21. Lief, leuk en aardig;
eigenzinnige Americana |
|
Americana is een overkoepelende term voor roots, blues, folk, country en alle crossovers daartussen. Muziek bestemd voor de ouwe lullen onder ons die niet meer elke hype volgen én voor de jonge pikkies die ineens een echt liedje ontdekken. Net als bij elk muziekgenre ook hier veel fabriekswerk (met als bekendste product: Shania Twain) rechtstreeks geïmporteerd vanuit Nashville. Maar aan de randen van het genre doen singer-songwriters eigenzinnig hun ding. Zoals Feist, Tift Merritt en Angela McCluskey deze week in Chicksinger. Lief: Feist De Canadese Leslie Feist komt op haar cd Let it die direct al lief binnen met Gatekeeper. Begeleid door een sloom slaggitaartje zingt ze over het lengen der dagen of juist het korten der dagen, al naar gelang welk seizoen het is. Op Mushaboom iets meer begeleiding, waardoor de vrolijkheid ook iets aanwakkert, zonder de lieflijkheid te ontstijgen. Opvallend genoeg komt de zangeres uit dezelfde scène (Broken Social Scene) als Gonzales en Peaches. Artiesten waar deze cd muzikaal mijlenver van staat. One evening is net als de BeeGees-cover Inside and out softe jaren ’70 pastiche, waarbij de naam Lori Spee zich in mijn geheugen up-popt. Door gebruik van ultieme laidback-jazzy instrumenten als orgeltjes, xylofoons, knippende vingers en de haast gefluisterde stem, doen sommige tracks juist weer denken aan de pop-jazz van de jaren ’80 (denk: Style Council’s, DC Lee of Sade, Basia, Nadieh). Hoewel haar eigen songs genoeg potentie hebben, is de Ron Sexsmith-cover Secret heart veruit de sterkste track van het album. Softe muziek is van alle tijden, zo blijkt maar uit de twee slotnummers die klinken als filmliedjes uit de jaren 50; onbekommerd, warm en vooral erg lief. Leuk: Tift Merritt Altijd leuk: het cd-boekje lezen op zoek naar bekende namen. Genoeg leuke vindplaatsen in het boekje van Tift Merritt’s cd Tambourine. Mike Campbell en Benmont Tench van Petty’s Heartbreakers met hun gitaren en orgels, Neal Casal op gitaar, George Drakoulias achter de knoppen, Jayhawk Gary Louris in het koortje samen met Maria McKee. Een bezetting die nogal doet denken aan die van een gemiddelde McKee-plaat. De McKee die Tift Merritt in haar dankwoord terecht ‘The Fabulous’ noemt. Dat is natuurlijk vragen om een vergelijking. Een vergelijking die wel mank moet gaan, gezien dit pas Merritts tweede album is en McKee al twintig jaar meedraait. Muzikaal staat Merritt wel in het verlengde van haar idool. Ergens ter linkerzijde van de country, vanuit een commentaarpositie, zodat ze nergens geheel opgezogen wordt door de Nashville-scene. Maar wel dichtbij genoeg, zodat ook mooie gebrokenhart-liedjes tot de mogelijkheden behoren. Zoals Plainest thing of Laid a highway. Toch blijft vanuit diezelfde commentaarpositie het omliggende rock&roll-landschap te zien. Met als resultaat veel lekkere up-beat r&r-liedjes; netjes afgerond en goed gespeeld. Your love made a U-turn en Tambourine blijven daarvan het meest hangen. Tift heeft geen uitgesproken stem, zoals – in hetzelfde genre - bijvoorbeeld Ilse de Lange die heeft of McKee. Haar stem is gewoon één van de instrumenten die in samenspel met de rest een leuke plaat oplevert met vrolijke country & roll. In die zin goed vergelijkbaar met de eerder dit jaar uitgekomen coverplaat van de Nederlandse Ricky Koole. Tift Merritt is nog lang niet eigenzinnig genoeg om een tweede McKee genoemd te worden. Maar zolang Maria blijft zingen is dat ook nergens voor nodig. Aardig? Meer dan aardig!: Angela McCluskey Als Angela McCluskey begint te zingen hoor ik de knauwende stem van Macy Gray. Angela zingt echter geen doorgedraaide funk, maar doorgedraaide rock. De bedankjes op de hoes gaan uit naar REM, met wie ze nu op toer is, Leona Naess, Ricky Lee Jones en Cyndi Lauper. Aardig gezelschap voor deze van oorsprong Schotse dame die in de USA haar solodebuut opnam. Eerder bracht ze al enkele platen uit met de groep The Wild Colonials. Gezien de songs vol strijkers, de kleingemaakte grote emoties en de aparte stem is de vergelijking met Lauper niet zo vreemd. En niet zozeer de Lauper van die paar hits, maar de Lauper van enkele zeer geslaagde albums. Angela McCluskey krijgt op The Things we do hulp van ex-Shudder to think-lid Nathan Larson, die ook verantwoordelijk was voor de muziek van de films Storytelling en Dirty pretty things. Misschien dat dat de goed uitgekiende balans verklaart, die er is tussen het forse instrumentarium en de intieme verhaaltjes. Long live I is daar een goed voorbeeld van. Begeleid door simpele piano en bas zingt ze over haar eigen hiernamaals. En als ze aan de conclusie toe is: but if I die, long live I, dan zwellen de strijkers aan. Love is stronger than death, een song geschreven door Matt Johnson van The The, kent de combinatie van akoestische instrumenten (piano, gitaar, strijkers) en stemvervormers en samples die niets met Americana-rock te maken heeft en eerder aan The The of Portishead doen denken. The things we do van Angela McCluskey is met recht één van de interessantste albums van het jaar. Met de koptelefoon op z’n hardst verpest ik, door de kamer springend, mijn oren en gil, met de stem van Katherine Duck, het prijsnummer Know it all: Oh, God you’re reading Albert Camus |
|