de grappig bedoelde tagline van de film. Want juist het onderwerp van de film – de kredietcrisis – heeft zoveel gekost. De film trapt af met IJsland, een paradijselijk eiland waar alles goed geregeld was totdat men grote multinationals toeliet (iets met aluminium) en de kleine banken meer vrijheden toestond. Binnen enkele jaren waren die kleine banken gigagroot (iets met kredieten en speculaties) en vielen ze, waarna de bevolking hun spaargeld kwijt was. Na dit kleine recente voorbeeld, gaat de film over naar het grote verhaal: de bankencrisis in de V.S. die zijn oorsprong al vond in de jaren ’80 toen Wall Street steeds meer vrijheden kreeg van de overheid.
De docu legt met veel talking heads, enkele graphics en enkele fragmenten uit verhoren uit hoe de crisis van 2008 kon gebeuren en vooral, dat er daarna (ondanks hervormingsplannen van Obama) weinig verandert lijkt (dankzij toegenomen lobbywerk van financiële instellingen). Dit is een recht-toe-recht-aan, old fashioned docu. Hij is wel snel gemonteerd en overduidelijk aanvallend richting alle grote jongens (niet alleen de bonusvangers bij banken, maar ook bij overheden en controle-organen). De film mist wel wat humor – iets dat je sinds de docu’s van Michael Moore en Morgan Spurlock veel ziet. Hoogstens het feit dat fragmenten waarin aangevallen bobo’s melden niet langer geïnterviewd te willen worden niet uit de film zijn geknipt, getuigt van enige vooropgezette humormomenten. Of het feit dat een van de weinige vrouwelijke talking heads in de film een prostitué is. Misschien is het onderwerp wel te serieus voor humor – zeker als je je bedenkt dat de schuldigen van de crisis met veel geld weg zijn gegaan en nu elders weer veel geld verdienen, terwijl de slachtoffers nog in tenten leven (ook in de film) of een lege fabriekshal laten zien.
Never let me go – Mark Romanek
Cast: Carey Mulligan, Andrew Garfield, Keira Knightley; Release: 28-04-2011
Ruth (Knightley), Kathy (Mulligan) en Tommy (Garfield) groeiden op op een Engelse kostschool. Nu ze twintigers zijn kijken ze terug op die tijd. Ze kijken naar hoe ze als tieners naar elkaar toe trokken en verliefd op elkaar werden en hoe ze later uit elkaar groeiden.
Never let me go is een mooie boekverfilming naar de roman van Kazou Ishiguro, die ook The Remains of the day en The Saddest Music in the World (prachtig verfilmd door Guy Maddin) schreef. Drie fantastische jonge acteurs die zich al eerder bewezen spelen de hoofdrollen en de beelden zien er prachtig uit. Prima coming-of-age-film. Niets mis mee, zou je zeggen – de film ontving ook al aardig wat nominaties en awards. Toch gaat er iets mis, iets met de logica in het verhaal. De kostschool kent namelijk geen enkele gewone leerling, maar allemaal kloons (klonen?), die gemaakt zijn om de originele mensen (die elders leven) later van organen te kunnen voorzien. Op zich is er nog niets aan de hand met zo’n sci-fi-element in een verder realistische setting. Maar de manier waarop dit gebracht wordt overtuigt niet. Het blijft onduidelijk waarom de klonen niet gewoon kunnen ontsnappen uit het orgaanprogramma naar de echte wereld. Ze zijn als kinderen gehersenspoeld, maar hebben wel gewoon besef van hoe de echte wereld in elkaar zit. De zeker aanwezige kwaliteit in de film, wordt volslagen teniet gedaan door deze warrige logica. Never let me go is daarom een misser.
In de vorige edities van FILM 2011:
16: World Invasion Battle: LA