‘You gotta have the balls to change’ meldt acteur en voormalig voetballer Vinnie Jones aan het begin van album nummer drie van Joss Stone. Naast dit statement heet die plaat ook nog eens ‘Introducing Joss Stone’. Terwijl iedereen weet wie Joss Stone is. Dat blanke Britse meisje met die superstrot waardoor ze als een oude zwarte soulmadam klinkt. Dat meisje dat op haar 17e al twee succesvolle en kwalitatief hoogstaande albums maakte met ouderwetse, maar tegelijk modern klinkende soulmuziek. Vanwaar dan die behoefte tot verandering? De behoefte je opnieuw aan je publiek te presenteren? Misschien omdat de 19-jarige zangeres nog steeds maar net bezig is?
The Soul Sessions (2003) stond nog vol met echte oude soulsongs. Op Mind, body & soul (2004) hadden die plaats gemaakt voor, merendeels door Stone geschreven, moderne soul- en popsongs. The Soul Sessions was tijdens de opnames voor Mind, body & soul ontstaan. Samen met een stel oude sessiemuzikanten werden er wat klassiekers doorheen gejast met zo’n goed resultaat dat de coverplaat als eerste werd uitgebracht. Mind, body & soul beschouwde de zangeres daarom als haar echte debuut. Maar gezien de titel van haar derde plaat heeft ze alweer een debuut gemaakt.
Het belangrijkste muzikale verschil met haar vorige plaat is dat Joss Stone iets meer naar de pophoek is opgeschoven. De echte verandering moet dan toch gezocht worden in haar teksten. Maar ook op dit album bezingt Joss nog immer de liefde met haar ups & downs. Het verschil zit in de zangeres zelf; ze is 19 en geen 16. Al blijft het jong, ze is ouder en heeft vast meer meegemaakt. De verliefdheid en het liefdesverdriet waarover ze zingt, hebben zo meer zeggingskracht gekregen.
Introducing Joss Stone is dus geen hernieuwde kennismaking, gewoon een logisch vervolg op het voorafgaande. De plaat zit strak ik elkaar, kent twee overbodige soulballads met strijkers (‘Tell me what we’re gonna do’ en ‘What were we thinking’) maar gelukkig een hoeveelheid aan funky nummers waar Joss zich vocaal op kan uitleven (‘Tell me ‘bout it’, ‘Put your hands on me’, ‘Bad Habit’ en ‘Baby baby baby’). Joss Stone heeft, voor de derde keer, een prima debuutplaat afgeleverd.
Macy Gray, Miss Helium Voice voor intimi, oftewel de funky soulzangeres met freaky stem en dito haar is terug van jaren feesten. Tussen 1999 en 2003 maakte ze drie albums met vrolijke funk, maar vervolgens werd het stil. Althans wat betreft nieuwe muziek. Er verscheen nog een verzamelalbum en een dubbele liveplaat. Daarnaast had Gray rolletjes in tv-series en films. Maar gelukkig voor de liefhebbers is ze toch weer de studio ingedoken en eruit gekomen met nieuwe, ouderwets klinkende songs.
Big heet album nummer vier en Macy Gray doet geen moeite zich opnieuw te presenteren. Ze pakt groots uit met min of meer dezelfde sound als voorheen. Liefhebbers van On how life is (1999), The id (2001) en The trouble with being myself (2003) kunnen opgelucht ademhalen. Gray wisselt nog steeds freaky feestmuziek met laidback souljazztunes af. De teksten zijn fantasievol en over the top en haar stem is er niet beter op geworden (wat een goed teken is).
Dat ze de hulp heeft ingeroepen van de beste producer van het moment (Will.I.Am) en dat Natalie Cole, Fergie en Nas meedoen kan de Chicksinger weinig schelen. Zolang Macy Gray maar laat horen goed naar Prince en George Clinton te hebben geluisterd toen die hun meest doorgedraaide p-funk liedjes maakten, hoor je hem niet klagen.
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.
Verder lezen op de Recensent: