Geen tweede Rushdie

‘This is my first time on stage before an audience of both women and men,’ zei schrijfster Wajeha Al-Huwaider op 13 november in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Een bevreemdende uitspraak, maar het onderwerp van deze middag lijkt ook in Nederland steeds minder vreemd: de vrijheid van meningsuiting. Al-Huwaider was speciaal overgekomen uit Saoedi-Arabië voor de uitreiking van de Novib/PEN-awards (lees hier een verslag van deze bijeenkomst). Deze kreeg zij overhandigd als ondersteuning, voor het feit dat ze sinds augustus 2003 een publicatieverbod heeft gekregen van de Saoedische overheid en zodoende haar werk niet meer kan uitvoeren. Het publicatieverbod was een reactie op een door haar geschreven column waarin zij betoogde dat Saoedi-Arabische burgers gedesillusioneerd waren over het beleid van hun regering. Al-Huwaider heeft voor die tijd veel artikelen gepubliceerd over politieke, sociale en culturele onderwerpen, in het bijzonder over de marginale positie van vrouwen. Veel van haar artikelen zijn online bereikbaar via www.arabnews.com. De schrijfster heeft een boek klaar liggen, dat zij niet kan publiceren en werkt inmiddels aan een tweede. Zij heeft twee zoons en verblijft in Dhahran, in het oosten van Saoedi-Arabië. Na afloop van de award-ceremonie, sprak de Recensent met haar.

Gefeliciteerd met de prijs, of had u hem liever niet gehad?
Natuurlijk had ik de ondersteuning liever niet nodig gehad. Maar ik voel me erg vereerd om hier te zijn en deze prijs persoonlijk in ontvangst te nemen. Om te merken dat er mensen en organisaties met je meeleven. Het belangrijkste is echter dat ik in mijn eigen land mijn verhaal en mening weer kan laten spreken. Ik kan nu mijn publiek niet bereiken. Sommigen dachten zelfs dat ik uit Saoedi-Arabië was vertrokken, omdat ze me niet meer in de krant lazen. Maar dat komt enkel omdat de regering mij verbiedt om te schrijven. Voor een journalist is zo’n verbod een grote handicap.

Was het moeilijk om van Dhahran in Saoedi-Arabië naar Den Haag te komen?
Tot 11-9 had ik alleen in de Arabische wereld een visum nodig en was het geen probleem over de rest van de wereld te reizen. Maar sinds de war on terror, is het zeer ingewikkeld om Saoedi-Arabië te verlaten. Ik kwam geregeld in Turkije, maar dat kan niet meer. Het is, na veel gedoe, gelukt en ik ga morgen weer terug en hoop dat ik mijn land weer in kan.

Je hebt een boek geschreven, maar door het publicatieverbod kan het niet uitgegeven worden. Waar gaat het boek over?
Het gaat simpel gezegd over de manier van leven. Met daarbij de specificatie: als vrouw in Saoedi-Arabië in de jaren 70 en 80. Het is een mix tussen mijn eigen ervaringen en die van enkele vrouwen die ik ken en speelt in een moeilijke periode in het land. Er kwam veel geld binnen via de olie-industrie, maar de overheid zocht naar een manier om zich tegen buitenlandse mogendheden te beschermen: tegen het kapitalisme van Amerika, maar ook tegen het communisme van Rusland. De burgers plukten daar de bittere vruchten van. Het boek gaat over de drie taboe’s: seks, politiek en religie. Misschien zou ik met één nog wel wegkomen, maar zeker niet met twee of drie. Maar dan moet eerst mijn schrijfverbod worden opgeheven

Heeft u overwogen uw boek in het Engels uit te geven?
Daar denk ik over na, maar de belangrijkste groep die ik wil bereiken zijn mijn landgenoten. Zij lezen geen Engels en daarnaast zal zo’n vertaling niet officieel in de winkels kunnen verschijnen. Importeren via het internet is ook geen optie, omdat het gros van de mensen geen internet heeft. Mocht ik een buitenlandse uitgever vinden, zal ik het eerst moeten vertalen, mijn stijl zodanig moeten veranderen, zodat de Saoedische inlichtingendienst mij er niet in kan ontdekken. Logischerwijze zou het onder pseudoniem uitgegeven moeten worden. Ik wil natuurlijk geen tweede Salman Rushdie worden.

Hoe zie je de toekomst, laten we zeggen over vijf jaar?
Vijf jaar! Ik weet niet eens hoe het morgen is. Vorig jaar heeft de regering enkele openingen gegeven, waardoor journalisten weer over bepaalde onderwerpen mochten schrijven. Dit gebeurde ook en het leek heel hoopvol. Maar in maart van dit jaar zijn die journalisten en schrijvers opgepakt en zijn weer meer zaken verboden. Echt een val, waar mijn collega’s, waaronder een bevriende dichter, zijn ingelopen. Twaalf van hen zaten in de gevangenis en kregen een contract voor ogen. Als ze tekenen, dan beloven ze niet meer over mogelijke staatshervormingen te schrijven en zijn ze vrij. Negen van hen hebben getekend. De bevriende dichter Ali Al-Domaini zit nog in de gevangenis waar hij vandaag het suikerfeest zonder zijn dochter doorbrengt.

De zanger Michael Franti verwees tijdens zijn optreden deze middag naar jouw situatie. Kende je hem?
Nee, ik had nog nooit van hem gehoord, maar ik ben zeer gevlijd door zijn woorden. Ik ga hem zo bedanken. Misschien dat ik vanavond tijdens het festival nog wel naar hem ga luisteren.

Wajeha Al-Huwaider wordt alweer aangeklampt door andere belangstellenden. Durf, moed, sterkte, felicitaties komen haar tegemoet in de vorm van woorden, handen en schouderklopjes. Nog een avond in het teken van woorden en muziek en de volgende dag terug naar huis.

Ricco van Nierop