Een nieuw geluid of de bekende sound? Artiesten die al jaren cd na cd maken, hebben het maar moeilijk. Gaan ze op de ingeslagen weg voort, of proberen ze iets volslagen nieuws. Camera Obscura gaat gelukkig op de vertrouwde voet verder. De Indigo Girls verlaten de commerciële sound van hun vorige plaat om weer gewoon als de Indigo Girls te klinken. Nina Persson van The Cardigans probeert voor de tweede keer iets nieuws met haar soloproject A Camp. En ook PJ Harvey keert, na een rustige vorige cd, weer terug naar de rauwere sound.
Camera Obscura – My Maudlin Career
Let’s get out of the country heette het vorige album van Glasgow-band Camera Obscura. Dankzij het hitje ‘Lloyd, I’m ready to be heartbroken’ brak de band na tien jaar eindelijk in 2006 door. Ondanks dat was ik Traceyanne Campbell en haar mannen toch weer geheel vergeten tot dit jaar hun vierde cd opdook. Met de Morrissey-achtige titel My Maudlin Career (maudlin – ‘tranentrekkend emotioneel’ oid) zet CO de toon. De cd staat vol gebroken harten, verloren liefdes en tragische verhalen. Ondanks dat die tragiek – net als op hun laatste album – ondersteund wordt door een behoorlijke berg strijkers, klinkt de cd wel aangenaam en soms zelfs vrolijk. Naast de heerlijke opener ‘French Navy’, valt vooral de track ‘James’ op, een liefdesbetuiging aan het adres van James Dean. Aangezien hun vorige cd een groeiplaat was, en Maudlin nog maar net in mijn speler draait, verwacht ik nog enige stijging in waardering. Voorlopig is de nieuwe Camera Obscura net iets minder voortreffelijk dan de oude Camera Obscura.
Indigo Girls – Poseidon & the bitter bug
Na 18 jaar stopte in 2005 het contract dat het duo Amy Ray en Emily Sayers had met Epic Records. Vervolgens tekende ze bij het Disney-label Hollywood Records voor vijf nieuwe albums. Na slechts één cd (Despite our differences, 2007) werden ze daar weer gedumpt. Vreemd eigenlijk, want de Indigo Girls hebben al jaren een enorme fanbasis, dat ene album klonk behoorlijk commercieel en ze hadden een hitje met Pink. Hun jongste cd komt dan ook in eigen beheer uit. Enkel voor de distributie-kant hebben de dames partners gevonden. Muzikaal klinkt Poseidon & the bitter bug heel vertrouwd. De samenzang, de folk-rockbasis, de persoonlijke, maar tegelijk universele en maatschappijkritische teksten. Een track als ‘I’ll change’ gaat over de durf die nodig is om vergiffenis te vragen. Heel persoonlijk, en zelfs wat obligaat: ‘One day I’ll change, you’ll be the first one that I’ll call. I owe you an apology, to many thanks, and that’s not all’, maar dan sluiten ze af met het veel minder obligate, maar originelere: ‘I’d been running long, before i learn to crawl’.
10 songs bevat het album, maar dan twee keer. Want naast de rock-versies (geproduceerd door alt-folk-rock-veteraan Mitchell Froom) komen alle songs terug op een akoestische tweede cd. Op die tweede plaat hoor je wat hun sound uniek maakt: samenzang en songkwaliteit. De rockversies voegen met hun arrangementen extra dimensie toe, die maar af en toe voor betere versies zorgt. Alhoewel het volgens mij andersom bedoeld is, is dit een perfect akoestische Indigo Girls-plaat, met een leuk band-cd-tje erbij.
A Camp – Colonia
Tussen twee succesvolle Cardigans-albums in, verscheen in 2001 het solodebuut van zangeres Nina Persson onder de naam A Camp. Nu, acht jaar later en vier jaar na een niet-bijster succesvol Cardigans-album is Persson terug. Alleen. Althans, ze neemt gitarist/zanger Niclas Frissk (van Atomic Swing) en haar man, Nathan Larsson, mee. Larsson was in de jaren ’90 gitarist van Shudder to Think en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot één van de belangrijkste filmmuziek-componisten (Lily 4ever, Palindromes, August). Ik vond haar vorige A Camp-cd prima binnen het Cardigans-spectrum passen. Natuurlijk is er de zeer herkenbare stem (en het bijbehorende Scandinavische Engels) van de zangeres zelf. Maar ook muzikaal klopt het. The Cardigans maken al jaren aangename pop, die tussen de artificiële camp en de alternatieve gitaarmuziek in manoeuvreert. Soms een beetje meer naar de ene kant, dan weer meer de andere kant op. Op haar tweede solo-ding blijft Nina precies tussen de perfecte pop en de alternatieve rock in. Dat levert, zoals gewoonlijk, een behoorlijk leuke cd op, met wat vullertjes en enkele uitschieters. De single ‘Stronger than Jesus’ en de track ‘My America’ (jaren ’80 USA-pop met saxofoon en keyboards) zijn de hoogtepunten. A Camp of Cardigans, het maakt niet uit, met Nina maakt het mooi geluid.
PJ Harvey & J Parish – A woman, a man walked by
Was dat even wennen in 2007. PJ had haar gitaar verkocht en van de opbrengst op marktplaats een goedkoop pianootje op de kop getikt. White Chalk was het zeer rustige resultaat. Maar de ‘Shee-la-na-gig’-schreeuwster uit het begin van haar carrière is nog niet helemaal verdwenen en gelukkig bleek vriend, producer en mede-muzikant John Parish nog wel een gitaar te hebben liggen. Als producer werkten de twee al vaker samen, maar dit is pas de tweede keer dat ze samen als muzikanten op de voorkant van de cd staan. In 1996 verscheen Dance Hall at Louse Points en nu is er A woman, a man walked by. Een zeer divers album, om niet te zeggen: onrustig album. Stemmingswisselingen lijken de twee muzikanten gedreven te hebben tot zeer ruige alternatieve rommelgrunge (‘Pig will not’) en tot gespannen ballades (‘Passionless, pointless’). Het meest geweldige liedje is ‘Sixteen, Fifteen, Fourteen’, waarop Harvey klinkt als Patti Smith begeleidt door 16 Horsepower. Ondanks dat de rustige rock van Uh-hu-her en de sferische piano-muziek van White Chalk mij bevielen, ben ik blij dat Polly Jean Harvey terug is bij de onrust.
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.