Fmsbwtözäu, pgiff, pgiff, mü
|
Dichter/performer/stemkunstenaar Jaap Blonk brengt eindelijk de Ursonate op cd uit. Dit meesterwerk van dadaïst Kurt Schwitters uit de jaren 20 mocht enkele jaren niet verschijnen vanwege rechtenkwesties. Gelukkig kan nu elke geïnteresseerde weer genieten van de meest onzinnige klankvolle tekst uit de literatuur. Iedereen blij, behalve mijn kat. Een historisch overzicht*. 1922 – ‘fmsbwtözäu, pgiff, pgiff, mü,’ declameert dadaïst Raoul Hausmann. Gewend aan theatraal voorgedragen klassieke gedichten, schrikt het publiek van de literaire salons. Het is precies wat Hausmann voor ogen had met zijn korte klankgedicht. Op de terugweg van een gezamenlijk optreden in Praag herhaalt collega Kurt Schwitters de zin en begint te improviseren op ‘fms’ en op ‘fmbw’. Tot vervelens toe, volgens Hausmann. 1932 – Tien jaar gaat Schwitters door met improviseren. Tot slot bestaat het geheel uit dertig pagina’s tekst, of beter; een half uur klank. Schwitters adopteert de regel van Hausmann, voegt nieuwe motieven toe, herhaalt in allerlei volgorden en bouwt zo zijn Ursonate. Een behoorlijk klassieke vorm, voor een dada-gedicht zonder letterlijke (woordelijke) betekenis. Gelukkig was het publiek ondanks deze klassieke vorm nog steeds geschokt. 1948 – Kurt Schwitters overlijdt op 60-jarige leeftijd in London, na een vlucht voor de nazi’s in 1937. Op zijn conto staat een collagekunstwerk genaamd de Merzbau, waarbij hij zijn huis in Hannover totaal verbouwde (in 1943 verloren gegaan bij een bombardement). Voor zijn collages maakte hij gebruik van gevonden voorwerpen en reclame-uitingen uit kranten e.d. In die zin wordt hij gezien als voorloper van Andy Warhol en Jeff Koons. Hij had zijn eigen tijdschrift genaamd Merz en schreef talloze onzinnige zinvolle en klankvolle gedichten, waarvan Aan Anna Bloem en de Ursonate de beroemdste zijn. Hij toerde met Theo van Doesburg door Nederland onder de titel: De Dada veldtocht (1922-1923). Voor Bellevue vochten belangstellenden letterlijk om kaarten en de voorstellingen ontaardden al snel in chaos. 1982 – Dichter Jaap Blonk geeft met Pé Speelman zijn eerste uitvoeringen van de Ursonate. Vijf ochtenden lang verbazen ze voorbijgangers op het Amstel Station met hun half uur durend optreden. Later voert Blonk het stuk ook solo op in jeugdhonken, theatertjes en op straat. Weglopende mensen, toestromende nieuwsgierigen, aanstormende ordediensten, biergooiend en schreeuwend publiek in het voorprogramma van The Stranglers. Blonk krijgt zijn toehoorders stil of gillend van enthousiasme. Of ze denken dat er een psychiatrische patiënt uit de plaatselijke kliniek is ontsnapt. 1986 – Performer Jaap Blonk maakt plaatopnames van de Ursonate bij het label van Willem Breuker. Nog geen half jaar na de release van de lp, komt er een brief uit Duitsland, waarin Ernst – de zoon van – Schwitters de plaat verbiedt. De lp wordt officieel vernietigd en gaat onofficieel ondergronds. 1994 – In het programma Music Hall van de VPRO hoor ik stemkunstenaar Jaap Blonk een klankgedicht voordragen. Het is een gedeelte uit de Ursonate. Als ik later eens aanwezig ben bij de radio-opnamen en Blonk draagt voor uit een boek met vogelgeluiden, merk ik pas goed het effect van zijn voordracht. Hij sputtert en fluistert, proest en lacht als een doorgebrade blinde vink. De vonken spatten er van af en het publiek laat zich gaan en zit ongegeneerd mee te proesten. Ik ben gegrepen door dit fenomeen. 2004 – Na de dood van Ernst Schwitters blijkt een heruitgave van Blonk’s versie van Schwitters’ Ursonate geen enkel probleem meer. Platenmaatschappij Basta (bekend van Raymond Scott heruitgaven en Beau Hunks-cd’s) brengt de 1986-opnamen opnieuw uit en Jaap Blonk neemt een nieuwe uitvoering op die wordt toegevoegd. De nieuwe uitvoering is live en daarom misschien wat sneller. Jammerlijk is het live zonder publiek. Voor mij is de reactie van het publiek van wezenlijk belang bij dit werk. De Ursonate moet verbazing, afschuw, irritatie en bewondering opwekken. Ondanks dit kleine minpuntje blijft de Ursonate van Schwitters door Blonk een genot om naar te luisteren. De complimenten zijn niet alleen voor Schwitters, Blonk en Basta, maar ook voor Piet Schreuders die de fraaie layout van de cd (met volledige tekst!) verzorgde. Enkel mijn huisgenoten zijn minder blij met de uitgave. De kat spitst zijn oren nog bij het erster teil (eerste deel), maar al bij het largo gromt hij naar de boxen en bij het scherzo zit hij achter de wasmachine. Tijdens het lange presto verschijnt een briefje vanonder de wasmachine: ‘Hij d’r uit, of ik.’ * Voor de historie van de Ursonate heb ik vooral geput uit het tijdschrift Bzzlletin, aflevering 229 van oktober 1995 dat geheel handelt over Kurt Schwitters. |