Crossing Border 2009 – Dag 1: Oxfam/Novib / PEN –Awards
Ondanks dat donderdagavond de officiële opening van Crossing Border plaatsvindt, is het festival stiekum woensdagavond al begonnen. Terwijl Haagse bands in het Paard een vooruitblik werpen op hun Amerikaanse avontuur, werd in het Regentes-theater stil gestaan bij schrijvers en journalisten die hun leven op het spel zetten om te kunnen schrijven wat ze willen (en moeten) schrijven.
Manon Uphoff is recent toegetreden tot het PEN-bestuur en presenteert de avond. Ze heeft het over vrijheid van meningsuiting, over al die landen waar de Novib en de PEN zich druk om maken, over het verschil met Nederland, waar ‘het vrije woord’ ook niet zo vanzelfsprekend is. Vervolgens laat ze het vrije woord aan de dichters:
Erik Jan Harmens spreekt over ‘vlammenfetisjisten’, ‘sims’, ‘de loop in de mond’ en beweert vervolgens: ‘ik verstond alleen de zelfstandige naamwoorden niet’. Het mensen in het publiek (een ultieme verzameling aan politiek correcte grijze wereldwinkeldames) kijken elkaar met vraagtekens op het voorhoofd aan. Vrijer kan het woord niet zijn bij deze heerlijke, goed uitgesproken, verwarringspoëzie.
Ilse Starkenburg vertelt over het ‘Eenzame uitvaart’-project, waarbij dichters een speciaal geschreven gedicht voorlezen op de begrafenis waar verder niemand op af komt. Blijkbaar is dit serieuze project nog niet bij iedereen bekend, want haar introductie wekt gelach op in de zaal. ‘Zalig zijn de onwetenden,’ schiet het cynisch door me heen, om me vervolgens te realiseren dat ‘zij’ daar lol hebben, terwijl ik naast al die bedreigde schrijvers nu ook nog met allerlei eenzame doden in mijn hoofd zit. Hoe zalig is dat?
Peter Holvoet Hanssen geeft een frivool, theatraal optreden, waarin hij ‘aan de staart van een kameel door de nacht reist’, ‘amazing grace’ zingt en op een, uit zijn binnenzak geviste, melodica blaast. Had ik maar zo’n binnenzak…
Ruth Lasters heeft door dat haar poëzie nogal somber is en schakelt over op iets vrolijks, maar haar woorden blijven net zo raak: ‘Vermoedens zijn / oefenverlangens. Maar weet waar precies een draaitrap staat, om er / telkens bij ontreddering een trede of spijl uit te / stelen, hem in je kamer langzaam weer / op te bouwen. Bel me als hij af is. Iemand moet je erop / naar boven, zijlings.’
Mustafa Stitou is terug van weggeweest en heeft de lachers op zijn hand met zijn gedicht over ‘theezakjes’ en ‘barcodes’ van het ouder wordende lijf. Ondanks de humor blijf ik hangen bij zijn eerdere perpetuum mobile-achtige zinnen: ‘terwijl ik in het souvenirwinkeltje een lenin-mok afreken / vertelt de klankdichter een anekdote’. Probeer maar eens deze twee zinnen te lezen en direct erna weer; het slot van zin twee genereert het begin van zin één.
Els Moors brengt één lang gedicht over haar maand in Dubrovnik (Kroatië), de stad die opgekocht wordt door buitenlandse toeristen: ‘ontroostbaar rijd ik tegen het been van de stad op’. ‘Nee, vanavond niet, we hebben gasten.’ De zinnen van Moors hebben een vervreemdend effect, een prettig vervreemdend effect.
Rodaan Al Galidi charmeert de zaal met zijn performance. Al begrijpt hij zelf de titels van zijn gedichten niet (‘haven in de kelder’) en is zijn drieluik over de Slegte behoorlijk flauw (‘hier zijn de boeken met pensioen’).
De Awards:
Rudolf Geel (PEN Nederland) en Tom van Lee (Oxfam Novib) spreken om beurten over het opkomen voor schrijvers en journalisten die bedreigd worden. ‘Ze schrijven wat velen denken, maar niet durven uitten.’ Eerdere, ondertussen vermoorde, Award-ontvangers worden aangehaald: Hrant Dink en Anna Politkovskaya.
Paul Rosenmöller gaat op die laatste naam verder in zijn persoonlijk getinte toespraak. Voor zijn tv-programma was hij op de redactie van de krant waar Politkovskaya werkte en zag een foto van haar hangen. Naast nog vier foto’s van haar- in het Westen onbekende - collega’s die dezelfde prijs betaalden voor hun schrijfwerk. Hij vroeg de huidige redacteur (die nog immer kritisch over de Russische politiek schrijft) of hij bang was: ‘ik ben niet bang, ik maak me zorgen om mijn kat. Mijn moeder is bang om mij…’ Rosenmöller keek hem in de ogen en dacht: ‘hoe kom ik jouw naam straks tegen in de krant? Als schrijver van een artikel of in een rouwadvertentie?’
Rosenmöller en Chi Dang. Foto: Hans Paul Alting von Geusau
Chi Dang is als enige van de vijf laureaat aanwezig om haar Award in ontvangst te nemen. Ze leeft al jaren in ballingschap in Canada, maar publiceert over de hele wereld en in Vietnam over misstanden in haar geboorteland. In haar ontvangstspeech somt ze enkele telefoontjes op die haar de laatste jaren bijbleven. Een vierjarig meisje dat belt en vraagt waarom haar vader is weggevoerd. Een vriendin (politiek activist) die angstig opbelt dat ‘ze’ NU voor de deur staan om haar te halen. Die laatste woorden en de stilte die erop volgde blijft Chi Dang achtervolgen. Ze eindigt strijdvaardig: ‘Fear can never stop us as defenders of human rights.’
Dobet Gnahoré zorgt na de vrije woorden van de dichters en de bedreigde woorden van en over de PEN-laureaten voor een welkome ontlading. Deze zangeres/danseres uit de Ivoorkust geeft een powerful optreden, dat de beklemmende sfeer van de avond doorbreekt.
Met dank aan Oxfam Novib voor de biografische informatie.
Vind hier meer info over het PEN
Vind hier meer info over Oxfam / Novib
1. Vietnam: schrijfster Chi Dang zet zich al jaren in voor de mensenrechtensituatie in haar land en de vrijheid van meningsuiting in het algemeen. Ze mag haar land niet meer in en leeft en werkt sinds 1980 in Canada. Haar werk wordt gepubliceerd en gekopieerd in jongerenbladen, op internet, in kranten, bladen en radioprogramma’s. Ze publiceert overal ter wereld, maar ook gelukkig nog in Vietnam. Zij is medeoprichter van het Free Journalist Network in Vietnam. Ook richtte ze een stichting op tegen mensenhandel, prostituering en geweld tegen vrouwen en kinderen in de Mekong.
2. Iran: journalist Maziar Bahari (41) werd (net als 20 andere journalisten) na de Iraanse verkiezingen opgepakt en gevangengenomen, zonder tenlastelegging. Bahari is correspondent voor het Amerikaanse Newsweek en maakt al 10 jaar documentaires en artikelen over de Iraanse samenleving. Afgelopen oktober werd hij, na vier maanden, vrijgelaten.
3. Georgië: schrijver Irakli Kakabadze (40) richtte het Civic Disobedience Committee en het Theater for Change op welke een belangrijke rol speelden bij de Rozenrevolutie. In 2003 werd daardoor de Georgische president Sjevardnadze vreedzaam naar huis gestuurd. Kakabadzes blijft ook de nieuwe machthebbers van kritiek voorzien, waardoor hij al vier keer gearresteerd werd en een hersenschudding opliep. Momenteel woont en werkt hij in ballingschap in de Verenigde Staten, onder andere als adjunct-professor Conflictresolutie. Een citaat: “Ongewapend vechten voor rechtvaardigheid is een prachtige maar tegelijkertijd angstaanjagende ervaring.”
4. Sri Lanka: redacteur, journalist en advocaat Sonali Samarasinghe was redacteur van het kritische dagblad de Sunday Leader tot het kantoor in 2008 werd aangevallen en haar man (en tevens voormalig hoofdredacteur) op weg naar zijn werk werd vermoord. Zij schrijft, onder andere in haar columns, onomwonden over corruptie en machtsmisbruik. De bedreigingen tegen Samarasinghe gaan na de dood van haar man gewoon door. Een verzoek om politiebescherming vond geen gehoor. Daarom woont Sonali Samarasighe nu buiten Sri Lanka.
5. Colombia: columnist en redacteur Daniel Coronell schreef in 2007 over vermeende banden tussen president Uribe en drugshandelaar Pablo Escobar. Uribe noemde Coronell een “lafaard, leugenaar, zwijn en professioneel lasteraar”. Coronell schrijft voor tijdschrift Semana en de krant El Espectador en voor tv. Op dit moment is er een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd omdat hij verband legde tussen een zakenman en drugshandel. Ook staat Coronells naam in uitgelekte staatsdocumenten die oproepen tot vervolging van veertien journalisten en acht persagentschappen. Wegens doodsbedreigingen woont hij nu in ballingschap in de Verenigde Staten.