Nooit meer La bamba |
Uitvoerende(n): Los Lobos
Titel: Good morning Aztlán Label: Mammoth, WEA Datum bespreking: 19-08-2002 |
Deel drie: over de grens door Noord-Mexico Voor de nieuwe BZN zou ik niet naar Volendam gaan, maar nu we toch in Los Angeles zijn, maar even naar East L.A. gereden. Een geheel ander L.A. dan de dagen ervoor. Vierkanten straatjes met op elkaar gezette huizen. Sommigen nog niet af (of is dat mijn Nederlandse fatsoenshoofd, dat ook Frankrijk rommelig vindt, terwijl het juist relaxed is). Aan een jongen vraag ik de weg naar een cd-zaakje. De winkel heeft veel onbekende Mexicaanse en Latijns-Amerikaanse muziek op cd’s, maar ook op bandjes. Tapes zijn in het Westen al zo goed als ouderwets, maar dichter bij de evenaar draaien ze nog wel een tijdje door. Los Lobos stond op de toonbank tussen de snoep en de nootjes. Buiten was het, ondanks het vroege uur, druk op straat; haast alleen maar Mexicanen op weg naar het werk. En een kraaiende haan vastgebonden aan een hek. A red rooster crows a little Mexican tune I gotta say one, two, three more things before I go on You can’t run and try to hide away (Good morning Aztlán) Aztlán is de plaats waar volgens de ontstaansmythe van de originele bewoners van Noord-Mexico (de Azteken) het land gesticht werd. Waar die plaats gelegen heeft, weet niemand, maar de Mexicanen in Los Angeles denken dat de stad der engelen hun oude stad is. En dan voornamelijk in East L.A. waar veel Amerikaanse Mexicanen, oftewel chicanos wonen. Eén van de huizen in deze wijk, is van Cesar Rosas, zanger en gitarist van Los Lobos. Bijna dertig jaar geleden opgericht en gedebuteerd met hun plaat Just another band from East L.A. braken ze 15 jaar later door met de filmhit La bamba. Vooral de jaren erna bleken ze niet zomaar een band, maar een rootsband met invloeden van blues, Mexicaanse folk, Afrikaanse en Cubaanse muziek. Met Goodmorning Atzlán brengen de wolven een ode aan het hart van deze stad en waar dat hart voor klopt: Mexico.
The Borderline / La Frontera ‘Panochas, panochas’ Een jongetje van een jaar of twaalf schreeuwt zijn koopwaar in het rond. Verderop tussen de wachtende auto’s loopt een man met een koelbox, hij verkoopt refrescos. We staan voor de grensovergang bij Tijuano. Al een half uur naast ons een volgeladen pick-up truck met een jonge chicano aan het stuur en een oudere vrouw naast zich, vast z’n moeder. Op schoot bij oma zit een klein meisje. Ze zwaait en lacht naar ons, haar tijdelijke buren. Oscar trekt een gekke bek en het meisje lacht. Oma en papa lijken vooral gefocust op de grensovergang, drie kilometer van ons verwijderd. Het jongetje komt dichterbij en houdt een dampende maïskolf onder onze neus. Bert geeft hem een dollarbiljet en we knagen op onze panochas. We hebben er al een aardig stuk opzitten vanaf L.A. One hundred and fifty miles from Mexico to L.A. And I promise that I’ll care for you (Tony y Maria) Aan de andere kant van de grens blijkt dat de anderhalf uur durende file, nog maar kort was. Alles en iedereen wil de States in. Om illegalen en drugs tegen te houden controleert de douane zo streng dat er drie banen breed, tien kilometer lang auto’s staan te wachten. We rijden vast voorbij meerdere Marias op weg naar hun Tony’s in L.A. In de ballade van Los Lobos vertrok Tony ooit naar het land der dromen en wast nu borden, terwijl Maria de vloer veegt. Een rustig sociaal realistisch verhaal. Ondanks dat de groep al meer van dit soort nummers heeft gemaakt, raakt het me door haar schoonheid. Het oude liedje "Je had toch een cd van Los Lobos gekocht, vanochtend?" vraagt Bert mij. Ik knik. Moraalridders The word’s out on the street (The Word) |
Naast het feit dat Los Lobos soms ouwelullenblues spelen, zijn ze qua moraal ook ouwe zeuren. Hun zorgen om de huidige maatschappij en hun verlangen naar harmonie (ook in What in the world) zijn vast oprecht en natuurlijk ook gerechtvaardigd. Maar het komt zo braaf en - vroeger was het beter - over. Ik weet niet of alles op de boerderij nu zoveel beter is. Read in the paper just the other day Let’s go down to the big ranch (The Big Ranch) Feestcowboys Een dag later en mucho kilometres verder hebben we het Mexicaanse gevoel er al aardig inzitten. Ten eerste dankzij Los Lobos, die een welkome overgang creëert tussen Amerikaanse roots en Mexicaanse routas. Daarnaast levert de radio de echte soundtrack voor deze omgeving. Snel gepraat en rap, hiphop en tranentrekkers in een Spaans waar niemand van ons iets van kan bakken. Gelukkig bakken we zelf wat minder nu we in de uitlopers van de Sierra Madre rijden. Relaxte temperatuur om over de wegen te vliegen. We stoppen alleen voor sanitario, gasolina, tortillas en refrescos. Shake your head and let your hair fall down We might be big Gonna have us a real good time (Get to this)
Mañana en El Tigre Ik heb wolven horen janken vannacht, is vast de tequila van gisternacht. En nu die verdomde gallo die ons wakker kraait. Wakker worden in een klein Noord-Mexicaans dorp, je moet het gedaan hebben, voor je weet wat het is. Voor dat de wolven kwamen waren er geruchten over tijgers. Tevens herinner ik me een grote groep mensen, waarvan velen die ik herken van de middelbare school. We staan in een kring en er klinkt muziek. Alles draait rond en in het midden staat Oscar met een bruine uitvoering van Jennifer Lopez, maar dan wat knapper. Ik kan niet zien waar hij ophoudt en zij begint. Op het podium naast de dansvloer staan de heren van Los Lobos, ze spelen La bamba. Ja natuurlijk, dat is het; we deden het zoenspelletje wat daarbij hoort. Langzaamaan worden dingen mij helder. Zoete herinnering Twee dagen later rijden we Monterrey uit. Eigenlijk hebben we Torréon en Monterrey bekeken met een waas voor onze ogen. De steden waren ons veel te groot en we hadden weinig puf om een museum of zoiets op te zoeken. We hebben Mexico wel gezien en willen terug naar de States, zodat geen andere herinnering kans krijgt zich naast de vrolijke tijgeravond te plaatsen. Onderweg draaien we nog meer Los Lobos, alsof we getuige zijn geweest van hun laatste optreden. Het wordt ons duidelijk dat we de avond van het Tijgerfeest maar deels hebben meegemaakt. Rond een uur of acht zijn Bert en ik al geveld door de mezcal en Oscar en Michael hebben het nog twee of drie uur langer volgehouden. Oscar heeft er een adres en een zoete dronken herinnering bij en droomt weg bij de dansbare klanken van Los Lobos.
Maria le gusta el mambo esto no puedo negar (Maria Christina)
Grand-café-muziek Bij de grens maken we gebruik van het schunnige feit dat we geen Mexicanen zijn en kunnen snel de douane passeren. We rijden door tot Corpus Christi waar we een grote koffietent induiken en eens gaan denken over de rest van de trip. Ik bestel een cafeïnevrije paprikakoffie, want dat hebben we thuis niet. In de coffeebar hebben ze de nieuwste Bruce Springsteen opstaan. Kan haast niet anders, ik herken z’n stem, maar geen enkel nummer. Niet echt muziek voor zo’n tent. Springsteen is nog eens automuziek, het gaat ook altijd over auto’s. En meisjes natuurlijk. De serveerster brengt me nog een koffie, ditmaal met kaneelsmaak en voor de helft cafeïnevrij. Maar waar zijn de jongens gebleven? Oscar ging even naar de wc, maar de rest? Malaqué oh Malaqué (Malaqué) Los Lobos maakt op de helft van de plaat juiste coffeebarmuziek, of de Nederlandse equivalent; grand-café-muziek. Vorige jaren waren Santana, Manu Chao en de Buena Vista Social Club favoriet in de grote cafe’s in Nederland. Los Lobos zou best hoge ogen gooien als ze de moralistische bluesjes thuislaten en alleen hun roots vermengd met andermans roots meenamen naar de kroeg. Een nummer als Malaqué is een goed voorbeeld van bij elkaar geraapte roots vakkundig verwerkt en uitgevoerd. Gitaren en sfeer klinken alsof ze uit de Westkust van Afrika komen. De Senegalese Etoile of nog beter Orchestre Baobab moeten wel als voorbeeld hebben gediend.
Midden in mijn gemijmer komt Oscar binnen. Hij heeft boven in het café mailtjes verstuurd naar huis. Let’s go down to the big ranch Snel naar deel 4 ... (vanaf 02-09) |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2900-2002 |