Shrink ´em all
|
Na er in een krant een artikel over te hebben gelezen besloot ik afgelopen zaterdagavond de bioscoop van het nieuwe Utrechtse cultureelcentrum het Louis Hartlooper Complex maar eens aan te doen. Even voor halftien neem ik plaats in het pluche en kijk nog even bewonderend de zaal rond. Even later dimt het licht en begint de reclame. Vanuit het donker schieten er nog vlug een tweetal mensen het pad voor mij in. Zij nemen plaats en plotseling zie ik niet meer dan een tweetal hoofden. Ik heb mijn voorburen niet duidelijk kunnen observeren maar ben er vrij zeker van met een stel reuzen van doen te hebben. Zo weinig doek zag ik in mijn filmkijkcarričre nog niet eerder. Als na een minuut of vijf het intro van Super Size Me start denk ik desalniettemin mijn draai gevonden te hebben - als ik een beetje onderuitzak en mijn hoofd onder een hoek van twintig graden houd, kijk ik precies tussen de hoofden van het reuzenkoppel door. Dit gaat 3 minuten goed, maar dan wordt het lachen. De hoofden voor me deinen heen en weer en met vereende krachten probeer ik tevergeefs de clou mee te krijgen. Inmiddels heb ik het meelezen van de ondertiteling definitief opgegeven, maar dat beschouw ik maar als een goede oefening. Tien minuten later – inmiddels kijk ik tussen de hoofden van de mensen links voor mij door want het meisje rechts van de jongen recht voor mij, blijkt z´n geliefde met alle gevolgen van dien – word ik aan mijn linkerkant gestoord door irritant geroezemoes. Ik probeer het gesprek een beetje te volgen en tot mijn verbazing komt het er op neer dat het meisje van zinnens is het complex te verlaten omdat ze toch niets kan zien. Als ik naar de mensen voor hun kijk blijken dat ook reuzen te zijn. Bij nadere beschouwing zit de hele rij vol met lange nekken, grote hoofden en stukken mega schouders. En als ik achteromkijk om de man die achter me zit te sommeren eens op te houden met het hinderlijke gedraai van zijn voet in mijn rugleuning, kijk ik hem tot mijn eigen ontzetting recht in het gezicht. Aargh, ik ben zelf een reus, bedenk ik me, en laat de man z´n gang maar gaan, want ik ben mezelf er opeens wel heel erg van bewust dat hij op dat moment mijn boblijn zit te bestuderen. Morgan Spurlocks filmpje heeft me tot op dan nog maar weinig geboeid. Het gegeven van een man die zichzelf een maand lang op een dieet zet van louter junkfood is en blijft leuk. Toch begint de documentaire, na de zoveelste hamburger die Spurlock bijzonder smakelijk met een camera op zijn malende snuit naar binnen zit te werken en nog een specialist die weer een medisch verantwoord riedeltje afdraait, behoorlijk te vervelen. Als ik mijn spieren na 21 dagen van zijn relaas voel ontspannen onder de onmogelijke houding die ik inmiddels heb aangenomen, bedenk ik me dat de uitslag van zijn experiment ook wel weer niet zo wereldschokkend zal zijn. Een half uur later schiet ik wakker door aanfloepende lampen en ongeduldige mensen die me willen passeren. De reuzen voor mij blijken maar nietige mannetjes en zelf zie ik er blijkbaar ook niet zo schrikbarend uit als ik de blik van de man met het irritante voetje bij het naar buitengaan goed heb gelezen. Het Louis Hartlooper Complex zal vast en zeker een voorspoedig jaar tegemoet gaan. Een beetje Utrechter moet in zo´n mooie, nieuwe zaal toch eens geweest zijn. Na dat jaar, als iedereen 1 keer is geweest, kunnen ze er vast nog wel leuke dingen mee doen. Erwin van Wouw |