• Auteurs: Anu Stohner en Henrike Wilson
  • Titel: Welterusten sterren
  • Uitgeverij: Lemniscaat
  • ISBN: 9789047700869
  • Leeftijd: 3+ / Beoordeling: **
  • Auteurs: Lorenz Pauli en Kathrin Schärer
  • Titel: Allebei blij
  • Uitgeverij: Gottmer
  • ISBN: 9789025744984
  • Leeftijd: 4+ / Beoordeling: ***
  • Auteur: Christopher Wormell
  • Titel: Een bos vol enge wilde beesten
  • Uitgeverij: Gottmer
  • ISBN: 9789025745103
  • Leeftijd 4+ / Beoordeling: ****
  • Datum bespreking: 28 April 2009

Voor lezers (2): Allemaal beren


Verhalen voor het slapengaan zijn ouder dan onze verste herinnering, misschien zelfs even oud als het vertellen zelf. Ook vandaag maakt het genre van de bedtijdverhaaltjes nog altijd een belangrijk en omvangrijk deel uit van het aanbod prentenboekverhalen. Uit de recente oogst van Nederlandstalige werken en vertalingen maakten wij een selectie en daarbij lieten we ons oog vallen op de talrijke beestenverhalen. Opvallend is hierbij dat beren mateloos populair zijn en blijven om kinderen in slaap te krijgen. Maar de ene auteur maakt daar al origineler gebruik van dan de andere.

Welterusten sterren **

Welterusten sterren is een prentenboek over een klein ondernemend beertje dat het tijdstip voor het slapengaan probeert uit te stellen. De kleine Bruno is tijdens de dag bijzonder actief en razendsnel, maar dat tempo zakt gestaag naarmate bedtijd nadert, om uiteindelijk volledig te verdwijnen. Bruno houdt immers niet van slapengaan. En hoe langzamer hij wordt, hoe langer hij dat moment voor zich uit kan schuiven.

Dit lijkt een mooi en bijzonder herkenbaar uitgangspunt, maar Anu Stohner vangt er verder net iets te weinig mee aan. Zo wijdt ze nauwelijks één spread aan de snelle actie overdag, terwijl ze de overige pagina’s van het boek volledig besteedt aan de pogingen van het beertje om aan het slapengaan te ontsnappen. Terwijl het eerste stuk best langer had gemogen, wordt het tweede deel nodeloos uitgesponnen. Bruno speelt met zijn ouders het ‘Welterustenspel’, en net als het berenjong rekt de auteur het rijmspel net iets te lang, tot de rek er uit is. De rijmpjes zijn helaas kenmerkend voor de voortgang van het boek: behoorlijk gezocht en bij tijden ronduit flauw. De enkele goede vondsten die in het verhaal verstopt zitten, laten de auteurs dan weer links liggen.
De prenten bij dit verhaal zijn mooi, maar braaf. Het pleit in het voordeel van illustrator Henrike Wilson dat ze van Bruno een echte beer heeft gemaakt en geen pluchen knuffel, maar verder zit er weinig uitdagends in de illustraties. Ze zijn weliswaar complementair met de tekst, in de zin dat ze iets toevoegen en niet hetzelfde verhaal vertellen, maar ze weiden dusdanig ver uit dat je je af gaat vragen of de kleuters het spoor niet bijster raken. Het is voor een driejarige namelijk niet evident om te snappen dat het hele verhaal zich afspeelt binnen de muren van de slaapkamer, wanneer de focus bij elke prent naar een andere tijd en locatie verspringt. Voor oudere kleuters en kinderen is zoiets perfect mogelijk en werkt het zelfs prikkelend, maar voor de jonge kleuters naar wie dit boek zich richt, ligt de lat net iets te hoog.

Allebei blij ***

Een verhaal dat ons meer kon bekoren was Allebei blij van Lorenz Pauli en Kathrin Schärer. De hoofdpersonages zijn een dikke, dommige beer en een geslepen zevenslaper. Ze komen met elkaar in contact dankzij de fluit van de zevenslaper, die aan het begin staat van een hele reeks ruilacties waarbij de beer steeds aan het kortste eind lijkt te trekken. Zo ruilt hij zijn rode kussen voor de fluit, die hij kort daarna teruggeeft als blijkt dat hij er geen klank uit krijgt. En de mooie gelukssteen krijgt hij zelfs twee keer aangeboden in ruil voor iets anders. Toch is dit geen zielig boek, het is er eentje over ruilen en hoe dat moet (of net niet), over vriendschap en geven en nemen.

Maar onze lof gaat vooral uit naar de prenten, die een stuk minder traditioneel zijn dan in het voorgaande boek. We hebben hier dan wel te maken met een dikke, aaibare beer met hoog knuffelgehalte, maar het is vooral de beweeglijkheid en de humor van de prenten die de aandacht trekken. Schärer gebruikt een combinatie van pastel, houtskool en aquarel, waardoor de tekeningen tegelijkertijd kleurrijk, lief én uitdagend worden. Wie ten volle van het verhaal wil genieten, doet er goed aan ook de schutbladeren aandachtig te bekijken, waarop Schärer een inleiding en een epiloog als toemaatje geeft. Met haar eenvoudige lijnen slaagt de illustrator er in om de karakters heel precies neer te zetten. Slim en leep tegenover goed en dommig, zonder in stereotypes te vervallen.

De ondertoon van ‘Allebei blij’ is licht filosofisch, vooral naar het einde toe. Bij het laatste tekstblokje balanceert de tekst trouwens op de dunne lijn tussen aardige vertelling en prekerige boodschap. Het is de verdienste van zowel auteur als illustrator dat het geheel mooi in evenwicht blijft.

Een bos vol enge wilde beesten ****

Veruit het beste boek in de reeks was Een bos vol enge wilde beesten van Christopher Wormell.
Wormell is een Britse prentenboekenmaker die het vak van kunstschilder en graveur van zijn vader leerde. Zijn allereerste kinderboek, An Alphabet of Animals maakte hij voor zijn zoon Jack en sleepte er meteen een gerenommeerde prijs mee in de wacht tijdens de internationale kinderboekenbeurs van Bologna in 1991.

In Een bos vol enge wilde beesten vertelt hij het verhaal van een beer, die rustig door het bos wandelt en daar een jongetje ontmoet dat verloren is gelopen. En dat is het begin van een hilarische vertelling: het jongetje zegt namelijk dat er volgens zijn moeder enge wilde beesten in het bos zitten en dat het er dus levensgevaarlijk is. Ook voor beren. De beer is danig onder de indruk en besluit dicht bij het jongetje te blijven. Na een tijdje sluiten ook de leeuw, de olifant, de slang, de krokodil en de wolf zich bij hen aan. Uiteindelijk blijkt het enige enge wilde beest in het bos van een heel andere orde dan ze hadden gedacht.

Het verhaal is ontzettend leuk en de schitterende illustraties maken het geheel helemaal af. Zo zie je de beesten blad na blad banger worden, waardoor de spanning heel trefzeker wordt opgebouwd. Doordat het ook steeds later wordt, verdwijnt stilaan alle kleur uit het bos, tot er bij de laatste confrontatie nog enkel blauwgrijs en wit overblijft. De zachte, kleurige prent op het einde zorgt ervoor dat de kleuters met een gerust gemoed naar bed kunnen.

Dit boek is een absolute aanrader voor alle kleuters vanaf vier jaar.

Tine Mortier

Lees ook de andere Voorlees-boeken-recensies:
Afl. 1: Dirk Nielandt (e.a.) - Onder de sterren ****