print deze pagina

TEGEN, maar dan leuk



Auteur: Michael Moore
Titel: Stupid white men, Amerika onder George W. Bush
Uitgeverij: Arbeiderspers
ISBN: 9029531037
Datum bespreking: 01-05-2003
 
Michael Moore

Wie Michael Moore niet van zijn programma TV-nation kent, kent hem wel van The awful truth. Programma’s waarin hij het voor de kleine man opneemt tegen grote ondernemingen. Als je dit niets zegt, dan ken je hem vast van zijn sterke documentaire Bowling for Columbine over de wapengekte in de USA. Gaat er nog steeds geen bel rinkelen? Michael Moore is de man die bij de laatste Oscars fel uithaalde naar de fictieve president Bush en zijn vuile oorlog die om fictieve redenen gevoerd werd.

Bij de Oscar-uitreiking maakte de man definitief naam bij het grote publiek. De Arbeiderspers heeft met het uitbrengen van zijn laatste boek gewacht tot na die uitreiking. Slim, want zo kun je die publiciteit mooi meepikken. Moore’s Amerikaanse uitgeverij was wat minder slim. Die wilde zijn boek in het geheel niet uitbrengen, omdat het net 11 september was geweest en je dan niet negatief over Bush mocht spreken. Dankzij een stoere bibliothecaresse werd de uitgever onder druk gezet en kwam het boek alsnog uit. Met als gevolg dat het in 2002 de best verkochte non-fictie titel in de US kon worden.

Conservatief record

Het boek is een lange goed onderbouwde komische aanklacht tegen het Amerika van vandaag. Komisch en ironisch, maar zeker ook serieus bedoeld. De stupid white men uit de titel zijn de mannen en vrouwen rondom Bush. Mannen die het voor het zeggen hebben, die zorgen dat ze rijker worden van hun machtspositie. Moore nagelt al deze mannen aan de schandpaal, bekogelt ze met geinig geformuleerde gegevens; voormalig oliebaron en huidig vice president Dick Cheney is recordhouder conservatief stemmen; tegen gelijke rechten, tegen peuterspeelzalen in achterstandswijken, tegen een resolutie om Mandela vrij te krijgen, tegen financiering van abortus (zelfs na verkrachting of incest). Op deze wijze behandeld hij de gehele zittende regering. President Bush krijgt extra aandacht waarbij zijn verleden, maar vooral zijn acties als president worden belicht.

Dood aan de blanken

Hoewel het komisch en terecht is om deze hooggeplaatste personen te bekogelen met treurige feiten, gaat de lol er wat van af als Moore zichzelf gaat herhalen. Vooral in zijn kritiek op Bush (sr en vooral jr) heb ik het, ondanks de grondige hekel die ik met de auteur deel, wel gehad na vier hoofdstukken.
Gelukkig schenkt Moore ook aandacht aan de slachtoffers van de stomme witte mannen. In zijn hoofdstuk Dood aan de blanken doet hij wat blanken via de media al jaren met zwarten doen; ze alleen in negatieve termen benoemen. De leraar die me liet zakken, de baas die me ontsloeg, de roekeloze autobestuurders, het vriendinnetje dat het uitmaakte, de huisbaas die me afperste, de tv-directeur die mijn programma censureerde, de topmannen die veel verdienen en daarvoor duizenden mensen op straat zetten, de uitvinders van wapens en bommen en de uitroeiers van de indianen. Het waren allemaal blanken.


 

Moore betrekt de situatie ook op zichzelf. Hij klokt hoeveel zwarten hij tegenkomt die geen uniform aan hebben. Bij al zijn afspraken die hij in Los Angeles heeft, komt hij geen enkele zwarte tegen, terwijl er een miljoen inwoners niet-blank zijn in L.A. Maar die werken niet bij de bedrijven waar hij afspraken heeft. Ze zitten niet in die posities waar ze met veel ‘belangrijke’ blanken in aanraking komen.
Moore haalt er nog rap (‘ik koos het woord en niet de gun’) en countrymuziek (‘ik schoot en heb geen spijt’) bij en hoe deze consequent eenzijdig in de media komt. Of een basketbalgame, met 1 blanke (scheidsrechter) op het veld en 1 zwarte in de zaal (Spike Lee). Ook heeft hij stupide en serieuze tips voor blank en zwart; neem alleen zwarten in dienst, trouw met een zwarte, zet een blanke pop naast je in de auto (dan denkt de politie dat u een chauffeur bent en wordt u met rust gelaten).

Broeikaseffect: neem zwemles

In alle hoofdstukken schopt Moore tegen het establishment, maar de delen waarin hij meer aandacht aan het probleem besteedt dan aan het schoppen, zijn het best. Dood aan de blanken is daarvan een voorbeeld, maar ook Leuke planeet, niemand thuis over de milieuverontreiniging. Overigens is hij zelf (volgens Moore) de grootste bedreiging voor het milieu. Achterlijk land behandelt de belabberde staat van het onderwijs in het land waar de president niet weet hoe zijn collega in India heet.
Het zijn stuk voor stuk essays die hij goed onderbouwt, menselijk maakt en verluchtigt met tips (Hoe u minder benzine kunt gebruiken; ga in uw kantoor wonen / Hoe je een subversieve leerling kunt worden in plaats van een onderdanige; maak een eigen schoolkrant). Zeer sterk politiek gekleurde onderzoeksjournalistiek met een humoristische ondertoon.

Stupid white men Amerika onder George W Bush

Zou het niet leuk zijn als we in Nederland ook zo’n Moore-figuur zouden hebben. Die de sorrie-cultuur van de politiek aanpakt, de bouwfraudeurs echt laat boeten, de draaikonten als Balkenende en Bos eens de mond snoert of de bureaucratie in zorg en overheid eens opschudt. Nu hebben we hier gelukkig niet alle problemen van het doorgeschoten Amerika, maar een zorgstaat heeft zo zijn eigen onzin, zijn eigen stomme witte mannen en gedupeerde zwarte lesbische bijstandsmoeders met een handicap.
De Nederlandse Moore moet, al gebruikt hij/zij de pen of de camera als middel, iemand zijn met meer klasse en scherpzinnigheid als de wannabe Robin Hoods Pieter Storms of Willibrord Frequin, maar ook weer niet zo humorloos als een SP-schrijver of een Groene Amsterdammer. Van mijn redacteur kreeg ik als tip het boek Het verloren land van Bas Heijne. Tot ik dat gelezen heb, vestig ik mijn hoop op de heren Levy & Sadeghi, die in hun schamele 10 minuten op de vrijdagavond leuk in de buurt komen van Michael. Want, ik willen Meer!

Ricco van Nierop


 
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.
copyright © de Recensent 2000-2002