• Evenement: Crossing Border
  • Editie: 18e, 2010
  • Data: 17-21/11/2010
  • Verslag: Dag 3 Vrijdag in de Schouwburg
  • Datum bespreking: 20 November 2010

De vrijdag op Crossing Border: eclectisch als de neten


Een zaal vol Wilhelmus-fluiters, een rode ballon, rennende beren van Jamie tot Jesse, lichtmatrozen, engelvisjes, een sit-in, een coïtus interruptus in een bomvolle zaal, een gitaarmuur met dubbele dwarsfluit. Hiphoppers in een circustent, dichters in de vides, actrices in de kerk en rockers in de schouwburg. En tenslotte een SXSW-zangeres die de vloer met ons aanveegt. Kortom dag drie van Crossing Border was weer eclectisch als de neten en we prijzen de mus van de schemering.

‘De populisten en de christenen willen niet dat u naar het theater gaat,’ aldus de Nationale Mental Coach, Wim de Bie. De derde avond van Crossing Border 2010 begint met de actualiteit. De Bie sprak met wethouder Jan van Boven die hem voorspelde: ‘Volgend jaar zullen alle buitenlandse acts uit de programmering geschrapt worden.’ Onder leiding van De Bie (met behulp van een op ipad aanwezige vogel) fluit de hele zaal (al giechelend) als protest tegen de bezuinigingen op cultuur het ‘Wilhelmus’. Het fluitconcert stijgt op tot de nok van de grote zaal, zoekt zich een weg door de kieren van het dak en vermengt zich op het Voorhout met het piepen van de trams en de sirene van zangeres Anna Brønsted die met haar Broken Garden in de tent staat te spelen. Als de wind gunstig staat bereikt dit protest het torentje.’
De Bie's act is op zijn site te bekijken.

Bear Run is een jong gezelschap dat muzikaal prima zou passen in de nieuwe lichting folkbands uit de Verenigde Staten en Canada. Alleen komen ze uit Vlaanderen. Niets mis mee, want hun optreden klinkt voortreffelijk al lijkt de overal genoemde vergelijking met Bon Iver qua aanpak niet helemaal op te gaan. Bear Run pakt het minder kaal aan: een drummer, een staande bassist (met een staande bas), een toetsenist met heel veel verschillende klavieren, een zingende gitarist en een violiste die zich soms jankend overlevert aan de folk van de band. Mooi – meer kan ik niet zeggen (hou dan ook je kop!).

De mannen van Mercury Rev ondertussen laten hun rockplaten voor wat ze zijn – ze waren al twee maal met reguliere shows op Crossing Border te zien. Microfoons worden zo goed als niet gebruikt, maar wel een behoorlijk arsenaal aan instrumenten en een filmscherm. Le ballon rouge, de prachtige film van Lamorisse uit 1962 (over een jongetje dat gevolgd wordt door rode ballon in de straten van Parijs), wordt voorzien van een nieuwe soundtrack. Het levert een vervreemdende ervaring op – vooral voor diegene die de film als lief en wonderschoon bestempelen – want de heren zien in het redelijk vriendelijke verhaal een heel naargeestige superspannende thriller. Althans als je hun irritante noisegeluiden, paukenslagen en militante beats beluistert. Want met de oren dicht blijft de film geweldig.

‘De schaamte vult de kamer, waarin ik dit schrijf.’ Kees ’t Hart schaamt zich zoals ieder mens, maar gebruikt die schaamte juist in zijn verhalen. Hij gooit er een herinnering overheen – verzint er een mogelijk leven bij en stelt daardoor de ‘ik’ (en daarmee zichzelf) kwetsbaar op. Schrijvers die in de toekomst door Christiaan Weijts worden geïnterviewd, kunnen hun borst natmaken. Weijts draagt de grondige analyses van het werk van ’t Hart (specifiek zijn laatste verhalenbundel Engelvisjes) op een presenteerblaadje aan, terwijl ’t Hart met enkele voorbeelden en toelichtingen mag komen. Een mooi tweegesprek waarin de verhalen geduid worden en in context worden geplaatst. ‘Of ’t Hart gelooft in de absolute leeftijd, zoals Mulisch dat noemde?’ ‘Het is een mooi idee - en in dat idee zou ik een beginnende puber van 14 zijn - maar het is niet meer dan een idee. Wel neem ik een motto van Mark Twain over: ‘Don’t grow up’ en dat is niet een gebod, maar een wens.’

Het is een beetje Ierse avond, want zowel oude held Roddy Doyle als jonge helden Villagers trekken dusdanig volle zalen dat de Recensent uitwijkt naar een optreden van Jamiroquai. Pardon, ik bedoel natuurlijk Jamie Liddell. Liddell en band spelen een set Britse blanke funkpopsongs waar de vonken van afvliegen, althans zolang ze het tempo hoog houden. Zolang ze de zaal opjutten en aan het dansen krijgen. Want als ze het tempo vertragen, valt Liddell een beetje door de mand. En ga je ineens kijken wat voor jasje hij aanheeft, is dat nu een rits in neonkleuren – of heeft hij zelf met een merkstift zijn hippe jasje opgepimpt? In ieder geval begrijp ik door zijn kledingkeuze direct zijn hang naar foute ‘80’s keyboardpartijen. Maar gelukkig, het tempo gaat weer ophoog, feesten maar weer.

Springsteen heeft heel wat jonge neefjes die zijn soulfolkrockreveus op een punkwijze verjongen. Denk aan The Gaslight Anthem, Ryan Adams en de onbekendere Jesse Malin. Geheel onterecht overigens dat Malin nog niet al met een van zijn soloplaten is doorgebroken. Hij laat ook vanavond met zijn band St. Marks Social horen dat hij niet alleen wat te vertellen heeft, maar ook snoeiharde, vuige rock&roll kan spelen. Soms typische Amerikaanse cafémuziek – zo’n café waar de band achter kippengaas staat te spelen om alleen het bier, maar niet de glazen tegen zich aan te krijgen. Muziek waar je jonge gasten in het publiek verwacht, maar het Crossing Border-publiek (toch minimaal twintigers, als niet dertigers en veertigers) voelt zich met gemak weer 17 en schreeuwt met Jesse mee: ‘We are the sons of noone’. Gaat op zijn initiatief op de grond zitten voor een ware sit-in en een kort preekje over pma (positive mental attitude). En Jan Donkers – die al deze ruige Americana-kinderen bewust of onbewust, direct of via een omweg muzikaal opgevoed heeft – kijkt goedkeurend toe.

Maurice Seleky is zo’n jonge schrijver die prima tegen de klippen op kan werken. Hij staat op het hoofdpodium vlak voor Blitzen Trapper. De zaal wacht logischerwijs op de band, maar Seleky neemt de tijd. ‘Ik weet niet meer wie welk woord het eerste zei: wat is je naam? Dat zeg ik niet, zei ze, terwijl ze de condoom om mijn …’ Seleky ziet dat de stagemanager aangeeft dat het tijd is, tijd voor de band. ‘Nu?’ Het publiek heeft Seleky in deze korte tijd ondertussen omarmd, want protesteert om deze literaire coïtus interruptus. Gelukkig mag hij nog even, maar Seleky had zijn boek al dichtgeslagen en kan het bewuste fragment niet meer vinden. Als een drummer met zijn drumstokjes naar een concert, werpt Seleky het boek het publiek in. De gelukkige boekengraaier zoekt zich in de donker wordende zaal ongans naar het vervolg van het verhaal.

Blitzen Trapper had ik vooraf als een van de favorieten bemerkstift. Op basis van één mooi album (Furr). Maar de band blijkt tot meer in staat dan enkel stemmige countryrock met een beatlesausje. Ze maken ook progrock, doen aan folky samenzang en zijn in staat om mooie cd-tracks behoorlijk suf uit te voeren. Kortom: een goeie band, met goede liedjes, die niet helemaal van het podium afspatten.

Op zoek naar een echte afsluiter van deze avond tref ik wat dichters en zangers aan op de trappen. Ze lezen voor onder de noemer Delicatessen in een soort atelier-achtige setting. Voorbijgangers hebben amper door dat hier ook voorgedragen wordt (hou je kop, DBC!), door Frank Keizer en Boris de Jong (‘hier zal een samenzwering uit ontstaan’ werpt hij de vijf toeschouwers toe) en mooi gemusiceerd wordt door Showdog (je kunt hier hun laatste single gratis downloaden). Crossing Border heeft dit jaar meer dan voorheen aandacht voor dit soort gang-optredens en tentoonstellingen (zoals een galerie met schilderijen van Melle de Boer).

De zoektocht naar een echte afsluiter komt nog langs de gitaarmuren (die enkel door een dubbele dwarsfluit doorbroken worden) van Midlake en de sirene van Our Broken Garden in het 3voor12-café om uiteindelijk te eindigen bij de Haagse Kern Koppen. Geen gewone hiphopformatie en dat komt niet door hun teksten. Die zijn prima, maar maakt deze band niet bijzonder. Dat laatste bereiken ze door de muzikale aanpak. De band bestaat uit een percussionist, een bassist, een keyboardspeler en een computergestuurde geluidsmaker. Met elkaar maken ze opzwepende, afwisselende, stevige en inventieve livemuziek waarover de twee mc’s hun woorden rappen: ‘Ik meet rum tot aan de rand van mijn melkglas / en vergeet soms dat ik mezelf was.’ Een waardige afsluiting van de derde Crossing Borderdag.

Op Crossing Border zijn schrijvers en artiesten altijd al heel benaderbaar geweest. Ook deze avond treffen we DBC Pierre in de gang aan en Villagers feestend op straat en zie je schrijvers, actrices en muzikanten bij elkaars optredens. Als we nog even de avond doornemen in de Cuatrotent na het Kern Koppen optreden komen we de presentatrice van die avond en tevens zangeres van de SXSW-winnnende band Pitch Blond tegen. Op de eerste Crossing Border-avond gaf ze nog een puik optreden en nu is ze niet te beroerd om met een bezem in haar handen de vloer met de Recensent aan te vegen.

Tekst en beeld: Ricco van Nierop

Lees alle verslagen over Crossing Border 2010:
wo 17/11/10: Music City The Hague
do 18/11/10: Rufus Wainwright
vr 19/11/10: Vrijdag overall
vr 19/11/10: Vrijdag: Ed Harcourt
za 20/11/10: Zaterdag overall
za 20/11/10: Zaterdag: TimberTimbre, Local Natives