de Recensent 28-04-2000
 
 

Fantoompijn


 
 

diepgang, voor wie het zien wil

Ik lieg dat het gedrukt staat, maar ik ben er nu eenmaal mee begonnen
Ik moet ermee doorgaan ik houd er nooit meer mee op
(Uit: Liefde is business)

 

Na het in eigen beheer uitgegeven 'De dagen van Leopold Mangelmann', de romans 'Blauwe Maandagen' (onder meer bekroond met Het Gouden Ezelsoor), 'Figuranten' en, het boekenweekgeschenk 1998, 'De Heilige Antonio', de essay-bundel 'De Troost Van De Slapstick' en de poëzie-bundel 'Liefde Is Business' (waarvoor de belachelijk prijs van f65,- (!) wordt gevraagd), is er nu 'Fantoompijn', de nieuwe roman van Arnon Grunberg: schrijver (ook van diverse toneelstukken en het scenario 'Het 14e kippetje') en columnist, onder andere voor het NRC Handelsblad en, onder het pseudoniem Yasha, voor de VPRO-gids. Tevens verzorgt hij wekelijks een bijdrage vanuit New York, zijn huidige woonplaats, voor 'De Avonden', elke werkdag te beluisteren op radio 5 tussen 22:00 en 24:00 uur.
 
'Fantoompijn' is een typische Grunberg-roman. Makkelijk leesbaar en vol absurdistische situaties en dialogen. Het vertelt het leven van Robert G. Mehlman, mislukt schrijver die slechts eenmalig grote verkoopcijfers scoorde met het kookboek 'De Pools-joodse keuken in 69 recepten'. "Fantoompijn' is verdeeld in drie stukken. In het eerste gedeelte vertelt de zoon van Robert G, Mehlman, Harpo Saul Mehlman, over zijn jeugd en over de brieven die z'n vader hem pleegde te schrijven toen hij nog een klein jongetje was. Zijn vader ging op in het schrijven van zijn magnum opus (deel 2 van 'Fantoompijn'), zijn moeder werkte in een dagverblijf voor psychiatrische patiënten.
 
'Haar beroemdste patiënt was een man die tegen een muur praatte in de veronderstelling dat de geheime dienst hem kon verstaan. Toen de geheime dienst niet op zijn berichten inging, werd hij destructief. Zo belandde hij bij mijn moeder. Op deze man is ze gepromoveerd. Dankzij mijn moeder kwam hij erachter dat hij twintig jaar voor niets tegen een muur had gepraat. Deze wetenschap was te veel voor hem en hij stortte zich in een liftschacht. Dat wierp een smet op het promotiefeestje van mijn moeder, want het was de bedoeling dat hij daar eregast zou zijn'

(Fragment uit 'Fantoompijn')

Zoals gezegd handelt deel twee over het magnum opus van Robert G. Mehlman. Deel drie ten slotte gaat in op de vraag: 'Wordt het nog vrolijk?'. Ik zal U het antwoord onthouden. 'Fantoompijn' is een geslaagde roman, alhoewel ik 'Figuranten' beter vind. Grunberg probeert in z'n laatste boek duidelijk te maken dat iedereen slechts een rol speelt, niemand is wat het lijkt of wat hij of zij zegt te zijn. Zonder in een andere gedaante in een andere, zelfverzonnen wereld te bivakeren, is het leven saai en oninteressant, constateert Grunberg en laat in 'Fantoompijn' de hoofdrolspelers dan ook opgaan (verdwalen?) in hun eigen perceptie van de wereld. Zo dacht de vader van Robert G. Mehlman een beroemde tennisster uit de jaren '30 te zijn. Zijn vrouw is hier ook van overtuigt, en draagt Harpo Saul dan ook op dat als iemand aan hem vraagt wat zijn, inmiddels overleden, opa deed, te antwoorden: 'Hij was een beroemde tennisster uit de jaren '30'. In werkelijkheid, tot zover daar uberhaupt sprake van is, kwam opa nooit verder dan de 268e plaats op de wereldranglijst.
 
'Fantoompijn'. Een uniek boek van een eveneens, en zeker voor Nederlandse begrippen, unieke schrijver. Grunberg bewijst ook deze keer weer over een goede schrijverspen te beschikken, en over een welhaast sprookjesachtige fantasie, waarmee hij een goed (verteld) verhaal heeft afgeleverd, waarin humor, fantasie en deceptie samensmelten tot een diepgaande (voor wie het zien wil!) kijk op het leven of wat daar voor door moet gaan.
 
Olaf Risee
 
 

terug naar de hoofdpagina