05. Americana2 |
Kathleen Edwards wist twee jaar terug Americana-liefhebbers te ontroeren met haar debuutplaat, Failer. Gezien de toegankelijke country-rock van de dame is dat niet verwonderlijk. Wel als je haar uitgesproken zeurstem hoort. Edwards is terug, en wel met een rauwe plaat. Van Cathy Rivers had nog niemand gehoord, maar ze klinkt zoals ze er op haar hoes uitziet; rokerig. Kathleen Edwards – Back to meHet tweede album van de Canadese Kathleen Edwards heet Back to me. In de eerste songs bijt ze goed van zich af. In State gaat over het soort exen dat misschien verandert als ze een tijdje in de bak komen: ‘Maybe 20 years in state will change your mind.’ Alsof het een prequel is van haar Six o’clock news van twee jaar terug, waarin ze nog hoopte op een snelle terugkeer van haar criminele geliefde. De titeltrack Back to me weet Kathleen allerlei manieren te bedenken waarop ze haar geliefde kan manipuleren, zover dat hij terug zal komen, als ze dat zou willen. Na deze typische country-rock uptempo songs, neemt ze gas terug. Pink Emerson radio is een stilleven, waarin Edwards een kamer vol oude spullen beschrijft. Als het stilleven verstoord wordt door de schreeuwende buren, blijft Kathleen rustig zingen waarom de kamer in de fik staat: ‘There’s no time to waste, there’s no time to wait.’ Haar laconieke manier van zingen maakt de situatie schrijnend. In de songs die volgen gaat het niet echt veel beter met Kathleen Edwards. Ze heeft nog maar weinig geld, ze zit in een stadje waar iedereen ergens anders wil zijn, waarin niets verandert behalve de lijnen in je gezicht, een volgende ex vindt haar nog steeds leuk, maar enkel in herinnering - die verschrikkelijke herinnering ook altijd - en tot slot weet ze niet wie te bellen, wie te schrijven. Tel bij al deze treurnis de zeurderige stem van Edwards op en een normaal mens wordt er depressief van. Ik zie echter in de verre omtrek geen normaal mens en vraag me daarom af waarom Edwards toch fascineert. Misschien is het omdat ze als een sociaal-realistische schilderes het leven in verlaten steden beschrijft. Per song zoomt ze in op scčnes waarin niet veel gebeurt, behalve dat er wordt getreurd. Maar dan wel getreurd in een vakkundig uitgewerkt decor. De kleine stadjes van Canada komen goed uit de verf. Specifieke elementen (een bushalte, een huis, een la vol spullen, een radio) geeft ze meerwaarde door deze te koppelen aan een gevoel. Om het persoonlijker te maken, zet ze zichzelf telkens ook ergens in het plaatje. Soms wat achterin als observator, en soms op de voorgrond als lijdend voorwerp en onderwerp tegelijk. Cathy Rivers - AscenciónOok Cathy Rivers, uit Tucson, Arizona, komt met een tweede plaat. Niet dat haar eerste cd, Bleached uit 2003, of zelfs haar naam mij bekend waren. Ascención is een minicd (6 nummers), waarvan de hoes meer zegt over haar muziek, dan ik met deze 200 woorden voor elkaar kan krijgen. Toch maar een poging gedaan. In Western wind weet het weer de rokerigheid van Cathy’s stem niet weg te waaien. De rootsrock blijft stemmig in de stijl van Calexico. Holiday song is zo’n song die je maar een keer per jaar hoort en daar gaat ook het liedje over: ‘A sad Christmas song, a record that won’t get played until the holidays’. Desolation is ondanks het onderwerp (treurigheid alom) een stevige vrolijk stemmende song, waarin Rivers snauwend zingt en daarmee een regelrechte imitatie van Fleetwood Mac’s Stevie Nicks neerzet. Maar op Out of my head is Nicks verdwenen en zingt Cathy lekker sloom. Met de echoënde gitaren doet de song sterk denken aan The Cowboy Junkies. In het broeierige Soul sick gaan de stem van Cathy en een viool een duet aan, met goed resultaat. De cd sluit af met Tennessee Gentleman, een lange en langzame blues. Ascención - in de vertaling Hemelvaartsdag, enigszins vreemd met die kerstsong erop - galmt, rockt, rookt, ruikt en riekt naar rootsrock. Cathy River maakt geen originele muziek, maar heeft wel degelijk een oorspronkelijke stem. Ricco van Nierop |