Verhalen van zes-en-één nacht

Sprookjes werden vroeger zo verteld, dat ze pasten binnen de normen en waarden van de tijd en van de voorlezer. Voordat de olifant kwam met zijn grote snuit, keek het moralisme altijd nog even om de hoek. Dit gold niet alleen voor Europese sprookjes, maar ook voor de Arabische vertellingen van 1001 nacht. God of Allah vrezen en niet van het rechte pad afdwalen, was de belangrijkste les. Maar anno 2002 is er toch wel wat veranderd.

Naima El Bezaz schreef in 1995 de veelbekroonde novelle De weg naar het Noorden. Tussen toen en nu zaten verschillende publicaties, maar nog geen opvolger. Wel had ze een excuus, ze studeerde af en werkt tegenwoordig als jurist. El Bezaz komt nu met zeven verhalen, min of meer in de traditie van 1001 nacht. Minnares van de duivel bestaat uit mystieke sprookjes die zich afspelen in het zand van Marokko. Overkoepelend thema is de invloed van de duivel op het leven van alledag. In feite zijn het los te lezen verhalen, maar verschillende thema's komen terug en één personage komt in haast alle verhalen voor. Het een roman noemen, zoals de achterflap doet, gaat echter iets te ver.

Duivelse moraal

Een djinn is een duivel die godvrezende mensen van het rechte pad probeert te krijgen. En dan gaat het vooral om overspel versus huwelijkse trouw. Handlangster van de djinn is de oudere vrouw Lalla Rebha, een 'zwarte magiër, die met behulp van haar djinn mensen kan helpen. Vooral vrouwen die last hebben van een overspelige echtgenoot. Daarnaast schopt ze ook, op verzoek van haar djinn goede huwelijken door elkaar. In Iblies en de oude vrouw krijgt Lalla Rebha de opdracht een heilige band tussen twee mensen te verstoren. De opdracht komt van een hogere duivel, die Lalla Rebha één kans geeft, voor hij naar de jongere joodse concurrente van Rebha gaat. Zonder de hulp van duivelse krachten, maar enkel met woorden weet Lalla Rebha de geliefden tegen elkaar op te zetten. De geliefden gaan denken dat ze elkaar willen vermoorden, wat uiteindelijk ook gebeurt.

Couscous

Opvallend aan de bundel is, dat een negatieve moraal best kan bestaan tussen tegenovergestelde conclusies. In het openingsverhaal De andere vrouw heeft Nourlaila last van een overspelige man. Ze laat veel toe, maar als manlief Sabir echt verliefd wordt op één van zijn vriendinnetjes, gaat hij te ver. Ze zoekt hulp bij Lalla Rebha. Tegen het vaste tarief van zeshonderd dirham krijgt Nourlaila een couscous mee die ze aan haar man moet voorschotelen. Sabir eet als geen ander en valt in een diepe slaap. Na dagen wordt hij wakker en is op slag veranderd. Hij heeft alleen nog maar aandacht voor zijn vrouw. Wel lijkt hij jaren ouder en minder vitaal geworden. Maar Nourlaila is gelukkig en daar ging het Lalla Rebha om. De moraal is hier juist dat hij terug moet keren op het rechte pad. Vanuit de man gezien overwint wederom de echte liefde niet. Vanuit de vrouw gezien echter wel

Doorschijnende djellaba's

De verleidingen waaraan de simpele mensen bloot worden gesteld zijn niet nieuw. De wisselende moraal is echter wel modern. Goed of kwaad overheerst niet. Beide kunnen bestaan en worden door elkaar beïnvloed. Deze wisselwerking maakt dat het moralisme van de verhalen niet irriteert. Naima El Bezaz heeft een mooie mystieke bundel geschreven die geen betere titel had kunnen hebben. In het verhaal De dochter van de djinn wordt uit de doeken gedaan hoe Lalla Rebha in de ban van de duivel kwam en wordt verklapt wie de minnares van de duivel was. Echte liefde, doorschijnende djellaba's, overspel, seks, duivels, couscous en Lalla Rebha vormen de ingrediënten van alle zeven verhalen.
El Bezaz moet het vooral van haar fantasie hebben, die maakt haar verhalen zo levendig en lekker leesbaar. Haar schrijfstijl stoort niet, wat haast niet positief op te vatten is - ze had creatiever in haar woordgebruik kunnen zijn. Het heeft mij echter niet kunnen weerhouden met plezier en in sneltreinvaart haar boek uit te lezen. Op naar de volgende 994 nachten van Naima El Bezaz.

Ricco van Nierop