Zij zegt: 'Ik weet dat in de diepste diepten de mens een monster is.'
- Chr. J. van Geel -

Binnenkort gaat de nieuwe film van Lars von Trier, Dogville, in premiere. In België draait hij al een tijdje, daardoor kon ik hem tijdens mijn vakantie al bekijken. En ik heb me nog niet achter de computer gezet om er een recensie over te schrijven, of ik worstel al met de paradox, die de meeste recensenten niet onbekend zal voorkomen. Om het voor de lezer niet te bederven, kan ik eigenlijk niet inhoudelijk ingaan op de film. De grote kracht van Dogville is namelijk de verrassing, of preciezer geformuleerd: de vervreemding. Als ik bijvoorbeeld over het slot van de film zeg dat die heel indrukwekkend is, heb ik eigenlijk al teveel gezegd. Ik zou zeggen: ga bij de eerste de beste gelegenheid naar de bioscoop want dit is een film van zeldzame klasse. Het is een kunstwerk, sterker nog: het is een belangrijk kunstwerk. Maar laat me daaraan toevoegen: zorg ervoor dat u op de bewuste avond emotioneel stabiel bent, want Von Trier haalt alles uit de kast om u onderuit te halen.

Hier zou ik het bij kunnen laten. Maar dan zou ik ruimte bieden aan de vraag: waarom zou ik? Wat is er zo bijzonder aan Dogville? En als ik nu eens liever naar ‘The Matrix Reloaded’ wil? Vooruit dan. U stelt uw vragen terecht. Maar neem me niet kwalijk als ik in abstracties blijf hangen, het is voor uw eigen bestwil.

Dogville is het verhaal van een jonge vrouw (met de, naar later in de film blijkt, prachtig gekozen naam Grace) die op de vlucht is en tijdens haar vlucht strandt in het afgelegen en van de buitenwereld geïsoleerde dorpje Dogville. De inwoners van dit dorpje bieden haar een schuilplaats aan. In ruil daarvoor moet Grace de bewoners helpen in hun dagelijkse bezigheden. Na een gelukkige tijd ontwikkelt de verhouding tussen Grace en de inwoners van Dogville zich op een uiterst cynische wijze.

Lars von Trier staat bekend om zijn vervreemdende effecten (denk aan de opnamemethoden van het geniale 'Dancer in the dark' uit 2000). In deze film overtreft hij zichzelf. Neem alleen al het zowel klungelige als surrealistische decor. Dogville is niet meer dan een een aantal krijtstrepen op de grond. Dit verleent de beginepisoden een luchtig, bijna frivool karakter, maar naarmate het langer duurt, zorgt het juist voor een verschrikkelijke beklemming. Er wordt in deze film nadrukkelijk een verhaal verteld, een soort ‘Elcerlyc’, en het is een meeslepend verhaal. Niet in de laatste plaats door het fantastische spel. Nicole Kidman (Grace) is sinds ik deze film zag in mijn ogen een heel groot actrice (zoals ook Björk bij mij niet meer stuk kon toen ik eenmaal ‘Dancer in the dark’ had gezien, en zoals Bowies ‘Young Americans’, dat aan het slot van Dogville gedraaid wordt, opeens ontzettend veel mooier is geworden ).

Ik noemde Dogville aan het begin van dit stuk ‘een belangrijk kunstwerk’. Dat was niet zomaar een kreet. Von Trier zegt dingen over het wezen van de mens, die er niet om liegen. Zoals in wel meer films wordt in Dogville een strijd tussen goed en kwaad uitgevochten. Maar gaandeweg wordt duidelijk dat die twee niet van elkaar zijn te onderscheiden. De overweging van Grace aan het slot van de film (‘Ik wil deze wereld een stukje beter maken’) is het toppunt van cynisme. Tegelijk wordt duidelijk dat de mens uiteindelijk niet meer is dan een slim dier: het laagje beschaving is flinterdun, in wezen volgt de mens, ieder mens, blind voor al het andere, enkel zijn eigen instincten en driften; wat tot afschuwelijke situaties kan leiden, zodra de omstandigheden zich daartoe lenen.

De film beeldt dat niet alleen uit, maar brengt dat ook teweeg. Dat de mens een beest is, kan met een aantal gemakkelijke voorbeelden uit de (recente) geschiedenis aangetoond worden. Ik hoef enkel de oorlog in het voormalige Joegoslavië te noemen, en ik heb mijn gelijk gehaald. Von Trier doet het nog slimmer: hij toont tijdens de aftiteling foto’s van vriendelijke boerengezinnen, vergelijkbaar met de mensen die in Dogville wonen. En daar blijft het niet bij. Ik tenminste schrok van mijn reacties bij het zien van een aantal scenes: ik keek met instemming naar gruwelijke taferelen. Ook ik, de keurige bioscoopbezoeker, ben in mijn diepste wezen een egoïstisch en niets ontziend beest.

Ik had het allemaal wel eens gehoord: de mens is een beest met een dun laagje beschaving. Maar ik had het nog nooit meegemaakt. Na het zien van Dogville liep ik in grote verwarring door de straten van Brugge, bang voor de mensen die op de terrasjes zaten te genieten van de zomerse nacht, bang voor mezelf, in deze situatie een onschuldige toerist met een petje, zijn arm kuis om de middel van zijn vriendin.

Epiloog

Om in slaap te komen, las ik die nacht nog even in ‘Elizabeth Costello’ van Coetzee (vorige week op deze site gerecenseerd). Ik las: ‘Het was iets dat ze nooit eerder had gedaan, met een vreemde man naar bed gaan; op het laatste moment deinsde ze terug. (… ) Toen ze zich verzette, probeerde hij haar te dwingen. Lange tijd bleef ze hem zwijgend, hijgend afweren, duwend en krabbend. In het begin hield hij het voor een spelletje. Toen kreeg hij er genoeg van, of kreeg zijn begeerte er genoeg van, veranderde in iets anders, en hij begon haar serieus te slaan. Hij tilde haar op van het bed, stompte tegen haar borsten, stompte in haar buik, gaf haar met zijn elleboog een keiharde stoot in haar gezicht.’

Die nacht heb ik nauwelijks geslapen en de volgende ochtend heb ik andere lectuur voor het slapen gaan gekocht: Suske & Wiske en het Heilig Bloed. Ik kan het iedereen aanraden: koop Suske & Wiske. Want met sommige waarheden valt niet te leven.

Edwin Fagel