de Recensent 27-10-01
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Een uniek tijdsdocument

Jacob ter Veldhuis Jacob ter Veldhuis presenteert: 'Heartbreakers' - een opmerkelijke collage songs die de aan het Groningse conservatorium afgestudeerde Ter Veldhuis grotendeels aan het eind van de vorige eeuw componeerde en waarin hij ogenschijnlijk moeiteloos jazz, funk, kamermuziek en/of klassiek laat samen vloeien met samples van gesproken woord. Dit levert opmerkelijke, onverwachte combinaties op, zoals in het op een licht hilarische manier melancholieke 'Tatatata'. Hierop begeleidt cellist René Berman al dan niet vervormde samples van een oude man die een soldatenlied uit de 1e Wereldoorlog zingt dat hij van de Franse dichter Guillaume Apollinaire heeft geleerd tijdens een ontmoeting gedurende het interbellum. Aan het eind van het nummer repeteert een gramofoonplaat de fameuze regels van Appollinaire: 'vienne la nuit, sonne l'heure...'

Het uur luidt op 'Heartbreakers' ruim 78 minuten lang, echter te kort om het volledige rijke muzikale universum van Ter Veldhuis te kunnen vatten in de in het calvinistische Nederland zo geliefde hokjesgeest. Ter Veldhuis laat zich simpelweg niet indelen. Vanaf het begin van zijn carrière heeft de componist zich met kracht verzet tegen humorloosheid, intellectualisme en pretenties in de hedendaagse (klassieke) muziek. Hij is altijd op zoek geweest naar nieuwe invalshoeken met composities als 'Het parkietenkwartet' (voor parkiet, drie instrumentalisten en computergestuurde synthesizer) en het 'Derde strijkkwartet' waarvan de ondertitel 'There must be some way out of here' is ontleend aan Bob Dylan. Dit alles conform zijn credo: 'Muziek gaat over gevoelens die zich niet laten systematiseren'.

Heartbreaker

Ook op 'Heartbreakers' gaat Ter Veldhuis het experiment niet uit de weg en zet hij het gesproken woord centraal als onderdeel van de muziek. Op zich is dit niet nieuw (Brian Eno en David Byrne deden iets dergelijks al in 1981 op 'My life in the bush of ghosts'), het is echter de uitgekiende balans van muziek en woord die op het album te horen is wat deze CD tegelijkertijd ondoorgrondelijk als herkenbaar maakt. Ter Veldhuis speelt met het gegeven dat herhaling de kracht van de boodschap is, weet heftige emotionele statements een relativerende ondertoon te geven zonder zich te verliezen in goedkoop effectbejag. Getuige het titelnummer (bestaande uit twee delen) waarin Ter Veldhuis op een bed van lome tot uitbundige funky jazzklanken gespeeld door The Houdini's, citaten uit Amerikaanse talkshows in een sublieme coherente context plaatst als haast beangstigende weerspiegeling van de Jerry Springer-generatie: 'She's proud to be a prostitute / I mean they're out giving it away, at least I'm getting money out of it / Is anyone here pregnant? / YEAH ME!' (uit 'Heartbreakers part II).
Dezelfde brille in het geven van een nieuwe betekenis van citaten door ze uit hun verband te rukken, toont Ter Veldhuis in 'May this bliss never end' (met René Berman op cello en Kees Wieringa op piano) en 'Pitch black' (met The Aurelia Saxophone Quartet). Beide songs bestaan uit interviewframenten van de in 1988 overleden trompetist Chet Baker. Een herschikking die leidt tot prachtige nieuwe teksten: 'There was a bright blue color / Somebody put that down there / There was a bright blue color / When I say blue, I mean blue / He almost died that day' (uit: 'May this bliss never end').

De citatenkeuze van Ter Veldhuis is zwaar, een indringende chrestomathie van aangrijpende teksten. Uitspraken variërend van jeugdige, tot levenslang veroordeelde delinquenten (in 'Grab it!') tot Amerikaanse soldaten die vertellen over hun ervaringen tijdens de Golfoorlog (in 'Gulf war'), organisch geïntegreerd in lang uitgesponnen songs van diverse muzikale pluimage. Dit maakt 'Heartbreakers' niet alleen tot een geslaagd muzikaal experiment, maar bovenal tot een uniek tijdsdocument van de jaren '90 tot heden.


 
Olaf Risee
 
 
terug naar hoofdpagina