• Evenement: Crossing Border
  • Editie: nr17, 2009
  • Datum: 19/11/2009
  • Dagverslag 2: Openingsavond met Lilin en Veronesi
  • Datum bespreking: 20 November 2009

Geen hoofdgast, geen openingsavond


De officiële Openingsavond van Crossing Border 2009 was geen openingsavond van een groot festival. En dat kwam niet alleen doordat hoofdgast Saviano van de Italiaanse veiligheidsdienst niet mocht komen. De twee overgebleven gasten (schrijvers Lilin en Veronesi) hadden genoeg te melden, maar het gedroomde debat bleef hangen in aardige aanzetten en treurige anekdotes over de maffia en het vadersschap.

Roberto Saviano leeft sinds het uitbrengen van zijn anti-maffia-boek Gomorra (en vervolgens de verfilming) onder voortdurende beveiliging. Crossing Border had het voor elkaar gekregen om hem te laten debatteren over de macht van de literatuur en het belang van het vrije woord. In de publicaties van het festival werd zijn naam niet genoemd, maar was tussen de regels door wel te begrijpen dat het om hem ging. Door de recente ontwikkelingen in Italië (enkele kopstukken van de maffia werden opgepakt), kon deze gedroomde gast echter niet komen. Wat doe je dan als organisatie? Je laat het debat doorgaan omdat de afzegging het belang van het onderwerp alleen nog maar onderstreept. Helemaal terecht.

Toch kwam een debat over vrijheid van meningsuiting in het algemeen of Saviano’s specifieke situatie niet op gang. Interviewster Esther Eikelenboom (journalist voor EenVandaag) bevroeg beide heren in het Engels (voor alle drie niet hun moedertaal), terwijl ze dat liever in het Italiaans had gedaan (voor maar twee van de drie niet hun moedertaal, maar voor minstens 60% van de zaal niet te volgen). Het stroeve Engels van de, in Italië wonende, Rus Nicolai Lilin was soms moeilijk te volgen, maar verder was de taalbarrière niet het belangrijkste probleem van de avond.

Eikelenboom had zich natuurlijk ook verheugd op een heftig, emotioneel debat met Saviano. Nu kondigde ze een publiek debat aan na afloop van haar dubbelinterview en stortte ze zich (zenuwachtig en al) vol overgave in de boeken van de twee overgebleven heren. Ze bevroeg Sandro Veronesi over zijn boeken Kalme Chaos en Troje Brandt en Lilin over zijn Siberisch Opvoeding. Veronesi vertelde over hoe gewone Italianen de maffia bekijken (‘zolang ze elkaar afmaken is het prima’) en dat dat een misvatting is (‘want de maffia maakt niet alleen elkaar af, ze zijn ook uit op controle van de buurt, de stad, de handel – ook in Nederland’). Lilin vertelde over de Russische maffia waar hij in opgroeide (‘ik werd een man toen ik op mijn dertiende voor 8 maanden in de gevangenis geheel op mezelf was aangewezen’).

Op momenten dat het inhoudelijk even spannend leek te worden - Veronesi praat over Saviano: ‘he is free of writing, but not free of living’ - of Lilin praat over zijn gewelddadige verleden: ‘I am a nice boy, but in the war I shot some men’ weet Eikelenboom hier geen gebruik van te maken. Ze laat deze wel of niet bedoelde voorzetjes doodbloeden en gaat door met haar volgende gespreksonderwerp. Het is ook aan haar als gespreksleider te wijten dat er tot slot nog maar tijd is voor één iemand uit het publiek om een vraag te stellen. Gelukkig was de bewuste vrouw zo slim om twee vragen tegelijk te stellen, anders was het helemaal karig geweest. Van een publiek debat kwam in de zaal niets meer terecht. Bij het verlaten van de zaal, hoorde ik iemand zeggen dat ‘Michael Zeeman node gemist werd bij dit soort avonden.’

Toch ligt het stroef lopen van het debat niet enkel aan Eikelenboom. Ze had te maken met twee heren die geen klik met elkaar hadden en ook geen enkele zin in dit gesprek leken te hebben. De pogingen die Eikelenboom deed om de heren op elkaars woorden te laten reageren mislukten. Het was al goed aan het verschil in houding te zien. Veronesi had vanwege een technisch mankement een handmicrofoon gekregen, terwijl Lilin een nog werkend microfoontje op zijn borst had zitten. Veronesi speelde verveeld met de microfoon in zijn hand tot hij weer wat moest zeggen en keek dan het publiek in, ratelde zijn woorden de zaal in alsof hij in een talkshow op tv zat (de man heeft sowieso de uitstraling van een romantische Franse zanger). Ondertussen zat Lilin ineengedoken op zijn stoel, zich wat al te bewust van zijn plaats in de spotlights. Als Lilin dan aan de beurt was, bleek hij meer te melden te hebben dan showman Veronesi, alleen stelde hij zich te bescheiden op (‘I am no writer, I’m just the guy who wrote the book’). Iets waar Eiekelenboom vervolgens niet doorheen prikte.

Een hoofdgast die niet mocht komen, twee interessante schrijvers zonder klik, een gespreksleider die daar niet doorheen prikt en tijd voor precies twee vragen uit het publiek. Een optelsom die negatief uitpakt. Laten we het geen Openingsavond van een groot festival noemen. We waren immers stiekem op woensdag al begonnen en doen dat anders vanavond gewoon opnieuw.

Ricco van Nierop