& vannacht droomde ik dat ik weer kon lopen
Ha!, kan iemand denken. Ha! Want je had pas nog aan ze gedacht. Je Oostenrijkse vriendjes van chmafu. Bestaan ze nog, leven ze nog, doen ze nog. Dacht je. Vroeg je. Dacht je en vroeg je allemaal. En je ging naar de website. Je ging naar de website die dag. Je ging naar de website op een dag dat het regende, en de kinderen waren naar school, en je luisterde naar The Dead C. Want soms is er niets beters dan te luisteren naar The Dead C. Je had wat genuttigd, ergens tussen ontbijttijd en lunchtijd had je wat genuttigd want op ontbijttijd en op lunchtijd nuttig je meestal niets. Een roerei op een geroosterd broodje had je genuttigd, ergens tussen ontbijttijd en lunchtijd want op ontbijttijd en lunchtijd nuttig je meestal niet. Een kopje koffie had je daarbij gedronken, sterk en zwart en heet en dan zat je daar maar en je dacht aan je Oostenrijkse vriendjes van chmafu en je ging naar de website. En je keek en je zag dat er een nieuwe Damn! uit was. Freistil-samplerinnen 4 + 5, dat was uit nu, dat stond nu op de website en hmm dacht je. Misschien moest je dat bestellen, dacht je en hmm dacht je want je was gewend alles van chmafu gewoon opgestuurd te krijgen. Maar van opgestuurd krijgen was je wel meer gewoon. Niet dagelijks en zelfs niet wekelijks maar toch heel geregeld dat de boeken en de seedees zomaar ongevraagd doorheen je brievenbus kwamen zeilen, dat was je gewoon geweest, dat was je lang gewoon geweest maar toen werden je kinderen geboren en je schrijftijd drasties ingedamd en toen was het begonnen. Dat je dingen liet liggen. Onbesproken, onbekeken, ongelezen, onbeluisterd. Dat het maar bleef liggen op ergens een resenseerstapel. En allengs waren ze ermee opgehouden, de een na de ander, met je zomaar dingen toe te sturen, hoezeer je ook hield van de zomaar toegestuurde dingen. En dan nu de laatste zomaartoestuurder, nu ook chmafu. En hmm dacht je, en toch, die dag, je bestelde niks.
En dan kwam de andere dag, de dag na de vorige dag, en een pakketje kwam. Kwam door. Kwam door de brievenbus. Kwam van. Kwam van chmafu door de brievenbus. Damn! Freistil-samplerinnen 4 + 5. Een dubbelseedee dit keer. Vol met experimentele mjoeziek, gemaakt door vrouwen. Omdat vrouwen nog steeds een ondergewaardeerde pozisie innemen binst de experimentele mjoeziek, want misogynie treft men op de gekste plaatsen aan. Al jaren trekken ze ten strijde, chmafu hand in hand met het “tijdschrift voor muziek en omgeving” Freistil om alle prachtige niet-alledaagse mjoeziek gemaakt door vrouwen ten gehore te brengen en deze worp is er twee ineen: 4 en 5. Met liedekijns daarop van Lotte Anker, Kaja Draksler, Katharina Ernst, Viola Falb, Annette Griesriegl, Gunda Gottschalk, Anna Högberg, Maya Homburger, Charlotte Hug, Agnes Hvizdalek, Elena Kakaliagou, Anne La Berge, Okkyung Lee en Lissie Rettenwander – en van die namen doen alleen Lotte Anker en Okkyung Lee een vage bel bij je rinkelen en dus kun je Ha! denken. Kan iemand Ha! denken. Ha! kan iemand denken, post van. Post van chmafu. Uit Oostenrijk, mensen. Kan iemand denken. Kan iemand allemaal denken.
En is er nog koffie kan iemand denken.
En moest ik de ramen niet eens zemen kan iemand denken.
Chronologisch het amalgaam kan iemand denken.
Hoe zou het met die of die gaan kan iemand denken.
Zou het ook niet daar kunnen zijn of een andere dag misschien kan iemand denken.
Aan niks kan iemand denken en hee kan iemand denken.
Hee!, kan iemand denken. Want er is weeral een pakketje. Uit Oostenrijk. Van chmafu. Een paar weken later spreken we nu. Een paar weken later, en er is weeral een pakketje uit Oostenrijk en hee!, je hebt Damn! 4 + 5 nog niet eens beluisterd. Was het met blijdschap dat je het eerste chmafu-pakketje geopend had; nu een weinig beschaamd open je.Drift. Katharina Klement. Ziet er een mooi seedeetje uit en je laat hangen nu je hoofd. Want je hebt de eerste zending nog niet eens beluisterd en je zou zuiniger moeten zijn op de laatste der ongevraagdtoegezondenzendingen-zenders. Daarom kan je Hee! denken. En Hee!, kan iemand denken. En de weken gaan te snel, kan iemand denken. En ik zie mijn seedeespeler veel te weinig, kan iemand ook denken. Die dingen kan iemand denken. Kan iemand allemaal denken.
En ho! kan iemand denken.
En waar is waar is kan iemand denken.
Kevers vogel nacht halmen wereld kan iemand denken.
Misschien moest ik eens een boodschap gaan doen kan iemand denken.
Was het geen droom kan iemand denken.
Aan alles kan iemand denken, de volte totaal kan iemand denken.
Want inmiddels is het weeral een paar weken later, en beide platen onbeluisterd nu. Inmiddels zit iemand in een rolstoel, en iemand zit, en iemand wacht op berichten omdat iemand denkt dat het fijn zou zijn, dat het zo fijn zou zijn nu, als die of die eens spontaan aan iemand zou denken en hem een bericht stuurt, zodat iemand denken kan Fijn!, fijn dat die of die me nu een bericht stuurt, nu ik hier zit in mijn rolstoel en pijn heb en me rot voel en wel even een berichtje van die of die gebruiken kon. Iemand denkt er niet aan die of die te laten weten dat iemand nu in een rolstoel zit, zo werkt dat niet, vindt iemand. Maar!, kan iemand denken!, nu ik hier alleen maar kan zitten te zitten kan ik eindelijk wel eens die seedees die al weken maanden liggen te liggen in de seedeespeler steken gaan!, en luisteren!!, met allebei iemands oren!!!
En iemand doet. En iemand luistert. Met allebei iemands oren.
En iemand hoort. Iemand hoort Damn! 4 en 5, een dubbelseedeetje, Damn! 1 was ook een dubbelseedee maar die gold gewoon als 1 edisie, is wat iemand denken kan, is wat iemand denkt, en iemand hoort.
Iemand hoort.
Iemand hoort Utter van Anne La Berge. Spoken word, is wat iemand hoort, een duister verhaaltje overheen aanzwellende & gaandeweg zelfs bijna noisy wordende elektronica. Na een bijkans abstakt, puur “instrumentaal” intermezzo worden ogenschijnlijk (of orenschijnlijk, moet iemand zeggen, en iemand denkt, en iemand lacht, en iemand nipt koffie, iemand nipt zijn koffie in zijn rolstoel) lukrake passaazjes uit het gesproken woord-verhaaltje hernomen, iets wat niet zoveel toevoegt aan het geheel en iemand doet afvragen of het liedje niet gewoon korter had kunnen zijn &
&
& iemand hoort Charlotte Hugs Tide of Synapses, een dreigend samenspel van altviool, elektronica en uiterst verontrustende mond- en keelgeluiden – hier zou Jaap Blonk nog diverse punten aan kunnen zuigen, is wat iemand denkt & iemand denkt aan zuigen & iemand denkt aan punten & iemand zit & en iemands rug doet pijn & zitten & ziek & oud & alleen & iemand hoort &
&
& iemand hoort Oxidation, en het bandje heet Redox. En Redox dat is Annette Giesriegl en Katherina Klement en Kaja Farszky op piano en woordloze vokalen en elektronica en marimba en perkussie en in het instrumentarium staat het niet vermeld maar iemand kan zicht niet aan iemands indruk ontkennen dat iemand een strijkinstrumentje hoort, en hoe het alles samenbalt tot je getoonzette nachtmerrie en hoe dat zwaar is, zwart is, en mooi is, is wat iemand hoort &
&
& Tau hoort iemand, Tau van het uit Agnes Hvizdalek en Jakob Schneidewind bestaande Demi Broxa & dit, dit Tau begint als iets waar Pharmakon mee af had kunnen komen maar na een tijdje wordt het op een maffe, abstakte manier ineens heel dansbaar en tegen het einde zitten we gewoon met een heel schoon IDM-nummerke op ons handen, en ha!, kan iemand denken, en dat het maar gelukkig is, kan iemand denken, want iemand zag zich daar al bezig de zure opmerking te moeten plaatsen dat het met de variasie op Damn! 4 niet zo best zat (die eerste drie liedjes hadden best van een en dezelfde artist kunnen zijn), maar hoe anders dan het vaatje ineens waar Demi Broxa uit tapt &
&
& hoe iemand het nu kan hebben, of straks, of gisteren, of helemaal niet, of wat later misschien: in Diaspora 333 laat Lisse Rettenwander elektronica, een wood box en een diapason (wat is een diapason?) (het internet zegt dat het een stemvork is) (maar het internet zegt zoveel) klingelen & klinken tot een lieflijk zweertje ontstaat in de beste Park Jiha-stijl (of, zeg, Gamalan Son of Lion) tot het op het laatst met groot laweit wordt uiteengereten, is wat iemand hoort &
&
& FS:eins, Refraining, is wat iemand hoort & het zijn Viola Falb op altsax hier en Bernd Satzinger op elektronica en het is gewoon jazz hier, wat iemand hoort, maar dan wel jazz met hele rare poinkende beats & dit zou het kunnen zijn, en dit bestaat en wolken bestaan en koffie bestaat en deze rolstoel bestaat en mjoeziek bestaat en mijn oren bestaan en vandaagisallesgoed bestaat &
&
& als je geen band- of projektnaam meer verzinnen weet, dan noem je jezelf toch gewoon Wickihalder / Guy / Niggli / Homburger, iemand verstaat dat wel, en ook over de naam van de kompozisie is vast niet lang nagedacht: Art, iemand verstaat dat wel, alles is kunst ommers & bij mjoeziek gaat het misschien meer om het klinkt dan om hoe het heet en hoe het klinkt, klinkt het, en dit klinkt als een zeer intrigerende mix van barok en jazz en het is mooi, mooi, mooi &
&
& als bonusje, want geen enkele seedee is kompleet zonder bonustrack, komt Maya Homburger nog een adagiootje van Bach spelen: voor wie nog twijfelde aan haar talent (of wie nog twijfelde aan de variasie binst Damn! 4 &
&
&
&
& Någonting må ste förvandlas, zo hebben Anna Högberg en Elsa Bergman hun heerlijk droney jazz gedoopt, hun heerlijke, droney jazz waarmee ze met gemak een Fire! Orchestra naar de kroon zouden kunnen steken (iemand noemt nu maar iets), en dan zijn we inmiddels maar zo Damn! 5 binnengedwindeld &
&
& dan Gunda Gottschalk dan, met haar Von Gräsern und Wolken, dat viool heeft en accordeon heeft en stemmen heeft en iets neerzet dat Karpaty Magiczne in herinnering roept, Karpaty Magiczne ja het fantastiese Karpaty Magiczne (wie kent ze niet) (ik kwam er laatst achter dat Karpaty Magiczne ooit een seedee uitbracht samen met Vibracathedral Orchesta en Sunburned Hands of the Man, hoe prachtvol moet die seedee niet zijn?), je peinst hier kleine dorpjes bij, hoog in de bergen, waar het koud is & waar geen mens dan de dorpsbewoners ooit komt; wereldmuziek noemt men dat dan want als het niet van hier is, is het van de wereld &
&
& Katja Draksler Octet brengt The Builder met Ab Baars op tenor sax dan nog!, Ab Baars god betere het, maar het liedje laat free jazz aan de haal gaan met elementen uit de vokale mjoeziek; dat is te zeggen: Björk Nielsdottir en Laura Polence zingen hier als engelkens gelijk (wel wat droeve engelkens dan) & de zweer is dezolaat en druilerig &
&
& op een geprepareerde tamtam (ja!) speelt Katharina Ernst haar drone / fizz bijkans acht minuten vol en het mag onder zulke gegeven geen verbazing wekken dat het dan al rap Z’ev is aan wie een mens peinzen moet, peinzen doet & konden ze nu geen rolstoel uitvinden waarin je rug en je billen niet vergaan van de pijn na enige tijd?, en ook jeuk op onbereikbare plaatsen &
&
& Elena Kakaliagou, tarA, dat is een op een franse hoorn gespeeld spel voornamelijk met lucht & met de kleppen zodat dit klinkt als field recordings vanaf een duikboot ofzo & iets als dit hoorde ik nog maar waar & wanneer & als ik op kon staan stond ik op om de ronde langs al mijn seedeekasten te maken &
&
& dan komen nog Lotte Anker en Okkyung Lee en Paul Lovens af met hun Three To Now / In Transit en dat is pure freejazz mensen, men had iemand kunnen wijsmaken dat dit een “lost tape” van Albert Ayler was, denkt iemand, ofnee denkt iemand even later, men had iemand niet kunnen wijsmaken dat dit een “lost tape” van Albert Ayler was want daarvoor is de sax toch een weinig te beheerst, zijn de drums toch een weinig te romig, ofja denkt iemand later weer, misschien had men iemand toch wijs kunnen maken dat dit een “lost tape” van Albert Ayler was, of nee toch niet, of wie weet, wie is er ommers bij als men iemand wijsmaakt dat iets een “lost tape” van Albert Ayler is
& dan
& dan
& dan mag Okkyung Lee in het bonustrekje nog een volle zeven minuten lang ohng-heya laten horen en dat moge dan geschreven en uitgevoerd zijn gebruikmakende van kompjoeturgegenereerde geluiden, het klinkt meditatief, ritualisties, eeuwenoud, het klinkt naar traditionele oosterse instrumenten, het klinkt de hemel gelijk, het klinkt het mooiste dat iemand dit jaar hoorde.
En dan is Damn! gedaan. En nog es zou fijn zijn. En een betere rolstoel zou fijn zijn. En een bloemekee van mijn werk ware fijn geweest, met zoon kaartje erbij waar al mijn kollega’s hun naam op hadden gezet, je kent het soort kaartjes wel. En een berichtje van die of die ware fijn geweest. En een beetje selbstmitleid is zo fijn nu en op dit uur met de koffie allang koud en de seedee alweer gedaan. Maar hey! Ik heb Drift nog. Of je. Of iemand. Of Katharina Klement.
Drie kompozisies, nogal verschillend van aard. wie Tag und Nacht is gemaakt met elektronica en een alt-, bas- en een sopraan-citer (ja sopraan ja, dank Kees, dank Kees en Sjaak) (weetjewel dat ik heel lang gedacht heb dat een zither een sitar is?) en is een aarzelende, wijfelende, voorzichtige, inderdaad schemerachtige soundscape; in dem HIMMEL benanten Darüber beweegt zich in musique concrete regionen, geschreven als het is voor twee ensembles die onophoudelijk interacteren: het ene vanuit elektronische hoek, het ander met een meer “klassieke” bezetting, MAAR!!, het absolute prijsnummer is het titelnummer. In het titelnummer, mun god, in het titelnummer dondert het. De storm. De kracht. Die stomende orgel van Wolfgang Kogert! Dit had de soundtrack bij het ontstaan van de aarde moeten zijn. “Van huiveringwekkende schoonheid” heet zoiets dan. (“heet dat zo?”) (“weet ik veel, ik ben er nooit bij als dingen heten”).
Wow. Twee platen. Eén langgerekte wow. Maar nu moet ik echt even gaan liggen, jongens.