De in Australië woonachtige Zuid-Afrikaanse schrijver J. M. Coetzee schreef meesterwerken als In ongenade, Foe en In het hart van het land en kreeg in 2003 de Nobelprijs. Hij is ondertussen 67, maar brengt deze maand zowel een nieuwe roman, als een dagboek en een essaybundel uit. Voor het gemak van de lezer zijn deze drie in één bundel verzameld. Coetzee geeft met Dagboek van een slecht jaar niet alleen zijn mening over de wereld van nu, maar hij relativeert deze mening ook meteen.
Coetzee heeft een opmerkelijke opzet voor zijn laatste roman bedacht. Het verhaal gaat over een schrijver van essays, die een secretaresse inhuurt. Elke bladzijde van het boek is opgedeeld. Bovenaan zijn de essays te lezen, die merendeels over politiek gaan, maar ook allerlei andere ethische kwesties aansnijden. Daaronder lees je in het dagboek van de schrijver over de twijfels betreffende zijn opgeschreven meningen. En over de invloed van de secretaresse op hem. Vanaf het moment dat de secretaresse ten tonele verschijnt, verschijnt tevens haar dagboek onderaan elke bladzijde. Hierin geeft zij haar weerslag op de schrijver en zijn werk, maar vertelt ze ook over haar vriend.
De opzet van het boek is gewaagd, omdat de serieuze essays stevige meningen bevatten. Meningen over het slachten van dieren, intelligent design, over Britse, Australische en wereldpolitiek. Onderwerpen waarvan in andere media ook langere essays van zijn hand zijn verschenen. Maar daar (boeken, kranten, tijdschriften) werden deze meningen niet tegelijkertijd becommentarieerd door de schrijver zelf. In de dagboekfragmenten twijfelt hij over de hardheid van zijn meningen en wordt hij geconfronteerd met zijn secretaresse, die alleen al door haar aanwezigheid zijn rustige leven omvergooit.
Het idee is enigszins te vergelijken met Coetzee’s eerdere roman over Elizabeth Costello, een schrijfster die lezingen geeft en tijdens haar reizen en ontmoetingen haar meningen bijstelt. Over deze niet geheel geslaagde roman schreef ondergetekende een recensie met de titel Coetzee's secretaresse. Het grote verschil met dat boek is dat de essays hier in het geheel afgedrukt staan. En daarnaast wordt de schrijver in dit boek Coetzee genoemd, waardoor je geneigd bent de essays als het oordeel van J.M. Coetzee te zien.
Deze twee punten geven de essays een grote waarde, die echter direct gerelativeerd wordt door de dagboekfragmenten. Hierdoor zadelt hij de lezer op met een dilemma: hoe serieus zijn de meningen die de schrijver in zijn essays verkondigt? Een vraag die direct leidt naar de algemene vraag: hoe lang kun je een hard oordeel over de wereld in stand houden als je terugkeert van de schrijftafel naar het contact tussen twee mensen?
Coetzee relativeert in dit boek niet alleen ‘een schrijver van essays’, maar zet ook vraagtekens bij het algemene belang van opinies. Daarnaast haalt hij zichzelf als essayist onderuit en komt door deze eerlijkheid van een romantische sombermans sterker weer boven. Ouder, zwartgalliger over de wereld en zichzelf, maar oprechter.
Laten we het na deze indrukwekkende roman niet hopen, maar tussen de regels door lijkt Coetzee afscheid te nemen van de lezer, door zichzelf nadrukkelijk als oude man te presenteren. Mocht het wel zo zijn, dan neemt hij met Dagboek van een slecht jaar op een mooie wijze afscheid. Toch hoop ik dat er nog enkele slechte jaren en goede boeken zullen resten.
Lees verder in relevante recensies op de Recensent:
J.M. Coetzee - Langzame man
J.M. Coetzee - Hij en zijn man
J.M. Coetzee - Elizabeth Costello
J.M. Coetzee - Portret van een jongeman