• Evenement: Crossing Border Den Haag
  • Editie: 20
  • Data: 15-18/11/12
  • Datum bespreking: 18 November 2012

Heersende folk, soulviolen, depri's en mannen met boeken


Crossing Border DH - Zaterdag

Was ik in mijn vrijdagverslag nog wat negatief over het hoge folk-gehalte van de programmering, de Haagse zaterdag van het festival bewijst dat folk heerst (Lisa Hannigan, First Aid Kit en Punch Brothers). Daartegenover zijn er de shoegazers van TOY, de dodedichterspop van Spilt Milk, de drum ’n bass (’n drum) van Poliça, de stemmige gitaarrock van I am Kloot en het hoogtepunt van de avond: soul-viool Marques Toliver. Tussendoor lazen we een boek, bijvoorbeeld van James Fearnley over The Pogues, of van Joubert Pignon over o.a. niets.

Het oude weer nieuw en andersom

Even terug in de tijd: neem de geaffecteerde stem van die gast van Pulp (‘90’s), leen de stofzuiger van Jesus & The Mary Chain (‘80’s), gooi dit in de vierde versnelling, zet het volume op tien en werp het terug vooruit naar 2012. Het resultaat: de jonge gasten van het Britse TOY. Niet voor niets omhoog geschreven door de Britse media: wat een toffe band. Heerlijk chagrijnig, nasaal zingen in overdreven Brits accent met gruizende gitaren en stevige drums. De muur van geluid wordt ook nog eens verfraaid met melodisch gitaarspel. Extra pluspunten voor de lichtman die er een ultraviolet shoegazer-feestje van maakt.

Weinig shoegazers bij Spilt Milk, maar er zijn genoeg redenen om depri te worden van hun optreden. Ten eerste staat er maar een paar man publiek (iedereen zit bij Lisa Hannigan), terwijl de band er overduidelijk hun best voor heeft gedaan om er niet uit te zien. Niet voor niets draagt de gitarist een shirt met de tekst: ‘underachiever, and proud of it’. Daarnaast eren ze ook nog eens een dode dichter. Van Wallace Stevens bewerkte ze meerdere gedichten. Muzikaal is er weinig reden voor depressies: zanger en zangeres zingen dromerig over het indieband-geluid heen.

Kent iemand drum ’n bass nog? Poliça voegt er nog een element aan toe: een tweede drummer. Daarnaast heeft de zangeres ook nog een drumcomputer. Het genre dat ze spelen heet dus eigenlijk drum ’n bass ’n drum ’n voice ’n drumcomputer. De optelsom levert een berg ritmiek op, waar de zangeres vervolgens een fraai galmend melodietje overheen gooit. Lekker dansbaar en de songs suggereren ook een diepere laag te hebben, maar dat komt er zo’n eerste keer nog niet uit.

Je hebt van die bands die al jaren bezig zijn; langzaam groeit hun bekendheid en ineens weet iedereen wie ze zijn (denk aan Elbow). De hoop dat dat ook met I am Kloot gaat gebeuren, heb ik opgegeven. Ze zijn al minstens tien jaar een belofte, waren ook in de begindagen al op CB en/of Music in my Head te zien. Ze krijgen al jaren goede recensies. Die wereldwijde doorbraak hoeft misschien ook niet. Daarvoor is de band misschien ook te bescheiden. Bescheiden in uitstraling en tijdens de akoestische sessie op CB bescheiden in sound. De stem van John Bramwell klinkt zeer relaxt, terwijl de drummer zit te glimlachen achter zijn kit en de bassist op z’n gemakje wacht tot er ergens een lage noot nodig is. Voordat ze afsluiten met het wonderschone ‘Proof’ roept Bramwell, bescheiden als hij is, zijn toehoorders niet op om zijn cd’s te gaan kopen, maar stuurt hij ze richting Gaz Coombes, aangezien dat het beste concert van de avond ervoor (in Enschede) was.

Moment van de avond

De Recensent kan het ook wel eens mis hebben. Anderhalf jaar terug speelde Marques Toliver op het Walk the line festival en voorspelde we dat zijn carrière een grote vlucht zou nemen, een citaat (uit de recensie van juni 2011): ‘Zijn songs raken je vanwege de eenvoudige teksten en de schijnbaar eenvoudige melodieën – met een beetje polijsten gaat hij zo de commerciële kant van de Johnen Mayer of Legend op. Een song als ‘Step back & remember’, waarbij hij zichzelf voor de verandering op autoharp begeleid, kan met gemak heel groot worden. Voorlopig is Toliver nog een ongepolijste soulviool, die grappen maakt en heel losjes Beyonce citeert.’

Ondanks dat Toliver nog niet wereldwijd is doorgebroken, heeft hij wel gestaag doorgewerkt. Hij verzamelde een band om zich heen (cellist, gitarist, drummer) en bouwt een oeuvre op waarbij zijn soul-kant en zijn viool-kant samenkomen. Daarnaast heeft hij een zeer frisse, optimistische uitstraling, die besmettelijk werkt: in het publiek veel glimlachende dames en swingende mannen. Alsof het podiumwerk nog niet goed genoeg was, duikt Toliver aan het einde van zijn set de zaal in om midden tussen het publiek onversterkt, met de viool in de nek een krachtige uitvoering van ‘White Sails’ te doen (zie filmpje hiernaast), gevolgd door ‘Sittin up in my room’ en het klassieke ‘Deep in my heart’ samen met zijn cellist. Zeer indrukwekkend allemaal. Zoals Ed Sheeran niet lang na Crossing Border vorig jaar doorbrak, zal het nu niet lang duren voor de wereld weet wie Marques Toliver is, zeker niet als begin volgend jaar zijn debuutplaat uitkomt.

3, 2, 1: Folk

Stealing Sheep: drie zingende dames met folk-achtige muziek in de Cuatro-tent. Opgejaagde folk, niet vanwege de toetsen van dame 1 of de gitaar van dame 2. Nee door de pauken van dame 3. Dit is verre van de perfecte folk en daardoor ook wel weer leuk. Of nee, apart is een beter woord. Want waar ze hun folk vermengen met elektronica gaat het prima, maar zodra dame 3 weer op haar pauken begint te rammen, verstoort ze de mooi opgebouwde sound. Niet helemaal gelukt dit trio.

First Aid Kit: twee zingende dames met folk-achtige muziek in de Royal-zaal. Opgejaagde folk, niet vanwege de toetsen van dame 1 of de gitaar van dame 2. Nee, vanwege de niet-aanwezige aanwezigheid van Conor Oberst (Bright Eyes), die zich dusdanig met hun tweede album bemoeide dat het in hun live-performance doorwerkt. Niet enkel meer de prachtige, hemelse zangduetten (zoals ze vier jaar terug op dit zelfde festival deden), maar begeesterde folk, waarbij de dames bij afsluiters ‘Lion’s roar’ en ‘King of the World’ zelfs staan te headbangen.

Lisa Hannigan: één zingende dame met folk-achtige muziek in de Royal-zaal. Hier wordt niemand opgejaagd, maar enkel perfecte klassieke folk gebracht. Ondanks dat Hannigan stevig haar hakken in het podium timmert, blijft het lieve, nette folk. Maar als die zo mooi gezongen wordt en zo mooi gespeeld op o.a. een mandoline, tafelharmonica, trompet en xylofoon – een ondergewaardeerd instrument dat echt niet alleen maar uitgevonden is om alfabet-lerende kinderen de letter x te laten visualiseren. Als het zo mooi wordt uitgevoerd, hoor je ons niet klagen over de lievigheid van deze folkmuziek.

Man met boek

Op weg naar de bovenzaal van het Nationaal Toneelgebouw kom ik een zittende man tegen op de trap. Hij leest een boek. Midden tussen alle festivalgangers die het heen en weer hebben, zit een man te lezen. Niet te bladeren in een zojuist gescoord boek. Hij is al halverwege. Op het podium van ook een lezende man. Eerst zet James Fearnley zijn James Joyce-bril op, zoals hij het noemt: ‘because I’m a writer now.’ In het verleden was Fearnley accordeonspeler van The Pogues en dat is ook precies waar zijn boek Here comes Everybody over gaat. Als de ‘fucks’ en de ‘cunts’ ons om de oren spetteren, komt even die dronkenmansbende van Shane McGowan terug. ‘I don’t know how many of you are familiar with McGowan. But I was too familiar with Shane.’ Fearnley heeft de lachers op zijn hand. Toch is zo’n boek en zo’n voorleesoptreden een hard gelach voor de oude Pogues-fans die gewoon een whiskey willen en Fiesta!
Achterin de zaal tegen de geluidstechnicus aan, zit wederom een man een boek te lezen. Is het dezelfde man? En het zelfde boek? Heeft de organisatie soms een acteur ingehuurd om op willekeurige plekken het publiek eraan te herinneren dat dit óók een literatuurfestival is?

In de Cuatro vragen ze Henk van Straten naar zijn favoriete boek, kan Alexander Klöpping enkel een nerderige boektitel bedenken en doen ze een quizje met het publiek over twitterende schrijvers – en dat noemen ze dan een Literaturfest. Echt feest met schrijvers is het in de kerk, maar of de flauwe grappen van Joubert Pignon literair verantwoord zijn, is nog maar de vraag. Hij leest op zeer droge toon korte verhalen voor uit zijn boek Er gebeurde o.a. niets. Verhalen over het lelijkste schilderij ter wereld, een jongen genaamd Snof Namlop, een ontmoeting met Grunberg en een man die solliciteert voor Duitse leraar en de baan nog krijgt ook, al spreekt hij geen Duits. Op 3voor12 werd zijn stijl vergeleken met die van A.L. Snijders wat een misvatting is. Enkel de vorm (zkv) en de lengte (zelden meer dan een bladzij) komen overeen, stilistisch zit Pignon eerder ergens tussen de humor van Kamagurka en Herman Finkers in. Het zal de kerkgangers een zorg zijn, zijn verhalen werken (en dan vooral op de lachspieren).

Bluegrass, maar dan anders

De naam Mumford & Sons valt te pas en te onpas om bluegrassbandjes te lucht in de prijzen. Maar ondanks de vergelijking met die grote jongens, is de kerk niet afgeladen vol. Misschien komt het door die man met die viool. Dan doel ik niet op Marques Toliver, maar op Andrew Bird die de grote zaal verbluft met zijn muziek. De Punch Brothers hebben ook een man met een viool. En een man met een vijfsnarige banjo, één met een staande bas, één met een gitaar en een zanger met een mandoline. Nadat ze drie nummers lang wedstrijdjes hebben gedaan wie het snelst op zijn instrument kan pielen, komen ze na een intro-praatje eindelijk echt op gang. Met Mumford & Sons heeft het weinig te maken, daarvoor is het toch te bluegrass, maar binnen de bluesgrassbeweging zijn ze vast allang verstoten, vanwege hun experimenteerdrift. Welke redneck countryfolk bluegrass band doet er nu een cover van Radiohead’s ‘Kid A’? Net als ze even opzwepend beginnen te spelen en nog voordat er iemand in de zaal lollig ‘Jihaa’ kan roepen, schakelen ze om en wringt het ritme, stokt het virtuele spel en improviseren ze er op los. Eigenaardige, maar erg leuke band.

Waarmee de Haagse editie van Crossing Border 2012 er op zit. De twintigste editie waarin het festival nog maar uit twee avonden bestond, maar nog wel een overdaad aan vooraanstaande schrijvers en artiesten weet te brengen aan een groot publiek dat nieuwsgierig afkomt op bekende en onbekende namen.

Tekst en foto's: Ricco van Nierop

TOY met shoegazer feestje

Spilt Milk - Eerder gemaakte opname (Literaturia Festival)

Poliça in 3voor12 sessie

Marques Toliver - White Sails, Crossing Border DH 2012

First Aid Kit

Man met boek

James Fearney - voordat hij zijn James Joyce-bril opzette

Bluegrass goes Radiohead met Punch Brothers