Overleven in een wereld vol geluk

‘Nee, nee,’ schreeuwt onze brievenbus tegen reclamefolders. Alleen een beetje commerciële goeroe komt daar doorheen. Het zijn meestal kleine briefjes vol met tekst: ‘Meester Panti Sintra lost al uw problemen op. Echtscheidingsperikelen, rook- & drinkverslavingen, hoofdpijnen, concentratiestoornissen, platvoeten, fobieën, depressies en potentieproblemen. Alle zorgen met één telefoontje en een kleine bijdrage verdwenen als sneeuw voor de zon. Voor sceptici van dit soort kwakzalvers is er nu gelukkig het alomvattende zelfhulpboek: Wat op de berg tot mij kwam van Tupak Soiree.

Het betreffende boek smijt redacteur Edwin de Valu echter eerst in de prullenbak, bij de grote hoop onzinnige manuscripten die hij doorworstelt voor uitgeverij Panderic. Als de uitgever echter hun bestsellerauteur Meneer Ethiek kwijtraakt door een belastingschandaal, moet Edwin achter het manuscript aan. Tot aan de afvalverwerking aan toe zoekt hij naar het dikke pakket met de madeliefjes op de voorkant. Hij vindt het, redigeert de brij teksten in een week en wil het laten drukken tot de auteur eist dat het in oorspronkelijke vorm uitgegeven dient te worden. Om er vanaf te zijn, stemt Edwin in. Met als gevolg een rustig opgang komende megahit. Met een beetje hulp van Oprah raakt heel Amerika in de ban van de Soiree-methode om alle problemen op te lossen. Als eerste slachtoffer stort de tabaksindustrie in, gevolgd door alle vormen van entertainment. Niets van dat alles is nog nodig in een wereld van gelukkige mensen.

Op naar de verfilming

Geluk® heet het boek dat Will Ferguson over deze gebeurtenis schreef. Een hilarische kijk op de manipulatieve uitgeverswereld, op treurige gelukszoekers, op alle zelfhulpboeken en op de Westerse consumptiemaatschappij die van ongeluk een product heeft gemaakt. De van oorsprong Canadese

Ferguson schreef eerder komische reisboeken als Hitchhikers guide to Japan en Why I hate Canadians. Ferguson levert met Geluk® een soepel geschreven boek af, dat zo doorgeschoven kan worden naar Hollywood. Een typische filmscène is als Edwin zijn baas te lijf gaat met een briefopener, een handeling die later niet meer dan een wat agressieve gedachtegang blijkt te zijn. Dit trucje haalt Ferguson nog enkele malen uit. Hij studeerde niet voor niets screenwriting te New York. Misschien moet hij zelf dat scenario maar schrijven. Kan hij direct enkele zwakke plekken uit dit iets te hilarische verhaal halen.

Zonder zwakte geen winst

Redacteur Edwin leest de bladzijden over economie in het manuscript van Soiree en gaat naar de bank. Hij haalt een truc uit met het sluizen van geld door tijdzones heen (het zogenaamde tijdzonesurfen) en is miljonair. Nog voor het hoofdstuk eindigt, heeft de FBI hem opgespoord en is hij weer terug bij af. Door de korte duur van deze gebeurtenis maakt het geen indruk. Op enkele van dit soort zwakke stukken na, neemt Ferguson verder genoeg tijd om de absurde en hilarische avonturen van Edwin te beschrijven.
Maar zonder zwakte geen winst, zou cynicus Edwin hierop zeggen. De hele economie stoelt namelijk op menselijke zwakheden en de uitgever doet daar lekker aan mee. Als het succes van Wat op de berg tot mij kwam losbarst, volgt er een reeks spinoff-producten; Tupak Soiree voor christenen, voor joden , voor sceptici, voor ongehuwd zwangere middelbare scholieren die nog thuis wonen. De hele uitgeverij en alle boekhandels zijn Tupak-centra geworden. Een mooi vooruitzicht? Nee, zo denkt Edwin er ook over en hij gaat op zoek naar de berg om die Soiree een lesje te leren.

Geluk® is een lollige satire, die af en toe wat scherpte mist. Ferguson’s soepele stijl en de komische inkijk in de uitgeverswereld maken echter veel goed. Bij Edwin’s uitgever Panderic sturen ze wannabe-schrijvers afdankbriefjes, met teksten als: ‘na ampele overweging’ ‘niet in ons fonds passend’ en vooral: ’heeft u toezending van uw manuscript aan HarperCollins overwogen, of wellicht Random House?’ Om op die wijze hun concurrentie te pesten met een hoeveelheid bagger. Ondertussen eist de directeur op de maandagmorgen-vergadering dat elk nonfictie-boek een titel moet hebben die uit niet meer dan 4,6 woorden bestaat. Want uit een onderzoek is gebleken dat die titels het meeste succes hebben.
Edwin hield zich er niet aan en toch werd Wat op de berg tot mij kwam een hit. Maar dat is fictie en Geluk® werd werkelijkheid.

Ricco van Nierop