Bring back the disco king
|
Vroeger was alles beter. Toen was ik nog gewoon lid van de David Bowie fanclub en wentelde me met mijn vooringenomen broeders in kritiekloze verheerlijking. Tegenwoordig zie ik mezelf genoodzaakt in de hoedanigheid van recensent binnen een tijdsbestek van iets meer dan een jaar twee albums van de meester kritisch onder handen te nemen. En ik heb na beluistering van de eerste tracks van de nieuwe cd Reality nu al het bange vermoeden dat deze cd nog slechter is dan zijn voorganger. Maar hoe kan het ook anders, is een ruim jaar niet al bijna vroeger? Zelfs de geluidsdragers waren vroeger veel beter. Goed, de geluidskwaliteit is er een stuk op vooruit gegaan (al lopen zelfs daar de meningen nog over uiteen), maar waar is de mogelijkheid gebleven een kant, zonder al teveel programmeergedoe over te slaan? Het zou wat Reality betreft heel gemakkelijk zijn; ik zou u adviseren kant A te negeren en dan nog iets aardigs over de B-kant zeggen. Maar niets ervan, we zitten eraan vast dat de met een ingenieuze loop uitgeruste, maar verder oersaaie single New killer star, de wel aardige Jonathan Richman cover Pablo Picasso, het routineuze Never get old en het oversentimentele The loneliest guy aan de B-kant vastzitten, dus u zult er even doorheen moeten. Het wordt nog beter op Days waarin Bowie ook tekstueel teruggrijpt naar vroeger en resumeert: All the days of my life Een mooi liedje met een vriendelijke country ondersteuning. Zo slecht als de A-kant van Reality begon, zo mooi is de finale van de flipzijde. Het titelnummer is een heel opgewekt up-tempo nummer met een onnavolgbare zelfspot in de tekst. I built a wall of sound to separate us I still don’t remember how this happened In geen jaren zulke mooie Bowie zinnen gehoord. Alleen hierom is wat mij betreft de plaat toch nog geslaagd. Maar dan doemt er in het donker nog een extra ster op; de afsluiter Bring me the disco king, die geheel op zichzelf lijkt te staan. Een prachtig kaal liedje waarin Bowie slechts begeleid wordt met een zacht slepende snaardrum en een heerlijk zwoele jazzy piano. Over het hele album waait al het concept van de maakbare samenleving en de maakbare mens. In Bring me the disco king wordt het verlangen van de man op leeftijd naar zijn jonge jaren prachtig verwoord. Verlangen in ontkenning: |