Kort I.M. Amy Winehouse
Op deze plek zou een mooi In Memoriam van Amy Winehouse moeten staan. Althans ‘moeten’... wat had gemoeten was dat ze nog leefde en ze goede hulp had gekregen om met het leven om te kunnen gaan – wel of niet met als resultaat een nieuw album. Winehouse maakte een prachtig debuut. Op Frank klinkt ze als een vuilbekkende Erykah Badu-epigoon, aldus de Chicksinger van 2004. Met dank aan producer Mark Ronson brak ze wereldwijd door met Back to Black, een ouderwets orkest-soul-album in de traditie van Shirley Bassey, aldus de Chicksinger van 2006. Vervolgens dook Winehouse meer op in de roddelrubrieken dan in de muziekpers, wat ze echt niet enkel aan de pers heeft te wijten. Het is zeer treurig dat het zo is gelopen, maar Amy Winehouse was als zangeres al jaren totaal weggevaagd door de junk Amy Winehouse. Hopelijk zal ze een voorbeeld blijven voor muzikanten, vanwege die twee goede albums, vanwege die geweldige stem.
Roots
Kirsten Thien – Delicious (Screen Door)
Jolie Holland – Pint of Blood (Anti- / Epitaph)
Gillian Welch – The Harrow and the Harvest (Acony/Warner)
Dan mag je mooi rood haar hebben en Kirsten heten, die bluesrock die je maakt is volkomen bagger. Met andere woorden: mocht je geïnteresseerd zijn in oubollige blues, in een soort vierderangs Bonnie Riatt, haal die Delicious-cd van Kirsten Thien in huis. Dat rootsmuziek beter kan, bewijzen onder andere Jolie Holland en Gillian Welch. Jolie Holland is op haar vijfde album nog immer begiftigd met een prachtig melancholieke stem. Holland manoeuvreert listig tussen het stemgeluid en de muziek van Erin McKeown, Norah Jones en Dayna Kurtz in. Ze is uit haar rustige, donkere hoekje gekropen en maakt tegenwoordig niet alleen maar melancholische slaapliedjes. Haar album Pint of blood ruikt ook naar soul en rock. En daar kan Jolie goed mee overweg. Melodisch en tekstueel is ze de mindere van Kurtz en McKeown, maar met dit afwisselende album is ze met gemak interessanter dan Jones. Aan het eerder dit jaar uitgekomen album The King is Dead van The Decemberists vielen drie zaken op: het is misschien wel hun beste album, REM’s Peter Buck doet mee en zangeres Gillian Welch doet mee. Gillian Welch, o ja die hebben we ook nog. Rondom Welch was het jaren stil (haar vorige album stamt uit 2003) en dat is helemaal niet erg meer als je haar comebackcd The Harrow & The Harvest hoort. Kijk, dit is nog eens lazy rootsmuziek. Norah Jones maar dan beter, Emmylou Harris maar dan minder treurig. De zalvende stem (wat is dat in godsnaam, een zalvende stem?) Sorrie: een troostende stem vertelt verhalen, begeleid door akoestische gitaren, spaarzame banjo- en mondharmonicapartijen en tweede stem van manlief David Rawlings. Meer is het niet en meer heb je ook niet nodig. Een prachtig roots/folk/singsong-album.
Folk
Fairport Convention with Sandy Denny – Ebbets Fields 1974 (It’s about Music)
The Gathering Britannia – The Bridge Between (It’s about Music)
Ouderwetse folkliefhebbers koesteren Liege en Lief uit 1969 van Fairport Convention. De band was bijna in topbezetting (alleen Iain Matthews was net vertrokken, maar Richard Thompson, violist Dave Swarbick en zangeres Sandy Denny zaten nog in de band, de laatste twee zouden hierna ook vertrekken naar Fotheringay). Dankzij deze plaat en enkele andere solo-projecten groeide Denny uit tot de belangrijkste folkzangeres van de jaren ’70. Aangezien folk in die tijd een bloeiperiode doormaakte, bleef Denny – ondanks haar dood in 1978 – ongeëvenaard. Dankzij haar heldere, mooie stem die perfect lijkt te passen bij het moderne middeleeuwse folkgeluid van de band. Het kleine label It’s about Music brengt nu een live-concert uit, gegeven in 1974, opgenomen in Denver, V.S. Denny had zich na enkele solo-jaren weer bij de band gevoegd, Thompson was al vervangen door Trevor Lucas (man van Denny), maar Swarbick was nog aanwezig. En dat is te horen in meerdere folkrags waarop de violist goed van leer trekt. Naast de uptempo-songs en folkmedleys staan er voornamelijk rustige songs op deze live-cd. Deze laten Denny in topvorm horen met haar eigen compositie ‘Who knows where the time goes’ als hoogtepunt. In hetzelfde genre, bracht hetzelfde label een nieuw album uit van The Gathering Brittania, een folkband bestaande uit allerlei oud-leden van bands als Fairport, Fotheringay, Lindisfarn, Jethro Tull en Steeleye Span. Allemaal niet de belangrijkste leden van deze bands – zeg maar een soort b-selectie. De enige die de jaren ’70 niet bewust meemaakte is de zangeres van dit geheel: Kristina Donahue, de dochter van de Fairport-gitarist Jerry Donahue. De ouwetjes leveren een gevarieerd, maar weinig schokkend album af.
Pop/rock
Krystl – Rolling (Universal)
Yasmin – Friend or foe (8Ball)
Trap ik er nu weer in, een vrolijk zomers liedje op de radio en hup de hele cd checken. Het zomerse liedje was ‘Golden Days’ dat niet alleen op de radio maar ook in Martini-tvreclame te horen was. De zangeres is Krystl en deed het voorprogramma van Marco Borsato. Marco en Martini zijn geen zaken waar ik warm voor loop, dus werken niet als aanbeveling. Ondanks al deze bijzaken, is de debuutcd van Krystl een aangename ervaring. Vrolijke up-tempo songs die prettig in het gehoor liggen gezongen door een dame met een stevige stem. Nergens wordt het rock en nergens wordt het gevaarlijk of echt spannend. Rolling is een lekker tussendoortje. Dan over naar een andere, iets jongere, debutant. Yasmin wordt overal terecht vergeleken met Anouk. In Nederland hebben we niet heel veel zangeressen met een stevige strot die rockmuziek maken. De eerste albums van Anouk waren, op een paar singles na, nog niet bijster goed. Het debuutalbum valt ook in die categorie: enkele goede tracks, veel suffe rockliedjes om het album vol te krijgen. Maar de cd Friend or foe laat wel degelijk een goede zangeres horen, een zangeres die haar plek tussen Anouk, Jacqueline Govaert en Miss Montreal wel zal vinden.
Singersongwriter
Heather Nova – 300 Days at Sea (V2 Records)
Lucy Wainwright Roche – Lucy (Strike Back)
Marissa Nadler – Marissa Nadler (EB)
Zou het heel erg zijn als Heather Nova geen platen meer zou maken en voortaan alleen nog onder de douche zong? Met die vraag in gedachten beluisterde ik haar nieuwe cd. Niet de meest onbevooroordeelde blik geef ik toe. Op 300 Days at Sea staan dertien luisterliedjes die me meenemen naar het leven op zee (‘The good ship Moon’). Dertien liedjes die voorbij kabbelen. Mooie liedjes, vooral mooi gezongen liedjes, want dat kan Heather nog immer. Ondanks de songtitels ‘Turn the compass round’ en ‘Everything Changes’ kunnen de fans gerust zijn, Heather is totaal niet veranderd in de loop van 17 jaar en zeven albums. Ze zucht, zingt, sireent mooie melodieën over softe gitaarklanken heen. Ik kan me daar een paar luisterbeurten aan verwarmen, maar dan gaat het me irriteren dat het vooral meer van hetzelfde is, dat Nova zich niet vernieuwd. Het zou dus niet heel erg zijn als Heather Nova geen platen meer maakte en voortaan alleen nog onder de douche zong. Ik heb hier nog wel een douche staan. Lucy Wainwright Roche is pas aan haar debuut toe en behoeft geen onbevooroordeelde douchevragen. Wel brengt ze een dubbele erfenis mee, getuige haar achternamen: pa is de geweldige stand-up-singersongwriter Loudon de Derde, ma zangeres van damestrio The Roches, haar halfbroer heet Rufus en haar halfzus Martha. Bij elkaar goed voor een kast vol cd’s. Heeft Lucy daar nog wat aan toe te voegen? Zeker, want in tegenstelling tot Rufus en Martha is ze niet van de grote gebaren, maar pakt ze het klein aan. Daarnaast kan ze wel goede liedjes schrijven. Lichte folksongs produceert LWR gezongen met een ietwat dunne stem. Een stem die tegelijkertijd wel overeind blijft als ze in duet met de Indigo Girls gaat. Lucy is een teer album, maar al heel snel zeer dierbaar. Marissa Nadler komt uit Boston, is 30 en brengt haar vijfde album uit. Haar eerste cd op haar eigen label en direct ook maar de eerste die wereldwijd uitkomt. Dromerige singer-songwriter songs met vaak treurige verhaaltjes, maar ook meer bombastische folk over ingewikkelde relaties. Nadler heeft een beetje een ouderwetse timing en stemgeluid, waardoor ze bijna klinkt als Joan Baez (maar dan met fijnere stem). Dat in combi met haar dromerige diepgravende songs levert een interessant album op, waardoor ik direct op zoek ga naar haar vorige albums.
Soul
Beyonce – 4 (Sony)
Jill Scott – The Light of the Sun (Warner)
Joss Stone – LP1 (Stone’d Records)
Met zo’n titel zal het best wel het vierde album van Beyonce zijn. Natuurlijk staat dit album vol met hitparade R&B, vet geproduceerd met veel gastbijdragen en geweldig gezongen. In vergelijking met vorig werk, lijkt Beyonce wat meer ‘80’s discosoul in haar songs te hebben gestopt. Een vleugje Whitney Houston hoor ik zelfs. Ondanks dat 4 retestrak in elkaar steekt, word ik er niet warm of koud van. Ja, ja – ze heeft een geweldige stem, dat klopt. En, oké, het album is beter dan haar vorige (het zwakke Sasha Fierce-project). Maar echt spannende songs heb ik sinds een van haar eerste singles uit 2003 (‘Crazy in love’) niet meer gehoord. Jill Scott is van een heel ander kaliber. Ook zij komt met haar vierde (reguliere) cd, maar maakt veel minder hitparade-gerichte soul. Wat het niet per definitie beter zou maken, maar in dit geval wel. Het beste bewijs hiervoor is de track ‘Le Boom’. Een heerlijke groove met een soepel zingende Jill. Zelfs na negen (9!) minuten gaat de song niet vervelen. Het genre Nu-Soul is ondertussen oud geworden, maar Scott weet het nieuw leven in te blazen door haar soul te vermengen met jazz en funk. Als je haar oude Nu-soul-collega’s erbij pakt is ze ondertussen Angie Stone voorbijgestreefd (die is ingekakt), terwijl ze langszij komt van de meer freaky Erykah Badu. Joss Stone is de jongste (24) van dit trio acterende soulladies. Joss Stone is wel al aan haar vijfde album toe en tot haar plezier het eerste op haar eigen label (na veel gezeur bij EMI). LP1 staat vol rockerige soul, met een geweldige stem en betere liedjes dan Beyonce, want minder gelikt. De magie van haar debuutplaat met ouderwetse soul is allang verdwenen – en maakte de afgelopen jaren plaats voor te gelikte popsoul. Met deze plaat revancheert ze zich (misschien wel dankzij de tegenslagen) klinkt een Joss Stone die duidelijk gegroeid is. Misschien is die doorleefde stem, die ze op haar 16e al had, nu wel meer ‘doorleefd’. Puik album.
Volgende maand waarschijnlijk aandacht voor: Kitty, Daisy & Lewis en een Dylan-album van Thea Gilmore. Tips zijn welkom op dit adres.
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.