Na de kleinschaligere voorstellingen de afgelopen dagen voelt vrijdagavond als de grote start van Crossing Border. De Koninklijke Schouwburg, het Nationale Toneelgehouw en de Duitse Kerk stromen vol muziekliefhebbers en iets minder vol literatuurliefhebbers. In dertien zalen en zaaltjes staan zestig acts geprogrammeerd. De kans dat je iets mist, is bijna net zo groot als de achternaam van Emmy (haar daden bennen klein), maar over haar later meer. Een verslag over Lubach, Nova, Turner, Lanterns, Dyzack, Hollinghurst, Van Heerden en Friday.
Hier vind je alle Crossing Border 2011 verslagen.
Dyzack is de Haagse comebackkid. Nog voor zijn eerste album stond hij al op dit festival (’97) en hij kwam terug voorafgaand aan album twee (’99) en aan album drie (’04). In het korte interview dat hij op de vroege vrijdagavond geeft, legt hij uit waarom het zolang geduurd heeft voor album nummer vier er was (en daarmee zijn vierde keer op CB). ‘Ik speelde bij theatergezelschap Vis-a-Vis, daarnaast had ik geen platenmaatschappij die een cd van mij verwachtte. De muziekbusiness was toen vooral één grote geldjacht, nu is alles meer in proporties. Mijn laatste album heb ik zelf gefinancierd en verkoop ik zelf. Daarom kan dat ook voor acht euro. Ik kwam er de laatste jaren achter dat ik ergens in mijn achterhoofd het beeld had dat ik een groot artiest zou moeten worden. Vervolgens kwam ik erachter dat je van zo’n droombeeld gek kan worden. Als je vast blijft houden aan starre ideeën. Die omslag heb ik verwerkt op This Mangy Soul, waar ik ook mijn vader op tegenkom. Hij werd wel gek en pleegde zelfmoord op een leeftijd die ik nu bijna zelf bereikt heb.’
Dyzack vertelt hier over met een lach op zijn gezicht. Met een nuchtere kijk op zijn carrière sluit hij af: ‘Er zijn tegenwoordig veel minder beroemde mensen, het contact tussen artiest en liefhebber is directer. Dankzij het feit dat ik zelf de distributie doe, weet ik wie mijn cd hebben gekocht. Ik maak simpelweg muziek waar mensen een periode van hun leven naar luisteren en dan is het weer tijd voor andere muziek. Muziek als een broodje.’ En dat broodje gaat er goed in, blijkt later op de avond als we de Union-zaal niet meer inkomen vanwege de drukte (en dat terwijl tegelijkertijd dEUS staat te spelen!).
Morgen meer online over het optreden van Laura Marling.
Voordat de sirene gaat, de boot uit Bermuda aanmeert en Heather Nova uitstapt, pakt Arjan Lubach de trein. Hij leest in de grote zaal voor uit zijn laatste roman Magnus. ‘De eerste beelden van Caro liggen aan de andere kant van het millennium, tijdens een reis naar Florence met een stuk of veertig vijfdeklassers van het Maartenscollege.’ Na een paar zinnen denkt de zaal niet meer aan Heather maar is terug op hun eigen middelbare school. Terug op reis. Lubach heeft een mooie, aparte liefdesgeschiedenis geschreven die aftrapt in een zeer herkenbare setting. De trein met de hoofdpersoon en zijn droommeisje reist de nacht door. ‘Toen ik weer wakker werd was het licht geworden. De verwarming stond lager, ik had het koud gekregen. Een van de andere jongens in de courgette was zijn tas aan het pakken.’ Zei Lubach nou ‘courgette’? Is het dan toch een absurde roman? ‘
Toen merkte ik dat ik naakt was onder de deken. Ik dacht onmiddellijk aan Caro, draaide me met een ruk om, alsof het muurtje was veranderd in een glasplaat en ik dwars door de wand heen kon zien of zij er nog lag, maar ik stootte mijn hoofd met een luide bonk tegen de wand. Het duurde even, een seconde of tien, toen bonkte er iemand terug. Of beter nog: ze klopte. Drie keer. Drie woorden misschien: Hier Ben Ik. Of: Hoe Gaat Het. Of: We Zijn Er. Ik klopte terug. Ook drie keer. Ik Mis Je. Daarna niets meer, alleen de trein, de ochtend en de belofte van Florence.’
Heather Nova heeft een mouwloos glitterbloesje aan. Zelfverzekerd staat ze met gitaar voor haar buik te zingen. ‘Last time I was here, I lost a baby,’ met zo’n stem gaat zo’n tekst door merg en been; ‘Everything changes, changes for the good / Even the pain hurts like it should.’ Ze heeft nog dezelfde mooie stem als voorheen en de liedjes zijn niet veranderd. En daar ligt ook precies het probleem, de liedjes zijn niet veranderd. Prima voor de verstokte fan, maar Nova maakt al jaren geen vernieuwende muziek meer. Als ik zie dat er genoeg mensen in de zaal overblijven om naar haar te luisteren en ik registreer dat Nova een mouwloos glitterbloesje aan heeft, weet ik dat zaken die niet veranderen, ook niet ten goede veranderen en ga ik naar buiten.
‘Zijn boek ging toch over Amsterdam?,’ hoor ik een dame fluisteren tegen haar vriendin. De vriendin klikt haar blackberry aan en checkt het programma. De geïnterviewde grijze, bebaarde schrijver vertelt voorin het volle zaaltje over ‘the great war’ en waarom de eerste wereldoorlog zo’n enorm effect heeft gehad op het Engeland van toen. ‘En waarom praat die man in het Engels, die Zuid-Afrikanen spreken toch een soort oud-Nederlands?’ De vriendin heeft ondertussen het juiste blokje in het programmaschema gevonden, maar gaat nu op zoek naar de begeleidende tekst in het boekje. De in 1954 geboren schrijver vertelt verder over zijn zojuist uitgekomen boek: ‘What nobody else knows this weekend is that George is having an affair.’ ‘Nee, joh, meid we zitten verkeerd. Dit is Hollinghurst en niet Van Heerden.’ En weg zijn de vriendinnen. Alan Hollinghurst trekt zich er weinig van aan en vertelt verder over Strangers Child (de opvolger van Line of Beauty).
Links niet-Van Heerden en rechts niet-Hollinghurst.
Bij de 3voor12-sessie-ruimte staat een man met de langste baard van de hele programmering. En dat zegt wat aangezien er sinds jaren een grote opmars is van baardenbands (ook dit jaar weer behoren de meeste baarden die je ziet lopen toe aan folkartiesten en niet aan bezoekers). Josh T. Pearson heeft niet alleen een lange baard. Als hij al even bezig is, bezoek ik de wc en keer terug, haal een biertje en keer terug. Telkens zingt Pearson hetzelfde nummer. Lange baarden, lange liedjes. Wel een prachtlied, dat scheelt dan weer, over eerlijkheid, drinken en slapen. Mooie dingen in het leven die gerust wat langer mogen duren.
Om de hoek in de Duitse kerk staat de Engelse band Lanterns on the Lake. De gitarist heeft een strijkstok geleend van de violiste en strijkt over zijn rode Gretsch (rockabilly-gitaar, denk aan Brian Setzer). En de drummer en de toetsenist hebben dezelfde Mart Smeetserige truien aan, wisselen af en toe van plek om de verwarring groter te maken. Als je nu nog geen idee hebt wat voor soort band dit is, dan ben je nog nooit naar dit festival geweest. Vervreemdende, sferische muziek, met een zangeres met een goede stem, maar wazige liedjes. Een band waarvan je zegt: interessant en kan over een paar jaar best heel groot worden, maar kunnen net zo goed voor eeuwig terugkeren naar hun Engelse meer. De kerkzaal is vol wat maar weer eens aantoont dat het publiek van dit festival open staat voor van alles, want ze kunnen ook naar…
Frank Turner & The Sleeping Souls in de grote Toneelzaal, die volstaat met meezingende en dansende mensen. Wat een wereld van verschil met de band in de kerk. Deze Britten maken zeer toegankelijke, vrolijke rock&roll. Een soort Engelse variant van The Gaslight Anthem met voorman Turner die qua stemgeluid aan Billy Bragg doet denken. En ze krijgen het publiek mee met hun eigen songs, met een schaamteloze Queen-cover (alsof het hier Radio2-publiek betreft!) en met een waar sing-a-long anthem: ‘And I won't sit down. And I won't shut up. And most of all I will not grow up.’ Het wordt door jong en oud net zo hard mee geschreeuwd als Queen’s ‘Somebody to love’.
Niet elke act heeft het zo makkelijk op Crossing Border. Terwijl Renate Dorrestein beneden tevergeefs wacht op mensen die hun boek willen laten signeren, staat de Argentijnse Pola Oloixarac boven voor een volle Paradise-zaal. Ze leest in het Spaans voor uit Het hoorcollege en er zijn uno, dos, tres, acaso, quatro gentes die het verstaan. De rest klapt netjes mee als ze klaar en is in volle verwachting van Emmy the Great. Naar aanleiding van de verhalen en het beluisteren van haar mooie cd Virtue is de zaal terecht vol. Maar Emmy begint met een zeer aparte uitvoering van ‘Ave Maria’. Onzekerheid of nervositeit spelen haar parten, dat wordt duidelijk als na twee liedjes de tril in haar stem verdwijnt. De zaal staat nog redelijk vol, maar niet iedereen houdt het uit. Emmy zingt steviger door. Nu echter duidelijk is dat de zenuwen verdwenen zijn, blijkt wel dat haar liedjes niet zo goed zijn. De melodieën pakken niet en haar stem heeft niets bijzonders. Althans tijdens het optreden, want dat album is nog immer een aanrader.
Bij Crossing Border is het publiek het ondertussen gewend. Wil je een grote publiekstrekker zien, kom op tijd. Bij de Duitse Kerk mogen er net zoveel mensen in als er uitgaan en tellen de wachtende mee: ‘eins, zwei, drei.’ En bij dEUS komen, ondanks hun matige laatste album, heel veel mensen op tijd, zodat de rij tot ver buiten het Toneelgebouw staat. Met als irritant neveneffect dat je dat gebouw ook niet in kunt voor optredens van St. Vincent of de sessie van Other Lives.
Gavin Friday stond in 1996 in de Grote Kerk tijdens een legendarische Ierse avond van dit festival. Bob Geldof en Therapy (akoestisch) traden ook op. Van de schmierende dandy van toen is nog behoorlijk wat over. Af en toe nog eens een plaatje gemaakt, minder haar op zijn kop en minder flamboyante kleding, maar nog immer de stem en de theatrale gebaren die passen bij zijn muziek. Afgaande op zijn laatste, redelijk rustige album, had ik weinig verwachtingen voor zijn optreden aan slot van deze avond. Friday deed echter een greatest hits optreden, al klinkt dat wat raar met een repertoire waarmee hij echt geen miljonair is geworden (vast wel met de songs die hij voor rapper 50 Cent schreef). Hij speelt songs uit de jaren ’90 (‘King of trash’, ‘Adam ’n Eve’) enkele songs van zijn laatste album Catholic en veel van zijn eerste, geweldige solo-cd Each man kills the thing he loves (1989). Het levert hoogtepunten op als de titelsong Each man kills… (tekst Oscar Wilde), Next (Jacques Brel), Apologia en Rags to Riches. Zijn band had iets minder een band (keyboard, basgitaar, harde drums) mogen wezen en iets meer een orkest (echte piano, staande bas) en dan had de trip naar het theatrale verleden compleet geweest. Maar Friday zet een mooie vette punt achter deze vrijdag.