Tim Fywell / Cambridge Spies
|
Britse dubbelspionnen zijn beroemd, ze inspireerden schrijvers als Graham Greene (The Third Man), John Banville (The Untouchable) en Alan Bennet (An Englishman abroad). Dat laatste, een toneelstuk, vormde de basis van de vijfdelige BBC-serie Cambridge Spies, dat speelt in de periode rond de Tweede Wereldoorlog. De VPRO zendt de serie deze zomer uit, van woensdag 7 juli tot en met woensdag 4 augustus, rond 23.15 uur. Britse films gesitueerd rond Cambridge hebben altijd een heerlijke loomheid. Alles is groen en beschaafd, bibliotheken en parken vormen de achtergrond van het drama, dat zich uiterst langzaam ontspint. Cambridge Spies lijkt op het eerste gezicht niet veel anders: de studenten gedragen zich beschaafd, zoals je dat van de upper class mag verwachten. Er wordt veel gedronken, maar ook veel gestudeerd en het smokkelen van een meisje naar hun kamer lijkt de grootste misdaad die ze kunnen begaan. Het is 1934 als de studenten Anthony Blunt, Guy Burgess, Kim Philby en Donald Maclean, twee van hen uitgesproken homoseksueel, zich steeds meer bewust worden van de dreiging van het fascisme. Ondanks hun gegoede afkomst zien ze veel in de klassenstrijd. Hun idealisme valt op en ze worden gerekruteerd door de KGB om te spioneren voor Rusland. Van salonsocialisten worden ze echte voorvechters van het communisme en zijn ze bereid hun hele familiekapitaal te investeren in de strijd voor de goede zaak. Zeventig jaar na 1934 is het amusant om te zien hoe mensen nog een absoluut geloof konden hebben in een totalitaire ideologie als het communisme. Minder grappig is de dreigende oorlog en het feit dat slechts enkelen de impact ervan goed kunnen inschatten. In aflevering één hangt de oorlog in de lucht, maar is die voor de vier studenten nog behoorlijk op afstand. Kim Philby wil actie en mag naar Wenen vertrekken voor een proefmissie. In de tweede aflevering is de sfeer dreigender, de groene Engelse parken vormen nu alleen het decor van de geheime werkbesprekingen met de opdrachtgever van de KGB. Philby ziet dat iemand voor zijn ogen wordt neergeschoten, ontsnapt zelf nog maar net aan de dood en neemt vooraanstaande communiste Litzi Friedman als zijn vrouw mee naar huis, tot afgrijzen van zijn vrienden. Meesterspionnen moeten namelijk in staat zijn om hun privé-leven totaal uit te schakelen, geliefden op te geven, te liegen tegenover hun beste vrienden, zo blijkt uit de overige drie afleveringen. Om die spanning voelbaar te maken, vermengt regisseur Tim Fywell persoonlijke belevenissen van de ‘Cambridge Four’ met scènes waarin politieke omstandigheden (Stalin sluit pact met Hitler, Hitler valt de Sovjet Unie binnen) duidelijk worden gemaakt. Cambridge Spies laat zo op knappe wijze zien hoe vier bevlogen jongens een spionagenetwerk worden ingezogen en daardoor zelfs hun land verraden. Het trage acteerwerk en de afstandelijke cameravoering, geheel in de stijl van de Britse detectiveseries, maken het soms echter lastig mee te leven met de hoofdpersonages. Maar wie houdt van deze stijl (en deze zomer niet vergeet om vijf keer vlak voor middernacht de televisie aan te zetten), ziet een spannende thriller over vier dubbelspionnen die echt hebben bestaan en allemaal werden ontmaskerd, maar nooit zijn gepakt. |