Veranderen of hetzelfde blijven. Van de ene artiest verwacht je bij elke cd iets nieuws, van de andere artiest wil je een vertrouwd geluid horen. Het is niet eerlijk. Nieuwe cd’s van The Ting Tings, Speech Debelle en Sinead O’Connor langs de beweegbare meetlat.
Sinead O’Connor – How about I be me (and you be you) (One Little Indian)
O’Connor heeft al heel wat diverse cd’s uitgebracht, van punkerige singer-songwriter muziek, via gospel, naar reggae en weer terug naar popmuziek. In al die verschillende vormen is ze niet altijd even genietbaar geweest, al stak er altijd wel een behoorlijke mate eigenheid doorheen die nieuwsgierig maakte naar haar drijfveren, naar haar teksten en liedjes. Met haar nieuwste album keert ze terug naar de sound van haar eerste drie albums. Zij het in een gladgestreken vorm. Want echt rauw en boos zingen is er niet meer bij. Ondanks dat dat echt een gemis is, is How about… een bij vlagen goed album. Een van die vlagen is de cover van ‘Queen of Denmark’ van John Grant. Met minder electronica en voice-overdubs, maar wel met prachtige zang trekt ze Grant’s ‘Queen’ naar zich toe. Van de rest van de cd beklijft de helft van de tracks. Niet genoeg voor een goed album, maar interessant genoeg voor de fans van de Ierse dame.
Speech Debelle – Freedom of Speech (Big Dada Records)
The Ting Tings – Sounds from Nowheresville (Columbia)
Tweede albums na een doorbraakdebuut. Was het een toevalstreffer en is het nieuwe er wel af na een album? Bij Speech Debelle was haar debuut (Speech Therapy) zeker geen toevalstreffer, want de kwaliteit van haar raps en beats was zeer hoog en ook op haar opvolger zit het qua rhymes en ritmes wel goed. Toch is het nieuwe er wel van af. Freedom of Speech klinkt na drie keer luisteren al alsof ik de plaat al jaren ken – en dat bedoel ik hier niet positief. Debelle brengt meer van hetzelfde en ik heb het wel gehoord. The Ting Tings daarentegen brengen ook meer van hetzelfde, maar dat is dan een stuk minder erg. Misschien komt het verschil in oordeel wel door het minder grote belang dat ik hecht aan de teksten. Bij Speech ga ik toch al die raps lopen checken (omdat ze bij hiphop zo nadrukkelijk aanwezig zijn) en beoordelen op inhoud (en die is prima, maar niet opvallend goed), terwijl The Ting Tings met een electro-dance-muziek over onzin kunnen zingen wat ze willen – het gaat mij om de hooks en de beats en de geinige refreintjes gezongen door Katie White. ‘I’m gonna hang my bass at the Guggenheim’ is inhoudelijk echt niet zo interessant, maar als ze het maar blijft uitschreeuwen, op een catchy melodietje wordt het vanzelf hun nieuwe hit (zoals ze drie jaar terug doorbraken met ‘That’s not my name’). Zelfs die paar slome songs (het te zoete ‘Day to day’) neem ik voor lief als ze blijven komen met retestrakke tracks als ‘Hang it up’: ‘People say it’s not worth the wait / Everybody loves somebody to hate’.
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.