Nieuwe chef-dirigent geeft Koninklijk Concertgebouworkest glans en glorie |
Uitvoerende(n): Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons Titel: A.Dvorak - Negende symfonie 'Uit de nieuwe wereld' Label: RCO Live, nr 04002 Datum bespreking: 03-10-2004 |
Het aantreden vorige maand van Mariss Jansons als de nieuwe (zesde in successie) chef-dirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest kàn gewoonweg niemand zijn ontgaan. Chailly komt de eer toe dat hij het Amsterdamse orkest – met zijn sterke, vanuit de geschiedenis ontstane pre-occupatie voor ‘zware’ Duitse en Oostenrijkse meesters als Anton Bruckner, Gustav Mahler en Richard Strauss – op minstens drie punten heeft ‘geüpdate’. |
Op het nieuwe eigen label van het orkest – ‘RCO Live’ – is een CD uitgekomen met daarop een live-registratie van de uitvoering op 6 juni 2003 door (toen nog gastdirigent) Jansons en zijn (latere) ‘vaste orkest’ van Antonin Dvorak’s negende symfonie, bijgenaamd ‘Uit de Nieuwe Wereld’. De Tsjechische componist vertoefde eind-19de eeuw een poos in New York waar hij ‘voorbeeldachtige’ verbindingen probeerde te leggen tussen de aloude, patente Europese klassieke muziek van zijn tijd, waarin hij diep geworteld was, en de toen nog volstrekt onbestemde ‘eigen’ Amerikaanse klassieke muziek, waarvoor voornamelijk folkmusic als basis diende. Pas met Charles Ives, Aaron Copland en Leonard Bernstein (componist van The West Side Story) lukte dat pas ten volle. Maar Dvorak legde o.a. met zijn negende ‘Uit de Nieuwe Wereld’- symfonie de basis van een typisch-Amerikaanse symfonische stijl. Vanuit muziekhistorisch oogpunt is dit zonder meer een aardig gebaar dat Jansons’ CDintroductie als nieuwe orkestchef in Amsterdam met Dvorak’s negende op de proppen komt. De beschermeling ooit van Johannes Brahms en een van de grote romantische meesters van de klassieke muziek, stierf namelijk precies honderd jaar geleden. Aangezien volgend jaar de Nederlands-Duitse componist Julius Röntgen – ook protégé geweest van Johannes Brahms – 150 jaar geleden geboren werd, zien wij er met reikhalzend verlangen naar uit òf Jansons, en zo ja hóe, hij met de fabelachtig-mooie muziek van deze merkwaardigerwijs onderbelichte internationale grootheid van de laat-romantische symfonische muziek uit de voeten komt. Of is hij de zoveelste buitenlandse chefdirigent voor een Nederlands orkest die de klassieke muziek van dit land maar laat voor wat het is? |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2000-2004 |