12-11-01 Het blijft tenslotte rotfamilie Douglas Coupland - All Families are Psychotic 2001. Stel je bent een vrouw van achter in de vijftig. Je hebt HIV en een criminele zoon met dezelfde ziekte. Moeilijk voor te stellen? Probeer de volgende eens. Stel je bent een man van rond de veertig en je wil nog één grote slag slaan. Als je deze klus hebt geklaard kun je tot het eind die dure HIV-medicijnen betalen. En als je ergens niet uitkomt, bel je gewoon je geleerde zus op haar werk bij de NASA. We doen er nog één. Stel je bent een vrouw van ongeveer 35 en over een week ga je de ruimte in. Leuk toch, zou je denken. Maar ondertussen belt je oudere broer je 's nachts op met verontrustende verhalen over de familie. "Wat zeg je? Is mam beschoten, heeft pa ook AIDS? En hoe is 't met jou? Kun je geen beter werk krijgen dan als koerier? En wat is er met ons kleine broertje allemaal aan de hand?" Hoe groot is het voorstellingsvermogen van de lezer? En dan is dit nog maar de helft van de figuren en de verhalen in de laatste Douglas Coupland. In All Families are Psychotic (2001) stelt hij het voorstellingsvermogen van zijn lezers op de proef. De extreme situaties volgen elkaar in rap tempo op. 's Ochtends een restaurantoverval, 's middags een tragische onthulling gevolgd door een ontvoering. Centraal in dit alles zijn de mensen die het meemaken. Een niet al te hecht gezin dat door de gebeurtenissen en emoties tot elkaar veroordeeld wordt. Zus Sarah gaat deze week het Space-centre in en over een week de ruimte in. Voor die gelegenheid komt het hele gezin weer eens bij elkaar. Moeder Janet, vader Ted met zijn vriendin Nickie. Jongste broer Bryan heeft een nieuwe vriendin mee die zonodig Shw moet heten. En waar is broer Wade? Wie haalt hem op uit het politiebureau waar hij de nacht moest doorbrengen. Dat mag Howie doen, de vriend van onze spacegirl. De ellende begint zodra de familie herenigd is. Waarom verteld Shw haar vriend niet dat ze zwanger is? En hoe komt ze aan die tas vol geld? En wie heet er nou Shw? Als Bryan erachter komt dat Shw hun nog ongeboren kind al half verkocht heeft, gaat Shw er vandoor en sleurt Bryan z'n familie mee in de achtervolging. Het heeft geen zin om nog verder uit te wijden over dit gezin en hun avonturen. Het is namelijk te veel. Je moet het lezen, of zien als Tarantino er een film van maakt (graag met Gena Rowlands in de rol van de moeder Janet). Douglas Coupland stelt het voorstellingsvermogen van de lezer op de proef. Vooral de eerste hoofdstukken kost het moeite erbij te blijven. Waarom maakt Coupland geen keuzes en schrapt hij wat van de overrompelende acties, een pistool of een ziekte minder bijvoorbeeld? De reden om toch door te lezen is dat Coupland humor gebruikt die we kennen uit Generation X, Miss Wyoming, etc. Met die humor maakt hij de overdonderende hoeveelheid actie aantrekkelijk, maar is dat genoeg om te overtuigen? Nee, dat is niet genoeg. Met alleen actie en humor heb je alleen een komische actiefilm. En die gaan nooit over AIDS, om maar een van de zwaardere onderwerpen uit het boek te noemen. De turning point lijkt in de weerslag te zitten die de gebeurtenissen op de familieleden hebben. Het verhaal is vanuit zoon Wade en moeder Janet geschreven. Hun twijfels over leven, ziekte en dood, familie en verleden geven het boek diepte op het moment dat de acties voorbijsnellen. De verstoorde familierelatie wordt niet hersteld maar geïntensiveerd. Desinteresse maakt plaats voor eerlijkheid, die de relaties verharden. Het gezin heeft elkaar ergens wel nodig, ondanks alles. Het gezin als hoeksteen van de samenleving krijgt een nieuwe invulling. Het tot elkaar veroordeelde gezin als bij elkaar geraapt zooitje stenen, keien, kiezels, of zelfs grind van een harde criminele zieke samenleving. Is dit realisme of pessimisme? De keus is aan de lezer. Coupland heeft alleen maar alle extreme situaties bij elkaar gebracht en op een gezin los gelaten. Vooral hoe het gezin daarop reageert geeft voor mij de meerwaarde van het boek. Aan het slot gaat Sarah alsnog de ruimte in en zwaait haar gezinsleden uit: 'Her own family looked so … damaged […] and yet they were - well, they were her family.' [p.273] Ricco van Nierop |