• Auteur: Gerard Reve
  • Titel: De avonden
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • ISBN: 9023416481
  • Oorspronkelijke datum bespreking: 13-12-2005
  • Datum bespreking: 9 April 2006

De 'dragelijke' kaalheid
van het bestaan


Lees de eerste 305 woorden uit het boek De avonden van Gerard Reve. Of luister naar de eerste drie minuten van het, door Reve zelf ingesproken, luisterboek De avonden. Of, zo u wilt, bekijk de eerste pagina van het door Dick Matena getekende beeldverhaal De avonden. En ontdek meerdere kenmerkende elementen die het boek tot een klassieker van de eerste orde hebben gemaakt:

Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte. Hij keek op zijn lichtgevend horloge, dat aan een spijker hing. ‘Kwart voor zes,’ mompelde hij, ‘het is nog nacht.’ Hij wreef zich in het gezicht. ‘Wat een ellendige droom,’ dacht hij. ‘Waar ging het over?’ Langzaam kon hij zich de inhoud te binnen brengen. Hij had gedroomd, dat de huiskamer vol bezoek was. ‘Het wordt dit weekeind goed weer,’ zei iemand. Op hetzelfde ogenblik kwam een man met een bolhoed binnen. Niemand lette op hem en hij werd door niemand begroet, maar Frits bekeek hem scherp. Opeens viel de bezoeker met een zware bons op de grond.
‘Was dat alles?’ dacht hij. ‘Wat gebeurde er verder? Niets, geloof ik.’ Hij sliep weer in. De droom ging voort, waar hij was opgehouden. De man lag, met de bolhoed over zijn gezicht gedrukt, in een zwarte doodskist, die in een hoek van de kamer op een lage tafel stond. ‘Die tafel ken ik niet,’ dacht hij, ‘zou die geleend zijn?’ Hij keek in de kist en zei luid: ‘Daar zitten we in ieder geval morgen nog mee opgescheept.’ ‘Dat hoeft niet,’ zei een man met een kaal hoofd, een rood gezicht en een bril, ‘wedden dat ik de begrafenis nog op vanmiddag twee uur geregeld kan krijgen?’
Hij werd opnieuw wakker. Het was twintig minuten over zes. ‘Ik ben al uitgeslapen,’ zei hij bij zichzelf, ‘daarom word ik zo vroeg wakker. Ik heb nog een flink uur.’
Hij sluimerde langzaam in en trad voor de derde maal de huiskamer binnen. Er was niemand. Hij liep op de kist toe, keek erin en dacht: ‘Hij is dood en begint te bederven.’

Getuige de eerste zin en bijvoorbeeld het ‘Die tafel ken ik niet’ heeft de schrijver oog voor detail. Details die vaak de lulligheid ten top zijn, maar precies het perspectief van hoofdpersoon Frits weergeven. In diezelfde eerste zin wordt Frits opgevoerd als een schelm uit een schelmenroman, dat het geen held is in de stoere betekenis blijkt al snel genoeg. Tekenaar Dick Matena gebruikte niet voor niets alle tinten grijs en zwart om de wereld van deze ‘held’ weer te geven. Held Frits is vooral een observator (‘Frits bekeek hem scherp’) van zijn omgeving, die vervolgens deze omgeving van somber commentaar voorziet in zijn gedachten. Monologue intérieur is de literaire term. Want vooral de gedachten van Frits maken De avonden tot een zeer genietbare klassieker. Juist omdat zijn commentaar niet enkel somber is, maar ook humoristisch en zwartgallig. Zoals in het bovenstaande citaat te lezen valt, gaat hij in zijn dromen gewoon verder met observeren, denken en commentaar leveren.

De dromen op zich vormen ook een terugkerend element in het boek. Aan het slot van de meeste hoofdstukken (en daarmee de dagen) stapt Frits, na zichzelf grondig in de spiegel te hebben geobserveerd, in bed en raakt hij al snel verzeild in een bizarre droom. De dromen zijn een mix van wat hij meemaakt en hoe (zwartgallig en somber natuurlijk) hij over zaken denkt.

Zijn eerste droom begint met een huiskamer vol bezoek. Het boek beschrijft de laatste tien dagen van 1946, waarvan voornamelijk de avonden voorbijkomen. Frits gaat veel bij kennissen op bezoek en ergert zich aan iedereen. Opvallend genoeg gaat hij toch telkens weer bij mensen langs. Dit komt niet in eerste instantie omdat hij zich graag ergert, maar omdat hij weg moet, omdat hij niet thuis kan blijven. Thuis, dat betekent: zijn vader en moeder. Moeder, van wie hij telkens kolen moet halen en vader, die winden laat zonder dat iemand die nodig heeft. Kortom, om zich te ergeren hoeft hij het huis niet uit.

Toch heeft hij ook plezier, met anderen en met zichzelf. Als hij verhalen vertelt en aanhoort over zijn favoriete onderwerpen: ziekte, verval en dood. Opvallend aan de eerste bladzijde is bijvoorbeeld de aanwezigheid van de kale man in de droom. Kaalheid komt in de opvolgende 200 bladzijden wel heel vaak ter sprake. In zo goed als alle gevallen is Frits daarvoor verantwoordelijk. Aan Jan en alleman vraagt hij hoe het met hun haargrens is gesteld en voorspelt hij dat het snel zal verslechteren. Kaalheid staat in zijn beleving niet enkel voor ouderdom of ziekte, maar voornamelijk voor verval. Daarnaast heeft hij meestal niet zo snel een ander gespreksonderwerp voor handen en wil hij geen stiltes laten vallen.
Zijn somberheid, zijn voorkeur voor verhalen over ziekte en zijn ergernissen werken uitermate op de droge lachspieren. Het ‘Daar zitten we in ieder geval morgen nog mee opgescheept’ en ‘Hij is dood en begint te bederven’ van de eerste bladzijde zijn daar slechts minieme voorbodes van. De stijl van Gerard Reve, zijn gevoel voor humor en ironie zijn op uitermate vakkundige wijze samengebracht in deze wintervertelling.
De avonden sloeg in 1947 in als een bom. Het boek werd een generatieroman genoemd over de beklemmende naoorlogse tijd. Dat de oorlog in bovenstaand fragment niet voorkomt is geen toeval. In het hele boek wordt maar zelden aan de zojuist afgelopen wereldoorlog gerefereerd. Juist dit niet-noemen geeft aan hoe beklemmend de tijd moet zijn geweest. Schrijver K. Schippers verwoordde het als volgt: “Maar als ik het boek herlees is die oorlog voor mij op iedere bladzijde aanwezig.” Toch is het boek ook prima te lezen los van de schaduw van de oorlog. Dat blijkt wel uit de navolging die Reve heeft gehad door zijn stijl, humor en zwartgalligheid bij bijvoorbeeld schrijvers als Heere Heeresma, Frans Kellendonk, Herman Brusselmans en Arnon Grunberg of een filmer als Alex van Warmerdam (zijn film Abel is zwaar schatplichtig aan De avonden). Zoals in de Engelstalige literatuur nieuwe romans altijd weer gerelateerd worden aan J.D. Sallinger’s The Catcher in the Rye, zo geldt De avonden geheel terecht als de standaard in de Nederlandse letteren van de afgelopen 60 jaar. Reve zou in de jaren 60 en 70 uitgroeien tot een controversiële katholieke homo en een schrijver van mooie brievenboeken. Wat Reve vooral is, en dus ook al in 1947 bij het uitkomen van deze wintervertelling, is een groot en begenadigd stilist.

Laat niet weer een jaar voorbij gaan. Grijp de 22e december aan en lees, bekijk of luister vanaf dan elke dag een hoofdstuk. De klassieker De avonden komt tot je als boek, als beeldverhaal of als luisterboek, door de meester zelf in je oor gefluisterd. Leef een dag mee met de held van deze geschiedenis, Frits van Egters. Dit zullen de tien eenzaamste, ondraaglijkste, kale dagen van je leven worden. Maar tevens zul je tien dagen vrolijk zijn, met een droge en zwartgallige glimlach op de lippen. Je zult het verschil tussen een bulder- en een schaterlach leren kennen. Zodat je op 31 december aan het eind van deze wintervertelling, met Frits kunt concluderen dat het niet voor niets is geweest.

Ter afsluiting de laatste 65 woorden uit het boek, of de laatste voorgelezen halve minuut, of, zo u wilt, het laatste blad met Matena-tekeningen:

‘Alles is voorbij,’ fluisterde hij, ‘het is overgegaan. Het jaar is er niet meer. Konijn, ik ben levend. Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.’
Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven.’ Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.

Ricco van Nierop

Meer Stukgelezen boeken, zie: Overzichtspagina