Zuinige Matena bezorgt Dickens een kale kerst

Het is lang geleden dat ik een stripboek las. Mijn vader was een groot bewonderaar van de Tom Poes en Bommel- verhalen van Marten Toonder, maar die vond ik altijd veel te veel tekst bevatten voor een strip. Ik bladerde hooguit door een Suske en Wiske.
Strips lees je toch alleen als je geen zin hebt in een echt boek?

Christmas Carol, een bewerking in stripvorm door Dick Matena, bevat een vertaling van de integrale tekst van Charles Dickens’ gelijknamige verhaal uit 1843. Net als Dickens creëerde Matena het verhaal in enkele maanden, precies op tijd voor de kerstdagen.
Het verhaal in ’t kort: de oude, gierige, onvriendelijke Scrooge wordt op kerstavond bezocht door zijn overleden partner Marley. Die kondigt drie geesten aan die Scrooge kunnen helpen om zijn lot (als eeuwig ronddolende geest) te voorkomen. En inderdaad: Scrooge wordt bezocht door de geest van voorbije kerstfeesten, de geest van dit kerstfeest en de geest van de toekomst. Na een blik op zijn verleden, heden en mogelijke toekomst toont Scrooge zoveel berouw dat hij onmiddellijk zijn leven betert.
Het romantische, moralistische kerstverhaal van Dickens werd bij verschijnen meteen juichend ontvangen, en dat niet alleen, ook aanzienlijk verkocht en gelezen. De rest van zijn leven had Dickens groot succes met het voorlezen van zijn boek aan publiek. Dit had, niet in de laatste plaats, te maken met de vaart en goede afloop van het verhaal, de humor en de herkenbare, karakteristieke figuren.

Dick Matena, die als striptekenaar al 45 jaar in het vak zit, maakte eerder een zeer goed ontvangen beeldverhaal naar aanleiding van De Avonden van Reve . Christmas Carol is zijn tweede vertaling in beeld van een literair werk.
Een knappe vondst van Matena is om Charles Dickens op te voeren als verteller van het verhaal voor een publiek, rond kerst in 1862. Op deze manier krijg je het gevoel alsof je werkelijk met broertjes en zusjes voor de open haard wordt voorgelezen door je vader. Precies zoals Dickens het bedoeld had. Ook zie je de reacties van het publiek afgebeeld, bijvoorbeeld op het leven van de klerk van Scrooge, Bob Cratchitt en zijn kleine, kreupele zoon Tim. Bij de voorleessessies van Dickens waren deze scènes altijd weer goed voor een groot aantal volgesnotterde zakdoeken.
Verder koos Matena ervoor om een aantal van de personages de gezichten van bekende literaire figuren mee te geven. Zo lijkt Scrooge op Gerrit Komrij (toegegeven, niet slecht gekozen), Marley op Jan Wolkers en de geest van dit kerstfeest op A.F.Th. (even weldoorvoed…). Dit vond ik echter flauw en zelfs teleurstellend, aangezien Dickens zijn verhaal juist schreef voor iedereen; jong of oud, arm of rijk. Deze incrowd-grapjes doen voor mij een beetje af aan die gedachte.

Bij het herlezen van A Christmas Carol van Dickens verheugde ik me er op wat een tekenaar met dit fantasierijke materiaal kon doen. Het realisme, de bonte details van interieurs en straten, de figuren, de (taalkundige) grapjes, de sfeer van een 19e eeuws industrieel Londen.
Matena heeft een prachtige, warme stijl en maakt bijzondere, filmische keuzes qua perspectief (veel figuren op de rug gezien, groepjes figuren voor in beeld). En op een aantal pagina’s weet hij de sfeer zeer goed te vangen, vooral wat kleur betreft; een grijze Scrooge in de sneeuw, kopergroene ronddolende geesten, in fuchsia feestende mensen, de in zwart geklede geest van de toekomst tegen een ultramarijne achtergrond.
Toch maakt hij naar mijn smaak nog veel te weinig gebruik van de mogelijkheid tot een kleurrijke uitbeelding van de tekst, zoals bijvoorbeeld van deze willekeurige beschrijving van de straten: ‘er waren appels en peren, opgetast in blozende piramides; er waren trossen druiven die voor de welwillende winkelier op opvallende plaatsen waren opgehangen om de mensen gratis te doen watertanden wanneer ze er langs liepen; er waren bergen hazelnoten, mossig en bruin, die door hun geur herinnerden aan lang voorbije boswandelingen en aan prettig tot aan je enkels door de dorre bladeren schuifelen; er waren… ‘enzovoorts. Matena geeft hierbij slechts een eenvoudige sfeertekening waarop een paar mensen aan het sneeuwscheppen zijn. Alsof hij dacht: Dickens zegt het toch beter.

Dat roept tevens de vraag op waarom er gekozen is om zoveel lappen tekst zonder beeld gepaard te laten gaan. Wat is dan de meerwaarde van het beeld?
Matena begon ooit met tekenen bij de studio van Marten Toonder. Christmas Carol is nauw verwant aan diens stijl van afbeelding met tekst. Marten Toonder was in eerste instantie een verhalenverteller. Over het gebruik van beeld zei hij: ‘De tekeningen, dat was voor mij een soort noodhulp. Ik zat als kind die verhalen te vertellen aan mijn broer, maar ook aan vriendjes, en dan moest ik altijd lange uitweidingen houden over de achtergrond, de sfeer, hoe de bomen bewogen, dat het koud was en zo meer. Op den duur dacht ik, wat een onzin om daar woorden aan vuil te maken, want dat is iets wat je moet zien.'
Christmas Carol is een ode aan Dickens; hij krijgt van Matena alle ruimte om zijn literaire talent uit te leven in rollende zinnen en uitbundige taal. Bij Dickens is er dan ook oneindig veel te zien, maar bij Matena daarentegen (helaas) te weinig. Ik miste de ruimte voor zijn beeldend talent.
Mijn voorkeur gaat voorlopig dus nog uit naar een goed boek.

Melissande Lips