• Titel: Charlie Wilson's War
  • Regie: Mike Nichols
  • Cast: Tom Hanks, Philip Seymour Hoffman, Julia Roberts
  • Datum bespreking: 10 Februari 2008

Lachen met inhoud


Politieke films zijn in Hollywood alweer een tijdje terug van weggeweest. Of het nu drama’s zijn over de gevolgen van oorlog of historische bespiegelingen die aantonen dat Amerika opnieuw in oude fouten vervalt, één ding hebben zij allen gemeen: het zijn serieuze producties over een serieus onderwerp. Dat het ook anders kan, toont Charlie Wilson’s War aan. Deze satirische komedie verhaalt over de onwaarschijnlijke invloed die drie Amerikanen hadden op de Russische oorlog in Afghanistan en heeft daarbij net zoveel te zeggen als zijn minder luchtige broertjes en zusjes. Belangrijkste verschil: hier mag ook nog gelachen worden!

Titulair personage Charlie Wilson (gespeeld door Tom Hanks) is een op papier verwerpelijk mannetje. Zo heeft hij als congreslid z’n kantoor volgepropt met medewerksters die bijna uit hun nietsverhullende bloesjes barsten en steekt hij meer tijd in feesten, drank, drugs en vrouwen dan in het stemmen over politieke issues. Hij is, kortom, niet per se de verpersoonlijking van het politieke ideaal. Desondanks zul je als rechtgeaarde bioscoopbezoeker tegen het einde van de film stiekem een beetje van hem zijn gaan houden.

Die onverwachte sympathie komt voort uit de oprechte en tegelijkertijd naïeve manier waarop Charlie zich het lot van het Afghaanse volk aantrekt. Beetje bij beetje raakt hij – tussen feestjes en schandalen door – steeds meer overtuigd dat de Afghanen hulp nodig hebben in hun strijd tegen het Rode Gevaar. Uiteindelijk besluit hij daarom eens écht wat te doen met zijn macht en zo weet hij, op een manier die ongeloofwaardig zou zijn als het niet op waargebeurde feiten was gebaseerd, vrijwel ongemerkt het budget voor de clandestiene militaire hulp in Afghanistan te verhonderdvoudigen (!).

Charlie wordt bij zijn missie geholpen (of wellicht: gemanipuleerd) door de ultrarechtse rijke dame Joanne Herring (gespeeld door Julia Roberts) en de op het eerste gezicht onbelangrijke, opvliegerige CIA agent Gust Avrakotos (een uitmuntende rol van Philip Seymour Hoffman, waarvoor hij terecht een Oscarnominatie kreeg). De afloop van dit alles is bekend uit de geschiedenisboeken: de Russische campagne in Afghanistan liep dankzij de extra Amerikaanse steun uit op een mislukking.

Toch – zo weet de kijker – is dit succes slechts schijn. De verdrijving van de Russen zorgde tenslotte niet alleen voor een belangrijke winst in de koude oorlog op de korte termijn, maar vooral ook voor de opkomst van de Taliban op de langere. Gelukkig waagt Charlie Wilson’s War zich niet aan makkelijke preken. Het script wordt verfrissend genoeg nergens belerend en toont vertrouwen in de intelligentie van de kijker om zélf de ironie in deze historische gebeurtenissen te ontdekken.

Het feit dat een film met dit onderwerp een satirische komedie is geworden en geen drama, is in eerste instantie misschien verrassend. Die verrassing is echter al minder groot als we de naam van de scriptschrijver zien. Aaron Sorkin (die hier overigens een boek bewerkte en dus geen origineel script schreef) was het belangrijkste creatieve brein achter The West Wing, de bekende Emmy-award winnende serie over het leven in het Witte Huis. Kenmerken van de stijl van Sorkin? Makkelijk van de tong rollende spitsvondige dialogen, die met gevoel voor ironie en humor gebracht worden, zonder daarbij de ernst of intellectuele uitdaging in de politieke arena uit het oog te verliezen. Het mag voor de liefhebber dus geen verrassing zijn dat ook de hoofdrolspelers in Charlie Wilson’s War veel opvallend leuke zinnen mogen uitspreken, die de kijker regelmatig tot een gulzige lach zullen weten te verleiden.

Uiteindelijk wordt de oorlog van Charlie Wilson gevoerd op basis van sterke dialogen, goede acteerprestaties en een efficiënte vertelwijze die we nog maar zelden tegenkomen (de film duurt ‘maar’ anderhalf uur). Koppel daaraan de geslaagde grappen en het verfrissend gebrek aan zendingsdrift en de conclusie is duidelijk: deze oorlog loopt – althans in de bioscoopzaal – uit op een klinkende overwinning.

George van Hal