2: Sloomcursus Ani n.a.v. laatste wereldplaat |
|
Liefhebbers van Ani di Franco kunnen deze recensie overslaan. Zij krijgen bevestigd wat ze al dagen uit hun speakers horen: Ani heeft weer een geweldig album gemaakt. Haters van Ani’s muziek hebben vast deze derde zin niet eens bereikt. Twijfelaars dienen nu te stoppen met lezen en hier en nu te beginnen met luisteren en te eindigen met de plaat in huis te halen. De lezers die ik nu nog niet heb weggejaagd, zijn de geïnteresseerde Ani-leken, tegen wie ik het volgende te zeggen heb; ‘Welkom beiden, waar zijn jullie in Ani’s naam de afgelopen jaren geweest?’ Wat een genot, om Di Franco nog te mogen ontdekken. Een onontgonnen terrein van een 15 tal jaren en nog een groter aantal albums. Allemaal interessant, de meeste meer dan dat en enkele briljant. Di Franco startte met een basiskennis aan folk en punk, maar wist haar terrein te verbreden met blues-, rock- en jazzinvloeden. Honderden songs, voorzien van niet mis te verstane teksten over de binnen- en de buitenwereld. Muzikaal en tekstueel heeft ze zich ontwikkeld tot de perfecte singer-songwriter, de chicksinger pur sang. Met als voorlopig hoogtepunt haar laatste album Knuckle down. Een spoedcursus zit er niet in bij dit onderwerp. Natuurlijk kun je haar laatste plaat een tig keer beluisteren of een slimme keus maken uit haar voorgaande werk. Maar overhaasten helpt niet. Neem de tijd om een album te leren kennen. Wees niet direct teleurgesteld na een eerste draaibeurt. Je mag de plaat gerust een paar dagen ongedraaid laten. Als je na enkele Alanisalbums weer genoeg moed hebt verzameld, vallen vast de eerste woorden en noten op hun plek. Alleen al het woordenboek Engels–Nederlands wil soms verheldering geven. Ja, Ani di Franco is een moeilijk artiest, één die aandacht vraagt. Verwacht geen na-één-keer-beluisteren-al-meezingen-liedjes. Vanwege de melodie én vanwege de teksten kun je dat vergeten. Op Knuckle down meer persoonlijke teksten en minder politieke pamfletten in vergelijking met de voorgangers Evolve en Educated guess. Ze zingt over relaties, waarbij ditmaal vooral die met haar ouders centraal lijkt te staan. Studying stones is daarvan het mooiste voorbeeld. De muziek is stemmig te noemen door de begeleiding van violen en de tweede stem van Noe Venable. Geheel passend bij de tekst over ouders, opgekropte gevoelens en leren omgaan met beiden. Het refrein is te mooi om niet te citeren. Overigens vult Ani di Franco mijn citatenboek met vele scherpgeformuleerde zinnen en zelfs met hele coupletten en refreinen tegelijk. Een ervaring die ik enkel herinner uit de betere Elvis Costello-tijd.
'course numb is an old hat Je zou bijna denken dat Di Franco ouder wordt. De tijd die verstrijkt en de gevolgen daarvan komen meermaals naar voren. In het, meer gesproken dan gezongen, Parameters komen dromen en nachtmerries van de afgelopen 33 jaar voorbij. In Paradigm keert ze terug naar haar jeugd toen ze met haar ouders, die als immigranten hun democratische plicht deden, gezellig samen campagne voerden. Wat de tijd heeft aangericht weet ze mooi te verwoorden:
but i suppose like anybody De metaforen die ze gebruikt om te verhullen en te verfraaien, werken verhelderend. Zeker als Di Franco ook nog eens met duidelijke voorbeelden komt. De rustig voortstuwende song Callous (‘ongevoelig’) handelt over voorbije relaties, alleen zijn, inzicht en de wil om te veranderen. In het refrein geeft ze enkele voorbeelden van hoe een doel niet te bereiken is, en voorafgaande daaraan een metafoor voor het vinden van de juiste focus:
just keep looking at the triangle
but you can't will yourself happy Over haar teksten op Knuckle down kan ik nog wel even doorgaan. Over naar de muziek. In feite is die het best te omschrijven naar aanleiding van de titeltrack Knuckle down (hier te beluisteren). Deze start met gitaarwerk die te beschrijven is als fingerpicking folkpunk of akoestische breakbeats. Het vakkundig beplukken en bespelen van haar gitaar geeft een opgehaast gevoel aan de muziek. Daaroverheen zingt ze gedreven, daarbij haar stem af en toe verbuigend. Geregeld benadrukt ze woorden of frasen door deze stotterend te zingen (bijvoorbeeld aan het begin van het laatste couplet; ‘dusty old dust’) of door er een tweede stem onder te zetten, die klinkt als door een fluistermegafoon. Allemaal typische Di Franco-dingetjes, die ze in de loop der jaren heeft ontwikkeld. De enige muzikale vernieuwing (toch ook een typisch Ani-dingetje) is de perfectionering van haar al bekende stijl. Dit levert samen met de sterke teksten het meest uitgebalanceerde album uit haar carrière op. Ani di Franco en haar medeproducer Joe Henry hoeven niet toe te geven aan hun bescheidenheid (‘I gotta knuckle down / Be ok with this’) maar kunnen meer dan tevreden zijn. Ricco van Nierop |
|