Monumentale muziekmachines op cd - orgels in Rotterdam en in Riga |
Uitvoerende(n): Johann Th. Lemckert Titel: 35 jaar Laurensorganist Te bestellen via www.laurenskerkrotterdam.nl Uitvoerende(n):Max Reger Titel: Oeuvres pour Orgue Label: Calliope 9726 Datum bespreking: 30-01-2005 |
Orgels zijn al zo’n 1200 jaar de ‘vaste’ muziekinstrumenten van rooms-katholieke en protestantse kerkgebouwen. Heel vroom, verheven en‘typisch des kerks’ klinken ze daar. Het basisprincipe van het muziekinstrument dateert uit de tijd van de oude Grieken, wellicht zelfs al uit de tijd toen farao’s over Egypte regeerden. Daarna zou het zich ontwikkelen van amusementsinstrument in Romeinse arena’s (om het gejammer van de slachtoffers te overstemmen?) tot, vanaf ca. 800, het kerkelijke muziekinstrument bij uitstek. Het principe van het orgel? Het gaat om een instrument waarvan de geluidsbron bestaat uit metalen en houten pijpen, bijeengebracht in aparte klankgroepen die door een permanent luchtreservoire tot klinken kunnen worden gebracht. Dit gebeurt door middel van het indrukken van toetsen met vingers en met voeten. ‘Slaan’ noemde men dit in de 16e eeuw, vandaar ‘slaginstrument’. Het orgel is dus een natuurlijk én mechanisch muziekinstrument tegelijk. Voor de windtoevoer was (minstens) een orgeltrapper nodig die grote blaasbalgen bediende (tegenwoordig een electrische motor). Het orgel is weleens beschreven als een orkest. Dit is niet alleen vanwege de enorme geluidscapaciteit die dit instrument kan voortbrengen (zoals een orkest op volle sterkte klinkt), maar ook vanwege de grote variëteit van klankgroepen of ‘registers’. In de regel verschillen deze registers onderling vrij sterk, zowel wat hoogte (soms van extreem laag tot extreem hoog) als wat klanksoorten betreft. Orgelregisters blijken vaak regelrecht aan de klank van toentertijd ‘actuele’ muziekinstrumenten te zijn ontleend. Koperen en houten blaasinstrumenten, strijkinstrumenten, soms zelfs slagwerk. Niet alleen herbergt het orgel ‘orkestgeluiden’ (in aangepaste vorm), maar in de loop van de tijd creëerden orgelbouwers ook klankgroepen met een volstrekt eigen karakter. Kortom, het orgel heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een volstrekt eigensoortig muziekinstrument dat nog steeds grote aantrekkingskracht op muziekliefhebbers uitoefent. |
Een van de meest vaardige bespelers van het orgel – of zoals Mozart zei ‘het koninklijk instrument’ – is de Nederlandse musicus Johann Theodore Lemckert die het grootste orgel van ons land bespeelt. Dat is het neobarokke hoofdorgel van de Grote of Sint Laurenskerk in Rotterdam waarvan de bouw door de Deense firma Marcussen in 1973 werd voltooid. Het enorme instrument van tientallen meters hoogte siert de westwand van de monumentale Rotterdamse kerk. De Duitse laatromantische componist Max Reger (1873-1916) was een van de weinige ‘grote’componisten van zijn tijd en generatie die het orgel van een grote hoeveelheid eigen repertoire heeft voorzien. Reger schreef muziek voor zo ongeveer alle muziekgenres (met uitzondering van opera) en die veelzijdigheid qua genre- en ook stijlbeheersing klinkt duidelijk door in zijn orgelmuziek. Een organist die Reger op zijn repertoire wil zetten, dient dan ook over een sublieme, vooral pianistisch-georiënteerde speeltechniek te beschikken. |
Niets van deze pagina's mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur. copyright © de Recensent 2000-2004 |