Folk lijkt de laatste jaren weer behoorlijk populair. Na de underground-hype van freakfolkers als Devandra Banhart, Coco Rosie, Dodos en Bowerbirds volgde de samenzangers-hype van Fleet Foxes, Bon Iver, Low Anthem, Woodpigeon, Monsters of Folk en Mumford & Sons. Daar tussendoor zwemmen dan nog de Great Lake Swimmers, Noah & the Whale, Mount Eerie en de ondertussen tot de oude garde behorende Sufjan Stevens en Feist. Naast Canada en de VS zingt ook Engeland weer een behoorlijk folkdeuntje mee. Naast de al genoemde en in de poplijsten doorgebroken Mumford & Sons, is vooral Laura Marling de koningin van de nieuwe lichting. Ze presenteert dit voorjaar haar tweede album. Net als Australiërs Angus & Julia Stone. De Amerikaanse Laura Veirs en Joanna Newsom zijn al wat langer bezig. Vier 'folk'artiesten, van weinig vernieuwend, maar erg goed, tot moeilijk doenerig en kunstzinnig.
Laura Veirs – July Flame
En ineens zat Laura Veirs in het eindejaarsprogramma Top 2000 a go-go. De onterecht nog niet doorgebroken Amerikaanse singer-songwriter in een Nederlands programma over gouwe ouwehits? In een filmpje over sessiebassite Carol Kaye (ze speelde met o.a. Sam Cooke, Beach Boys, Frank Zappa) klonk Veirs’ ode aan deze legende. Op Veirs’ zevende cd staat namelijk een song getiteld ‘Carol Kaye’. Een leuke song die inhoudelijk weinig met het verdere album te maken heeft. Want op die ode na gaat July Flame over persoonlijke zaken, de wereld (en vooral de natuur) om haar heen. Naast enkele kale songs (die in grotere getale op voorgangers als Year of the Meteors en Saltbreakers stonden) kiest Veirs ook nadrukkelijk voor meer dan een gitaar en haar (op Suzanne Vega lijkende) stem. Strijkers duiken in enkele songs op en Veirs lijkt in te haken bij de meezing-hype van haar mannelijke folkcollega’s. Veelstemmigheid is het sleutelwoord op enkele tracks en Jim James (zanger van My Morning Jacket en Monster of Folk) is de verantwoordelijke voor de mooie achtergrond-zanglijnen zoals op het galmende ‘Little Deschutes’ en het eerder genoemde ‘Carol Kaye’. July Flame is een mooie herintroductie en een goede reden om haar oudere albums er weer eens bij te pakken.
Verder lezen: Laura Veirs - Year of the Meteors (2005).
Laura Marling – I speak because I can
Wie zich folkliefhebber, singer-songwriterfan, chicksingeradept of gewoon muziekliefhebber noemt, en Laura Marling nog niet kent, dient zich te schamen. Alhoewel het vast goed voor de doorbloeding is, moet je je echter niet te lang schamen, je kunt beter Marling’s debuutcd Alas I cannot swim uit 2008 in huis halen. En vervolgens haar tweede album. Want Marling heeft de songwriter-kwaliteiten van Joni Mitchell. Haar debuutcd klonk heel elementair: gitaar, stem en af en toe wat extra instrumenten. Op haar nieuwe plaat haalt ze samen met producer Ethan Johns op enkele tracks heel wat meer uit de kast. Achtergrondvocalen, drums, banjo’s en mandolines komen voorbij, merendeels meegebracht en bespeeld door haar vrienden van Mumford & Sons. Het levert een afwisselend album op met rustige folkballads als ‘Goodbye England, covered in snow’ (een prachtig kerstlied) en ‘Made by maid’, maar ook meer opzwepende songs als ‘Devil’s Spoke’ of meezingers als ‘Hope in the air’. Marling lijkt met gemak haar alom bejubelde (en op deze plek tot album van 2008 uitgeroepen) debuutplaat te evenaren en misschien wel te overtreffen met een rijk, afwisselend en vooral compositorisch sterk album.
Verder lezen: Chicksinger - Jaaroverzicht 2008.
Joanna Newsom – Have one on me
Newsom is in eerste instantie kunstenaar of artiest en pas in tweede instantie misschien een folkartiest. Maar net zo goed een experimenteel popartiest of moderne klassieke componist. Het label folk blijft voornamelijk aan haar kleven vanwege haar instrument, de harp, waarmee ze op haar eerste plaat The Milk-eyed Mender (2004) als middeleeuwse minstreel overkwam. Op haar tweede album, Ys (2006), waren zowel de harp als de folk naar de achtergrond gedrukt door grootse (en erg lange) composities vol drama en heftigheid. Have one on me is muzikaal enigszins een terugkeer naar haar eerste plaat: experimentele popsongs met een folkachtergrond met als grootste referentie (en zeker niet alleen vanwege haar vergelijkbare stem) Kate Bush.
Twee verschillen met haar eerste plaat vallen echter direct op: de songs worden hier opgerekt tot gemiddeld zes, zeven minuten. En aangezien Joanna aan komt zetten met 18 tracks levert dat een driedubbelcd van 2 uur op. En daar moet je van houden. Van vergelijkbare artiesten als Kate Bush of Björk draai ik zelden meer dan één lp of cd achter elkaar. Hoe goed, vernieuwend en interessant hun werk ook is. Misschien is dat wel precies de reden waarom je na drie kwartier Newsom wel even vol zit: haar songs zijn tot in de puntjes verzorgd, met verrassende wendingen, prachtige arrangementen (samen met Van Dyke Parks) en verhalende teksten. Het belangrijkste punt van kritiek is daarom ook zeer paradoxaal: de nieuwe Newsom is teveel van het goede.
Verder lezen: Joanna Newsom - Ys (2006).
Angus & Julia Stone – Down the way
Vergeet Joss, Angie, Mick, Keith, Sly en de hele familie Stone. Hun neef Angus en nicht Julia uit Australië maken anno 2010 prachtige muziek. Verstilde folkmuziek, zoals ze dat al op enkele EP’s en hun debuutplaat A book like this lieten horen. Ondanks solo-projecten van beiden (dat in Angus’ geval al tot een cd leidde onder de naam Lady of the sunshine) zijn broer en zus Stone weer terug voor hun tweede plaat. Een warmere plaat, waar – net als bij Laura Marling – meer instrumenten en arrangementen debet aan zijn. Gebleven is de kinderlijke stem van Julia, soms aangevuld met de rustige stem van Angus. Angus is meer vocaal aanwezig dan op hun debuut, maar Julia trekt meer de aandacht omdat haar stem iets bijzonders heeft (denk aan Jolie Holland, Feist). Het resultaat is een cd die nog steeds folk als basis heeft, maar opschuift richting de alternatieve luisterpop. Down the way is een stap vooruit. Angus & Julia is nog immer een lievig folkduo, maar nu met minder verstilling en met meer pit.
Verder lezen: A & J Stone - A Book Like This (2008).
Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.