Scenes from a festival

Harde paukenslagen luidden afgelopen woensdag het IFFR 2004 in en sindsdien bruist het in de twintig deelnemende Rotterdamse bioscoopzalen. de Recensent zag blinde zwaardvechters in Zatoichi, was stil na het ijselijke Elephant, onthaastte in de Taiwanese bioscoop van Goodbye Dragon Inn, zag groen van ellende tijdens Certain Women en reed door de straten van Teheran in Tehran 07.00 AM. En dan waren daar ook nog de gelijktijdige rigor mortis van de bloederige lijken aan de eettafel in Ce jour-là, de hartverscheurende oogopslag van de kleine Afghaanse actrice in Osama en de honkytonk vredesboodschap van Neil Young in Greendale. Kortom: een kleine impressie na krap een week IFFR.

Openingsfilm was woensdagavond het Japanse Zatoichi van Kitano Takeshi. Deze film was op voorhand al een publiekslieveling en inderdaad; Zatoichi is een ervaring op zich. Misschien kwam dat ook door de delegatie Japanners waaronder Takeshi, die de zaal vooraf al buigend begroetten en in rap Japans feestelijke bedankjes rondstrooiden. De tolk ging er pardoes steeds sneller van praten. Hoogtepunt na alle prachtige landschapsbeelden, kostuums en gevechten vol spuitend bloed was de slotact, waarin de gehele cast al dansend en stralend afscheid neemt van het publiek.

Daarna was de beurt aan Osama de eerste film uit Afghanistan sinds de val van de Taliban. Hoe regisseur Barmak Siddiq aan titelspeelster Marina Golbahari is gekomen is een wonder want de twaalfjarige draagt de film op onvergetelijke wijze. Hopelijk hebben niet alle meisjes in Afganistan haar wrede lot ondergaan en kijken ze niet allemaal zo intriest als Golbahari, al geeft deze film redenen genoeg om daar zeer ernstig aan te twijfelen. Gaat dat zien, ook vanwege de prachtige fotografie en de vele burqa’s.

Gelukkig zijn ook op het IFFR niet alle films goed. Het Amerikaanse Certain Women klonk nog leuk in de catalogus maar bleek een complete ramp. Deze ‘proto-feministische aanklacht’ van punkfeministe Peggy Ahwesh waarin ‘jonge vrouwen ontsnappen aan provinciaalse hypocrisie’, is een amateuristische aaneenschakeling van onbegrijpelijke dialogen, genante acteerprestaties en schokkend bedoelde SM. Het advies voor Ahwesh: beschouw filmmaken verder als een fijne hobby.

Met frisse moed weer verder, ditmaal naar het Taiwanese Goodbye Dragon Inn van Tsai Ming-liang. Kijk rustig toe en onthaast terwijl de kreupele kassadame al strompelend op zoek gaat naar haar love-interest in de projectiekamer, homomannen elkaar versieren in het donker en een wulpse Taiwanese eindeloos nootjes zit te kraken in haar stoel. Na afloop ben je ofwel in complete Zen-toestand, ofwel in slaap gevallen. Al zou dat laatste jammer zijn want het geheel geeft een sfeervol en melancholiek beeld van de teloorgang van het fenomeen bioscoop.

Natuurlijk moest Elephant worden bezocht. Deze nieuwe film van Gus Van Sant is één van de hotste films van het IFFR en dat is niet voor niets. In lange, heldere shots kruisen diverse scholieren elkaar en wordt kalm toegewerkt naar wat ‘Hellday’ blijkt te zijn. De spanning is van begin tot eind te snijden. Extra verontrustend omdat ook Nederland onlangs voor het eerst met een schietdrama op een school te maken kreeg.

En dan zijn er nog de films voor de liefhebbers. Bernard Shakey (pseudoniem van Neil Young) maakte met Greendale een anderhalf uur durende videoclip van zijn laatste cd. Maak in ruim tien honkytonk-achtige en wazige muziekclipjes kennis met een activistische grootvader en zijn boeren kleindochter die recht in de camera over wereldvrede, de media en het milieu zingen. Of niet.
In Tehran 07.00 AM van Amir Shabab Razavian kruisen de levens van gewone Iraniërs elkaar. De film is wat onevenwichtig door de wisselende lengtes van de perspectieven en niet alle mediterrane symboliek en poëtische verzuchtingen komen even sterk uit de verf. Toch boeien de motortaxichauffeur, de actrice, de getormenteerde politieagent en de twee oude mannetjes die het verslavingscentrum beheren. Leuk voor wie het gevoel wil hebben even in Teheran geweest te zijn.
Voor wie houdt van Franse waanzin, absurdisme en nog meer Franse waanzin is Ce jour-là van ‘filmmaker in focus’ Raúl Ruiz een aanrader. Onder de prachtige stylering gaat namelijk complete gekte schuil en wordt er wat afgemoord. En nee, ‘dat is niet leuk, houdt daar nou eens mee op,’ huppelt hoofdrolspeelster Elsa Zylberstein verder. Om vervolgens alle lijken aan een mooi opgedekte tafel te zetten en opgewonden de rosbief aan te snijden. Dat de rigor mortis gelijktijdig inzet en de tafel ondertussen steeds voller wordt met bloederige gasten, is tegen die tijd allang erg grappig.

Maak verder vooral veel spontane pret en nieuwe vrienden want daar leent dit festival zich uitstekend voor. Zo wist de Recensent bijvoorbeeld niet dat ook op Bermuda een filmfestival wordt georganiseerd, maar een toevallig kopje koffie met een programmeuse maakte onverwacht veel duidelijk. Wij houden ons aanbevolen, al moet het vliegschema tegen die tijd nog wel even ernstig overwogen worden. Leuk zijn ook de vele feestjes en andere aanverwante zaken, al vragen wij ons inmiddels wel af hoe het komt dat iedereen plotsklaps filmliefhebber lijkt te zijn en met het blijkbaar zo blitse IFFR-keycord rondloopt.
Het festival is - behalve inhoudelijk veelzijdig - ook bijzonder hip and happening, dus voor wie wil is er naast alle films genoeg te doen, te dansen en te drinken. Sterker: daarvoor hoef je de hele week geen filmzaal van binnen te zien.

Deze recensent verschuilt zich komende week liever wel in de bioscoopzalen en richt haar blik onder andere op veelbelovende films als Freakstars 3000, Young Gods, 21 Grams, Uzak en Los Debutantes. Volgende week in Scenes from a festival II eerst aandacht voor ondermeer Summer in the Golden Valley, The Story of a weeping Camel, The Saddest music in the world en de nieuwste Catherine Breillat: Anatomie de l’enfer.

Liesbeth Smit