Crossing Border / Den Haag
Onbekommerde eenmaligheid


Vrijdag draagt altijd de belofte van zaterdag. Dat geldt tijdens een Crossing Border-weekend in extremis. De held van dit verhaal wentelde zich tijdens de CB-vrijdag onbekommerd in die belofte, zich niet bewust van het feit dat hij de CB-zaterdag om redenen die er hier niet toe doen aan zich voorbij moest laten gaan.

Bij al die onbekommerdheid was er kennelijk ook een besef van eenmaligheid, want terwijl onze held met zijn vrienden in de foyer van het Nationale Toneelgebouw onbekommerd een biertje stond te drinken gaf Jenny Hval, door een bescheiden menigte aan het zicht onttrokken, een concert dat de indruk wekte bevlogen te zijn. Maar omdat onze held ook oprecht naar de onbekommerde grapjes van zijn vrienden luisterde kon hij dat niet met zekerheid zeggen. Hij worstelde zich door de bescheiden menigte en zag: een gitarist (later bassist) die zijn akkoorden en baslijntjes geconcentreerd door het keyboardgordijn weefde; een drummer die de gitarist daarin bijstond – maar tevergeefs: de zangeres annex keyboardspeelster eiste alle aandacht op met wat oppervlakkig getypeerd kan worden als gegil op een bodempje van keyboard. Dat onze held het geen gegil vond had ermee te maken dat Jenny Hval een mooie stem heeft met fraaie buigingen en ook met diepgang: gevoelig gegil. Maar langer dan de tien minuten die onze held stond te luisteren bleef hij niet geboeid.

Terug naar de Schouwburg, waar Katharina Laken, als onderdeel van haar prijs (ze won Kunstbende) mocht optreden. Achttien jaar is ze, maar ze staat op het podium alsof ze al twintig jaar podiumervaring heeft opgedaan. Het gebeurt ook niet vaak dat het inleidende praatje van hetzelfde niveau als de gedichten en columns is – en daarmee zegt onze held niets ten nadele van de gedichten en columns. Die verrasten namelijk door hun frisheid en eenvoud: ‘een winterlijke winter’- zo heerlijk simpel en doeltreffend kan poëzie zijn.

De lichtheid van Laken ging over in de vervaarlijk krassende cello van Lori Goldston. Presentator Erik Jan Harmens vertelde dat ze haar muziek schrijft bij filmbeelden. Of ze daar zelf nog iets over wilde vertellen, vroeg hij haar. Na een korte, aarzelende stilte was het antwoord ‘nee’. Goldston nam onze held met haar machtige tonen diep de aarde in – om daar een dansje te doen.

Eindelijk naar de ‘Royal’, de zaal die onze held inmiddels dierbaar is vanwege de vele geweldige concerten die hij daar heeft meegemaakt. En het concert van de Villagers (ft. Stargaze) wordt daar gewoon aan toegevoegd. ‘Een iets te mooie stem’, dacht onze held aan het begin van het concert, iets tussen Mumford en Sufjan Stevens in, en dat is in dit geval geen compliment. Maar de scherpe, bij vlagen waanzinnige teksten maken van dat nadeel een voordeel. ‘This song may have been a bit too violent for a literary festival’, murmelde zanger Conor O’Brien in de microfoon na een nummer met het repeterende refrein ‘I want to occupy your mind’. Hij hernam zich. Goede literatuur is gewelddadig. Mede door de ook visueel prachtige (want welhaast gewelddadige) strijkers en de warme, zinderende koperpartijen was dit concert het hoogtepunt van de avond. En toen hadden we het hoogtepunt van de avond nog niet eens gehad.


Villagers - Earthly pleasures (geen Crossing Border opname)


Glen Hansard - When your mind's made up (CB13/Den Haag)

Voorafgaand aan Glen Hansard traden twee dichters op: Iris Brunia en Mustafa Stitou. Een geslaagde tweeslag: waar Brunia de zaal stil kreeg met een bescheiden, maar zelfverzekerde voordracht uit haar debuutbundel Laten we mijn lichaam delen, bracht Stitou het publiek de genadeslag toe met enkele gedichten uit zijn recente bundel Tempel. Hoezo, poëzie het ondergeschoven kindje van het festival? Het publiek juichte en joelde alsof er een band op het podium stond.

Een minuut of vijf later was dat ook daadwerkelijk het geval, Glen Hansard had een voltallige band meegenomen, inclusief blaassectie en een bescheiden, welhaast verlegen tweede-stem-zangeres, die het hele concert heen en weer draafde tussen podium en coulissen. Onze held heeft een beetje een haat-liefde verhouding met Glen Hansard, hij vindt dat Hansard veel mooie liedjes heeft geschreven en een mooie stem heeft – maar hij vindt veel liedjes van Hansard ook nogal saai. Daar kwam onze held tijdens het concert op terug. Hij heeft althans geen saaie liedjes gehoord. Hansard bracht een mooie mix tussen folk en soul, en ramde zo bevlogen op zijn gitaar dat in vrijwel elk nummer een snaar brak. En hij sprong zo bevlogen over het podium dat hij een paar keer bijna de verlegen zangeres omver sprong.

Het was al een eindje na half één toen de voltallige band vooraan het podium kwam staan en de meezinger ‘Passing Through’ (in de uitvoering van Leonard Cohen) inzette. Verschillende bandleden namen een couplet voor hun rekening – zonder versterking, waar een enkele koperblazer zich nog wel in verslikte. Ook nadat het refrein na de derde keer applaus opnieuw was ingezet en weer afgesloten wisten sommige koperblazers niet van ophouden. Terwijl band al in de kleedkamer zat, speelden de trompettist en de saxofonist nog grappige solootjes.

‘Tot morgen!’ riep onze held naar zijn vrienden terwijl hij op de fiets stapte. ‘Tot morgen!’ Het markeerde het einde van een geslaagde Crossing Border-avond. En dit was nog maar de vrijdag!

Edwin Fagel