Boek vol vragen & |
Auteur: Pablo Neruda Titel: Boek der vragen ISBN: 90 6265 567 X Uitgeverij: In De Knipscheer Datum bespreking: 08-02-2005 |
Spaans-Amerikaanse poëzie, snuift ge. Ge peinst al aan dichtvormen met onuitsprekelijk namen, een dwingende verdeling in het aantal lettergrepen per strofe en een nog dwingender rijmschema (en Herman Brusselmans dan nog zeggen dat poëzie moet rijmelen, die zot. Poëzie moet niets en rijmelen moet het het minst van al). Ge peinst aan boeken van duizend pagina's en zinnen die maar door en door gaan. Ge peinst aan dichters die zichzelve het gebruik van een bepaalde letter uit het alfabet ontzeggen (de e bijvoorbeeld). Ge peinst aan gedichten met twaalfdubbele bodems waarvan ge er nog niet één zoudt begrijpen, al kondt ge er honderd jaar in eenzaamheid over na denken. Hum ja. Maar weest gerust. Herademt. Boek der Vragen is anders. Aardappel-anders. Neruda stort een schier oneindige reeks vragen uit over zijn lezers, als peuters over de hoofden van hun ouders. Dat is als ze in de waarom-fase zijn, die peuters. En het moet zijn dat Neruda de waarom-fase nooit verlaten heeft: in deze bundel stelt hij 314 vragen, verdeeld over 74 gedichten. Waar het ene gedicht ophoudt en het andere gedicht begint lijkt nogal willekeurig te zijn: de vragen zijn vrijwel niet thematisch gerangschikt. Slechts enkele gedichten lijken wel enige samenhang te vertonen in de soort vragen dat gesteld wordt. Bijvoorbeeld gedichten LXXI, pagina's 74 en 75: LXX Welke soort van dwangarbeid Verft hij daar muren of lijken? Krijgt hij de as te eten Of geven ze hem sinds zijn dood Of rammen ze in zijn mond LXXI Of leggen ze hem te slapen Of tatoeëren ze zijn huid Of bijten hem onmeedogend de zwarte doggen van het vuur? Of moet hij dag en nacht Of ligt hij op sterven na dood Maar zo coherent en zo
politiek-woedend als hier, wordt het bijna nergens. Veelal is het een gejaagd
vragen, een vragen om het vragen, een radicaal vragen. De vraag zelve is poëzie
geworden; de vraag is tot kunstvorm verheven. Het is dan ook categorieloos, en
dient niet een concreet waartoe. De lezer kan niet anders dan zich onder te
dompelen in de vragen, en de diverse sferen aan zich voorbij te laten komen: |
Het zal duidelijk zijn dat de
vragen niet tot antwoorden moeten leiden; het gaat eerst en vooral om de
ontvankelijkheid voor de vraag, of liever voor het vragen in het algemeen. De
vragen moeten het bouwwerk van rotsvaste antwoorden in ons leven steen voor
steen afbreken, en dat werkt ontregelend. Wie volwassen is, heeft immers maar
al te vaak de pretentie alle antwoorden te hebben. Neruda ontmaskert die
pretentie en werpt de lezer onverbiddelijk terug in verwondering en soms in
verbijstering. Al diegenen wier hersenen nog een jeugdige souplesse bezitten: lees Boek der Vragen. Weest geamuseerd, geschokt, verpletterd, verwonderd, verbijsterd. Weest weer kind. Lees, léés (in plaats van altijd maar gelezen te hebben). En bel daarna de wereld eens op. Die zou Boek der Vragen prachtig vinden, weet je. De wereld zit nog midden in zijn kindertijd. Morgen gaan we samen belletje trekken. Op de maan. Tim DonkerVerder lezen in relevante recensies op de Recensent: |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2000-2004 |