Slammers infiltreren Poetry

Middeleeuwse sprooksprekers deden het met een lier, beatpoets met bebop, podiumdichters met een strijkje en punkdichters, u raadt het al ... met punk. Slammers, tot slot, doen het met een dj. Niets nieuws dus, als je goed naar het verleden kijkt, maar een frisse wind kan nooit kwaad als het wiel nog niet genoeg keer is uitgevonden. Afgelopen week vonden de eerste World Slampionships plaats tijdens Poetry International.

Gezien de deelnemers is er meer sprake van een Open Europese Slampioenschap, want op een Amerikaan na komt de rest van de slammers van behoorlijk dichtbij. Omdat de deelnemers niet voor niets zijn gekomen, is de wedstrijd uitgespreid over twee voorrondes en een finale. En de voorrondes tellen niet mee qua puntentelling. Gewoon voor de fun dus, al werd er wel om het hardst gestreden.

Ronde 1: Rotown

Mc Rik Maverick zweept het publiek op, terwijl om beurten de dichters opkomen en hun teksten slammen. Buddy Wakefield spreekt met zijn hele lichaam, de Zweedse kampioen Emil Jensen speelt met de beamer waarop een vertaling van zijn gedicht is te zien. De enige dame in het gezelschap is de Italiaanse Sara Ventroni. Haar rustige voordracht valt weg tussen het geweld van de andere typische café-acts. Want de arena is die van herriemakende kroeggangers, al moet het poëzieminnende publiek nog wat wennen aan deze rol. Duitser Lasse Samström springt er met zijn Nederlandstalige teksten uit. Enigszins geholpen door zijn accent, heeft hij veel succes met zijn haast cabareteske gedichten. Winnaar, althans van deze avond is Pilot le Hot uit Parijs. Met zijn felheid en zijn recalcitrante teksten heeft hij een brug geslagen tussen de punkdichters en de slamdichters. Gezien zijn leeftijd (38) is dat niet eens verbazingwekkend.

Ronde 2: Schouwburg-lobby

Vanuit het café beweegt de Poetry Slam zich langzaam richting het echte festival. Ze staan nu al in de lobby van de Schouwburg. Het normale Poetry-publiek, die vooral voor de tekst komt (zal men zeggen) vermengt zich met het Slam-publiek, die vooral voor de entertainment komt (zal men zeggen). Dankzij de dj, de mc en de slammers werkt het. Misschien helpt het dat de deelnemers ondertussen bekenden van elkaar zijn en vanuit het publiek elkaar aanmoedigen. Toch krijgen vooral de Nederlandse Woorddansers en Sara Ventroni veel bijval. De Italiaanse draagt wederom rustig voor. Gezien het feit dat ze ook op het normale Poetry-programma staat, is het applaus niet eens verbazingwekkend.

Finale: Grote schouwburgzaal

Op donderdag hebben de entertaindichters het Mekka van Poetry bereikt; de grote zaal. En dat terwijl de meeste deelnemers niet eens een bundel uithebben. Schande! De jury die ook al enige dagen meedraait, houdt de bordjes omhoog. Een 9 van Frank Tazelaar van Wintertuin, een 10 van Bart FM Droog (Epibreren), een 8 van de onbekende dame uit de zaal. De gedoodverfde slampioen Pilot le Hot valt in deze theatersetting volledig door de mand en zijn felle woorden kaatsen terug. Toch haalt hij nog een tweede plaats. Evenals de Woorddansers die wel beter staan te slammen. Ze hebben duidelijk meer ervaring in het establishment en overtuigen met hun tweestemmige Nacht in Rotterdam. Wereld Slampioen wordt de Amerikaan Buddy Wakefield, die op de drie verschillende podia zeer sterk overkomt. Al is hij het daar vast niet mee eens, gezien zijn tekst: 'I'm not perfect, but I wasn't meant to be.'

Slam op Poetry is hiermee een feit, en hopelijk geen eenmalige aangelegenheid. Wel dient de organisatie Slam uit de grote zaal te weren. Niet omdat die heilig is en alleen bestemd is voor de 'echte' poëten. Nee, enkel omdat slam hier dood slaat. De halfvolle zaal joelt wel op commando en de dichters doen hun best, maar nergens wordt het zo levendig als in het café. Slam gedijt beter in een bierrijke omgeving met uit zichzelf schreeuwend publiek dat staat en niet achterover leunt. Slam is geen achteroverleunpoëzie. Slam is staande poëzie. Tot volgend jaar dus, in het Poetry-café, met meer deelnemende landen, poulewedstrijden en meetellende voorronden. En hopelijk wederom met mijn persoonlijke favoriet Lasse Samström.

Ricco van Nierop