1992 was het jaar dat Tori Amos voor het eerst te zien en horen was met haar single Crucify van het album Little Earthquakes. MTV stuurde bijbehorende clip die schone zomer met hoge frequentie de ether in. Menig Nederlander maakte zo kennis met het fenomeen Tori Amos, ondergetekende inclusief. Tori werd alom geroemd.
In 1994 deed ze dit succes nog eens dunnetjes over met het album Under the Pink, waarvan het aanstekelijke Cornflake Girl een hit werd. Dit was zeker geen eendagsvlieg. We zouden meer van haar horen.
Maar tijden veranderden. Waar MTV tegenwoordig weinig meer van doen heeft met muziek, maakte ook Tori de verkeerde keuzen. Kwantiteit boven kwaliteit was het nieuwe adagium. Zo kwamen sindsdien de albums Boys for Pele, From the Choirgirl, To Venus and Back, Strange Little Girls en Tales of a Liberian voorbij in een continue polonaise van troosteloze middelmatigheid. Wat al deze albums ontbeerden was de samenhang, harmonie en frisse nieuwigheid die Little Earthquakes en Under the Pink zo sterk maakten. Ter verdediging van Tori moet ik hierbij wel melden dat elk van deze albums zijn eigen pareltjes kende. Denk alleen al aan die Northern Lad en zijn Playboy Mommy van het album From the Choirgirl. Toch blijft het een veeg teken wanneer complete albums op een klein aantal – weliswaar schitterende – nummers drijven.
Nieuwe ronden, nieuwe kansen. Recentelijk verscheen Tori’s achtste (plaats hier uw uitroepteken) album The Beekeeper. De verwachtingen zijn gezien bovenstaande voorgeschiedenis laag gespannen. Desalniettemin betrap ik mezelf op de gedachte dat dit misschien dan toch het album is waarmee alles weer als vroeger wordt. Of beter.
Tori is zo vriendelijk geweest om niet minder dan 19 nummers op het glanzende schijfje te laten drukken. Dat belooft wat. Echter bij de eerste keer beluisteren van de cd slaat slechts een enkel nummer aan. Hm, zou het aan mij liggen of toch aan haar? Even doorbijten en de cd op repeat gezet. Nope, na een aantal weken is de cd nog steeds niet aangeslagen.
Waar gaat het mis? Om te beginnen bij de eerste twee nummers. Lelijk? Nee, niet echt, maar bijzonder zijn Parasol en Sweet the Sting zeker niet. Leuk voor in de lift zou ik zeggen. Gelukkig maakt het derde nummer veel goed. In The Power of Orange Knickers zingt Tori een duet met de Ierse zanger Damien Rice. Een geweldig nummer met dito weerhaken. Na één keer luisteren zit je de rest van de week geramd. Deze Damien timmert overigens zelf ook flink aan de weg. Naast zijn werkelijk waar briljante cd O – met daarop de soundtrack van de zelfs nog briljantere film Closer – schijnt hij ook op romantisch vlak goed te boeren als vriend van Oscarwinnares Renee Zellweger. Maar dit terzijde.
Voor Tori gaat het hierna verder bergafwaarts. Zes oninteressante nummers volgen. Elk met de nare nasmaak van cd-opvulling.
Pas met het nummer Cars and Guitar wordt deze neerwaartse spiraal doorbroken. Mijn absolute favoriet van de cd. Een lekker fris nummer met wonderschoon refrein waarbij ze er niet voor terugdeinst om eens lekker in de bochten te hangen. Tori zoals Tori bedoeld is.
De kwaliteit van de nummers die daarna volgen is merkbaar hoger dan de eerste helft van de cd. Toch maken ook hier de nummers
onderling bijna geen contact. Waardoor de cd als geheel zichzelf niet weet te overstijgen. Al met al flikt Tori het hem dus weer. De zoveelste middelmatige cd op een rij.
Tekst: Viktor Wijnen Illustratie: Ricco van Nierop
Verder lezen in relevante recensies op de Recensent:
Chicksinger 2005 tot nu toe: