• Artiest: Ane Brun
  • Titel: It all starts with one
  • Artiest: Bjork
  • Titel: Biophilia
  • Artiest: Feist
  • Titel: Metals
  • Artiest: Houses
  • Titel: Clean Life
  • Artiest: Katia
  • Titel: Sights
  • Artiest: Laura Marling
  • Titel: A Creature I don't know
  • Artiest: Signe Tollefsen
  • Titel: Hayes
  • Artiest: Tori Amos
  • Titel: Night of Hunters
  • Datum bespreking: 15 Oktober 2011


In september en oktober komen er altijd veel nieuwe cd's uit, dus de kans dat er goede Chicksinger-platen bijzitten is vanzelf al groter. Diegene die op zoek zijn naar negatieve recensies, moeten dit keer elders hun heil zoeken, want stuk voor stuk maakten Ane Brun, Bjork, Feist, Houses, Katia, Laura Marling, Signe Tollefsen en zelfs Tori Amos mooie cd's.

Houses - Clean Life [PIAS]

Houses bracht vorig jaar een opvallend EP-tje uit. Opvallend vanwege de hoge kwaliteit. Nu is hun debuutcd uit en zetten Ella van der Wouden en haar bandleden dit niveau voort. Enkele songs van de EP keren in gerestaureerde versie terug, waardoor vooral de kracht van die songs benadrukt wordt. ‘Stay with me’ is bijvoorbeeld van een The Sundays-achtige schoonheid. De invloed van dit soort oude gitaarbands hoor je op het hele album terug. Zelf komen ze met meer moderne invloeden aanzetten zoals Broken Social Scene en Death Cab for Cutie, maar Houses is eigenlijk gewoon een melancholisch nineties-gitaarbandje in het rijtje Bettie Serveert, Buffalo Tom, Magnapop. De stem van Ella van der Wouden is krachtig, maar kan ook breekbaar klinken, de songs zijn gedetailleerd en zitten vol goede vondsten. De afwisseling in sound – van zacht tot hard, zit niet alleen op de cd in z’n geheel, maar ook in enkele songs apart. Clean life is een erg fijne debuutcd en direct een van de beste NL-platen van het jaar.

Katia – Sights (Sounds like Katia)

Katia Truijen heeft lieve tekeningetjes in haar cd-boekje, noemt liedjes naar fantasierijke films (‘Garden state’) en wisselt haar akoestische gitaarspel af met glockenspiel, fake trumpets, walking the stairs en analog delay, wat dat ook mogen zijn. Dit levert een zoete, dromerige plaat op met breed scala aan instrumenten. Bij de slaapliedjes is haar stem naar voren gemixt alsof ze naast je zit en in je oor fluistert. Bij de stevigere songs, waar gitaren ingeplugd worden en de drummer mag uitpakken, zet ook Katia aan en zingt ze voluit, waarmee de sound ook hier doet denken aan Bettie Serveert. Maar dat is maar op een paar songs, overwegend doet Katia muzikaal denken aan Six Pence Non the Richer of recenter aan het ter ziele gegane Brown Feather Sparrow. Katia schrijft liedjes die waarschijnlijk enkel met gitaar ook overeind blijven, want het zijn mooie melodieën en prima teksten. Katia koos er echter voor om de liedjes aan te kleden met vrolijke arrangementen waarmee Sights een lekker feelgoodcd-tje is geworden.

Signe Tollefsen - Hayes (Cavalier)

Signe Tollefsen is een naam die al wat jaartjes rondzingt, de dame die bij die naam hoort ook. Ze speelde o.a. met Stephen Malkmus. Mathilde Santing nam een song van haar debuutplaat (uit 2009) op. Hayes is het tweede album van de in Utrecht opgegroeide Amerikaans/Nederlandse singersongwriter. Signe heeft een meeslepende stem die ze goed combineert met folk-achtig bandgeluid op de stevige songs en meer ingehouden houdt bij de ballads. Wat betreft die ballads is het kleine liedje aan het einde, ‘Scared’, het mooiste voorbeeld, terwijl ‘Drunk Orchestra’ een goed voorbeeld is van de songs waarin een grootser geluid wordt neergezet. De sounds van Tollefsen is divers, maar zowel bij de ballads als bij de up-tempo stukken hoor je een zekere spanning. In ‘Speak to me’ benadert die spanning het geluid van Ane Brun, maar in ‘Here is what’ zorgt die spanning dankzij een geheel ander arrangement voor een Tom Waits-achtige sfeer. Signe Tollefsen laat met Hayes horen een veelzijdig singersongwriter te zijn.

Ane Brun - It all starts with one (V2)

Ane Brun bracht twee zeer mooie albums uit; in 2003 (Spending time with Morgan) en in 2005 (Temporary Dive). Hierna volgden een duettenplaat, twee live-albums en het tegenvallende Changing of the Seasons (2008), dat ook nog eens in een alternatieve versie verscheen (Sketches). Echt hoge verwachtingen had ik daarom ook niet toen It all starts with one aangekondigd werd. Brun heeft echter de juiste toon weer te pakken, de juiste, warme, bibberige toon. Want die stem is haar handelsmerk. En ook wat betreft composities zit het weer goed. ‘What’s happening with you and me’ is een onheilspellende song over relaties, waarbij de spaarzame piano- en vooral trommelbegeleiding de onrust uit de tekst onderstreept. In ‘Do you remember’ is het een heel andere sound die overtuigt; vrolijkheid, hier benadrukt door het koortje (gevormd door de jonge dames van First Aid Kit). Op ‘Lifeline’ keert ze terug naar haar vroege sound: enkelvoudig gitaarwerk en een geweldige stem. En zo kan ik nog even doorgaan met de tracks van dit album. It all start with one is een aangename comeback van Ane Brun.

Feist – Metals (Interscope)

In de literatuur had je Nescio, ongeveer de beroemdste schrijvers-schrijver. Een schrijver die niet zozeer veel gelezen en verkocht wordt, maar wel door veel schrijvers als invloed genoemd wordt. In de muziek is Ron Sexsmith een typische musicians-musician, de lijst met fans staat vol met beroemde namen, maar verkopen doet de man niet. Enkele van deze musicians-musician weten uiteindelijk wel, mede dankzij de promotie van hun beroemde fans, een groter publiek te bereiken. Feist is gelukkig de musicians-musician-status ontgroeit. Ze heeft de hulp van beroemde fans (Beck, Marike Jager) al jaren niet meer nodig, toch blijft ze een favoriete naam om te noemen als collega’s bevraagd worden over hun invloeden. Liedjes van Feist zitten in behoorlijk wat films en ‘Limit to your love’ werd dit jaar een hit in de versie van James Blake. Metals is haar vierde album als je de remixplaat Open Season niet meetelt. Als je Feist niet kent is Metals een prima start en bovenal een genot, want ze heeft al een paar albums vol met dit soort sfeervolle, goedgeschreven songs gemaakt. Want Leslie Feist is er wederom in geslaagd om dozijn prachtige liedjes te maken. Daar valt verder nog heel veel over te zeggen, maar luisteren is beter.

Laura Marling - A Creature I don’t know (Ribbon Records)

Iets meer dan een jaar na haar vorige, tweede, album komt Laura Marling alweer met haar volgende, derde, album. Goede liedjesschrijvers hebben niet veel tijd nodig. Kijk naar de stroom aan platen die artiesten als Neil Young, Jack White, Joni Mitchell, Conor Oberst, The Smiths, Bob Dylan, Ryan Adams, The Kinks, Ani di Franco en Leonard Cohen in het begin van hun carrière uitbrachten. Marling reken ik met drie albums van hoge kwaliteit toch al wel haast tot deze categorie. Want net als bij Feist, die er wel iets langer over deed (niet erg hoor meid), valt er over de nieuwe Marling vooral te zeggen dat het wederom erg goed is. Waar ze op haar debuut vooral heel kaal klonk, gaat ze nu verder op het pad dat ze met haar tweede album inzette. Meer afwisseling tussen de aanpak van de songs, die in de basis gewoon goede composities met kop en staart zijn (en sterke teksten ook!). Haar folkgeluid is soms nog wel kaal (zoals het erg Leonard Cohen-achtige ‘Night after night’), maar veelal uitgebouwd met meerder instrumenten en achtergrondzang. Het refereert aan Fairport Convention, maar ook aan minder folkgeoriënteerde artiesten als PJ Harvey (luister eens naar ‘The Beast’). En in die veelzijdigheid past zelfs jazz, zoals in de opener ‘The Muse.’ Melden dat haar derde album haar meest volwassen album is, is flauw (ze is net 21 geworden), dit is gewoon een logische vervolgstap: na een ingetogen, maar overweldigend debuutalbum en een tweede kwalitatief goede cd, volgt zonder twijfel de veelzijdige, volwassen derde.

Björk - Biophilia (Nonesuch)

In de nineties hadden alto’s de keuze tussen Alanis Morissette of Björk en als je niet kon kiezen, ging je voor PJ Harvey of Tori Amos. Waar Morissette, voorlopig, naar de achtergrond verdwenen is, keerde Harvey dit jaar glorieus terug met een historisch epos waarmee ze de Mercury-prijs won. En terwijl Amos juist een koerswijziging maakt (zie hieronder), keert Björk terug naar haar mid-jaren’90 sound. Björk is nooit een popartiest geweest die binnen haar genre bleef, die haar bewezen hitsound heeft uitgemolken. Björk is veel meer een kunstenaar telkens op zoek naar nieuwe grenzen om te overschrijden. Hierdoor worden niet al haar projecten hits, maar blijft ze wel scherp en interessant. Hoe deze terugkeer hierbinnen valt, is nog de vraag. Ik zie haar, ondanks de puike dans-achtige tracks op deze cd, niet zomaar weer een hit scoren. Hoeft ook niet, maar dit album maakt de indruk dat het wel weer eens tijd zou worden. Toch gaat de IJslandse zangeres niet alleen maar terug in de tijd. De experimenten die ze de laatste jaren heeft uitgehaald hebben ook hun effect op haar huidige sound; geluidsexeperimenten, ingewikkelde, meerstemmige, vocale trucs en uitgestrekte songs zonder refrein. In feite geeft Björk een soort samenvatting van haar carrière door middel van een stel nieuwe tracks. Biophilia is geen meesterwerk, maar wel een goed, toegankelijk album.

Tori Amos - Night of Hunters (Deutsche Grammophon)

‘That is not my blood on the bedroom floor,’ aldus de eerste woorden op de nieuwe Tori Amos-cd. We weten weer hoe laat het is. Althans, tekstueel lijkt Amos weer haar stokpaardjes (drama, seks, religie) te berijden, maar muzikaal is ze wel beduidend anders bezig in vergelijking met haar beroemde jaren ’90-werk. Misschien komt het door haar nieuwe platenmaatschappij. Deutsche Grammophon is vooral bekend vanwege klassieke muziekuitgaven, denk aan de Leonard Bernstein of Herbert von Karajan-platen. Een van de weinige andere popartiesten op het label is Elvis Costello. Amos heeft (alsof ze Tom ‘Young Amadeus’ Parker is) klassieke werken genomen, deze bewerkt en van eigen teksten en zangmelodieën voorzien. Muzikaal leende ze van Bach, Mendelssohn, Schumann, Debussy en nog een paar van die oude knakkers. Alsof klassieke muziek en Tori Amos al niet een sufheidsverhogende combinatie is, mag Tori’s tienjarige dochter ook nog eens op een derde van de tracks meezingen. Tel daar bij op dat ik nooit echt weg ben geweest van Amos’ stem en je hebt een gruwelijke cd. Ware het niet dat de plaat wel zo lekker voortkabbelt, dat de klassieke stukken vaag bekend voorkomen, dat je ze zo mee neuriet en je je waant op een winterse zondagmorgen, met zoete wijn en zoute pinda’s. Night of the Hunters kan zich qua vernieuwing niet meten met het laatste werk van Joanna Newsom. Amos maakt meer aangename, ongevaarlijke klassieke muziek. Night of the Hunters is vooral een heimweeplaat, die niet terug doet verlangen naar oud Amos-werk, maar naar de piano-etudes vol variaties op thema’s.

Ricco van Nierop

Volgende maand waarschijnlijk aandacht voor: Florence & The Machine, My Brightest Diamond, Nneka en Geike. Tips zijn welkom op dit adres.

Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.