Voorproeven Crossing Border
Crossing Border is dit jaar van 16 tot en met 20 november in het Haagse Spuitheater. Op de openingsavond staat Sinéad O’Conner geprogrammeerd en wel in combinatie met Sly & Robbie. Dit klinkt als een volslagen verrassende combi, maar niet als je haar nieuwste album hoort. Tijdens de andere avonden treedt Henk Hofstede op met het Finse Värttinä en een Zwitsers orkest. Schrijver Jan van Mersbergen leest voor in combi met Amerikaanse volksmuziek van de Rootsclub. Chi Cheng, in het gewone leven bassist van The Deftones, blijkt aan spoken word te doen. Bands als I am Kloot, The Decemberists, Mercury Rev vertegenwoordigen de nieuwe lichting terwijl John Watts, van Fischer Z, en Van der Graaf Generator 25 jaar tijd inhalen. Ondertussen staat de deur naar het filmhuis open voor experimentele cinema en doet Bie zijn Bieslog in zijn aldaar ingerichte redactiehok. En natuurlijk zijn er nog wat schrijvers: Khalid Boudou, Michel Houellebecq, Jeroen Brouwers, De Onvermijdelijke Tommy Wieringa, Kitty Fitzgerald en Michel Faber. Te veel om op te noemen, ga gewoon kijken en luisteren! Meer info: www.crossingborder.nl
In deze chicksinger-aflevering twee dames uit de programmering met hun jongste albums: Sinéad O’Conner in rastakleuren en Maria Taylor uit de greep van Bright Eyes.
Sinéad O’Conner – Throw down your arms
Sinéad O'Conner die reggae doet? Afgaande op haar doorbraakplaten The Lion & the cobra (1987) en I do not want what I haven’t got (1990) is dat misschien een verrassing. Maar voor degene die Sinéad O’Conner zijn blijven volgen in de loop der jaren, is haar nieuwste plaat niet meer dan logisch. O’Conner zingt al Bob Marley liedjes sinds begin jaren negentig. Neem haar roemruchte optreden in Saturday Night Live, waarin ze door middel van het verscheuren van een foto van de paus de halve wereld over zich heen kreeg. Enkel dat symbolische beeld is in de memorie overeind gebleven, maar O’Conner zong het Marley-nummer ‘War’, waarbij ze de teksten aangepast had, specifiek over kindermisbruik. Pas jaren later bleken deze misbruikschandalen in de Ierse en Amerikaanse katholiek enigszins bespreekbaar. Daarna zong ze Marleys ‘Remdemption song’ en ‘Fire on Babylon’. Ook haar voorlaatste plaat Faith and courage (2000) staat vol spirituele songs met een reggae-feel.
Getuige de uitgebreide credits doet O’Conner geen poging de originele songs te verbeteren omdat ze niet te verbeteren zijn en eert ze vooral met deze coverplaat de grote reggaeschrijvers. De titeltrack en de vier eerste tracks werden geschreven door Burning Spear. Vooral het a capella gezongen ‘Jah Nuh dead’ is een spiritueel geïnspireerde track. Dat zal voor de overige songs, Sinéad kennende, ook wel gelden, maar na het openingsgebed is het vooral genieten van de relaxte klanken. Want de songs klinken lekker, maar gaan wel degelijk ergens over. Alleen op Peter Toshs ‘Downpressor man’ is iets van de oude agressie in de stem van de zangeres te horen. Dat doet het hart goed. Verder klinkt O’Conner laidback. Maar ze weet te overtuigen door de selectie van de songs: Niet alleen het van Bob Marley bekende ‘War’ spreekt boekdelen, maar ook de titeltrack zegt genoeg: ‘Throw down your arms and come, drop them put them away to stay’.
Op Crossing Border staat O’Conner op het podium met haar twee producers, de Jamaicaanse muzikanten Sly Dunbar & Robbie Shakespeare.
Maria Taylor – 11:11
Om er maar vanaf te zijn: Maria Taylor komt uit de naaste omgeving van Conor Oberst en zijn Bright Eyes-familie. Ze zingt in de bands Azure Ray, Now it's overhead en was te horen bij Bright Eyes. Allemaal van het platenlabel Saddle Creek. Allemaal Omaha. Maar zo’n lokalisering hoeft niets te zeggen over haar eigen muziek. Haar eerder dit jaar verschenen debuutalbum 11:11 is in vergelijking met de muziek van haar platenbaas met zijn heldere ogen een stuk toegankelijker. Waar ik bij Bright Eyes-albums toch een luisterbeurt of vijf nodig heb om een beetje door te dringen tot de melodieën en gevoelens van Oberst, ben ik binnen twee liedjes al toegelaten in de wereld van Taylor. Dat tweede liedje dat toepasselijk ‘Song beneath the song’ heet, waarop Conor ook nog even meezingt, is absoluut geen liefdesliedje. Maria zingt dit net zo hardnekkig als de heren van 10CC ooit ‘I’m not in love’ zongen. Sterker kun je waarheid niet liegen.
Taylor zingt zwoel, ware het niet dat die kwalificatie al haar positieve kanten is kwijtgeraakt in de historie van de muziekkritiek betreffende zangeressen. De hese, ietwat afstandelijke, van stads-Amerikaans accent voorziene stem, wordt wel vergeleken met de hese, ietwat afstandelijke, van stads-Amerikaans accent voorziene stem van Suzanne Vega. En niet voor niets. Maria Taylor heeft een hese, ietwat afstandelijke, van stads-Amerikaans accent voorziene stem. Muzikaal gezien laveert ze ergens tussen Feist en de van Twin Peaks bekende Julee Cruise. ‘Sferisch’ dus; warm en tegelijk onheilspellend. Toch duikt Maria Taylor ook zijpaden in. ‘In Nature song’ is een prachtig meeslepend klein liedje: voor je het weet zit je erbij te huilen om de schoonheid als Maria je toefluistert: ‘Don’t I know, we never were close.’ En ‘One of the shareholders’ is zeker geen slecht dancenummer, maar wel a strange duck in die verder zo rustige bite.
11:11 is een droomdebuut, vanwege de sferische muziek, maar ook vanwege de sterke songs. Met zo’n voorhistorie als die van Maria Taylor, is dat niet eens opmerkelijk.
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.