• Leids Film Festival 2009, verslag 1
  • Titel: The Informant, Telstar: the Joe Meek Story
  • Verder info: zie onderstaande tekst
  • Datum bespreking: 3 November 2009

Leids Filmfestival 2009 deel 1: Er was eens... het leven, Biografieën op het LFF


Het blijft een geliefd onderwerp voor filmmakers: de verfilming van een levensverhaal. Toch voldoet natuurlijk niet élk mens zomaar aan de vereisten van Hollywood. Nee, de levens op het witte doek gaan altijd gepaard met Grote GebeurtenissenTM en Diepgravende TragiekTM. Dus tenzij je iets geks doet als een strip maken van je doodnormale leventje (zoals de man van American Splendor), moet je grote hoogtes en diepe dalen bereiken om op film vereeuwigd te worden. Met de levensverhalen van Mark Whitacre (The Informant!) en Joe Meek (Telstar: the Joe Meek Story) stonden daarvan op het Leids Filmfestival weer twee prominente voorbeelden geprogrammeerd.

The Informant! - Steven Soderbergh
Met o.a. Matt Damon, Scott Bakula en Melanie Lynskey; Release: 29-10-09

"Polar bears cover their noses before they pounce on a seal. How do polar bears know their noses are black? Did they look in the water one day, see their reflection and say, 'Man, I'd be invisible if it wasn't for that thing!'?" Aan het woord is Mark Whitacre, The Informant!'s sullige antiheld (gespeeld door Matt Damon). Op volkomen laconieke toon, deelt hij gedurende de hele film zijn compleet irrelevante overpijnzingen op de meest onlogische momenten met de kijker. Denken aan de voordelen van een horizontaal gestreepte stropdas tijdens een belangrijke instructie van de FBI? Voor Whitacre is dat niets abnormaals.
Het zijn deze overpijnzingen die, samen met de ludieke, bijna Tik Tak-achtige melodietjes en maffe gebeurtenissen een heerlijk ouderwetse sfeer neerzetten die doet denken aan het inmiddels bijna in vergetelheid geraakte Theater van de Lach. Maar waar in die ouderwetse Nederlandse kluchten op de meest onverwachte momenten een verborgen lijk of snel weggemoffelde overspelige echtgenoot uit de kast kwam rollen, daar heeft The Informant! dergelijke plothandigheidjes niet nodig. Daarvoor werkt Whitacre zichzelf te makkelijk en te snel in de nesten.
Hoe hij dat doet? Gewoon door te praten, meer niet. Het personage is op momenten zo lachwekkend naïef, dom of onhandig, dat het lastig voor te stellen is dat het verhaal van The Informant! - waarin Whitacre als klokkenluider voor de FBI de geheime prijsafspraken van zijn bedrijf aan het licht probeert te brengen - daadwerkelijk op waargebeurde feiten gebaseerd is.
Het is dan ook zeer de vraag of de échte Whitacre tijdens het bekijken van deze film zal denken: 'ja, zó is het gegaan'. In het echte leven loopt tenslotte geen maffe soundtrack op de achtergrond, die alle gebeurtenissen om je heen continu relativeert door ze direct het belachelijke in te trekken. Desondanks lukt het Soderbergh - hier overigens visueel zeer herkenbaar als de man die Ocean's Eleven maakte - wel degelijk om zijn film te aarden in de realiteit. Het is moeilijk niet met Whitacre mee te voelen als het zorgvuldig opgebouwde leventje met zijn gezin door zijn eigen onhandigheid, leugens en domme fouten langzaam begint af te brokkelen. Het is daarom ook knap dat The Informant!, ondanks de inherent aanwezige pathos, nergens haar dikke knipoog verliest.
Het resultaat is een charmante, grappige film die tussen neus en lippen door wel degelijk iets te vertellen heeft over het lot van klokkenluiders, de onbetrouwbaarheid van de overheid en de onmenselijkheid van grootschalige criminele zaken, maar tegelijkertijd zijn eigen boodschap niet ál te serieus neemt. Helaas betekent die verfrissend luchtige aanpak óók dat de film uiteindelijk te weinig gravitas heeft om op lange termijn te beklijven. Een ieder die op zoek is naar een avondje heerlijk vermaak zou echter een véél slechtere keus kunnen maken dan The Informant!. Een bescheiden aanrader.

Telstar – the Joe Meek Story - Nick Moran
Met o.a.: Con O'Neill en Kevin Spacey; Release: onbekend

Traditioneler in opzet dan The Informant!,vertelt Telstar over het tragische levensverhaal van muziekproducer Joe Meek. Wie zonder voorkennis over zijn leven in de zaal plaatsneemt, zal aanvankelijk denken terecht te zijn gekomen bij een luchtige, grappige, in-en-in Britse muziekfilm. Niets is echter minder waar.
De eerste tekenen dat Telstar geen feelgood film zal worden, vinden we in de steeds grimmiger wordende driftbuien van Meek, vol scheldkannonades en spontane geweldsuitbarstingen. Ook omineus is zijn dictatoriale vorm van leiderschap, waardoor op een gegeven moment één van de muzikanten in zijn muziekstudio zichzelf zelfs letterlijk onderpist uit pure angst. Voeg daaraan zijn steeds onrechtvaardigere en hartelozere handelen toe (exemplarisch is de scène waarin hij een met zorg uitgekozen horloge, een kado van één van zijn werknemers, kapottrapt omdat het niet gegraveerd is) en je ziet de contouren van een leven dat steeds sneller richting een afgrond vol paranoia en zelfhaat spiraliseert.
Meek is dus – simpel gesteld – een gore klootzak. Maar hij is ook een succésvolle klootzak. Althans: af en toe. Zijn idiote muziekje Telstar, geïnspireerd op de lancering van de Telstarsatteliet, wordt zelfs een regelrechte nummer één hit. Helaas heeft hij, ondanks dergelijke successen, weinig gevoel voor wat er om hem heen gebeurt. In één sprekende scène verwijst hij een demotape van The Beatles linea recta naar de prullenbak, omdat hij zeker weet dat dergelijke muziek niet succesvol kan zijn. Tegelijkertijd blijft hij geld en tijd investeren in de carrière van Heinz Burt, een lange, slanke zanger van beperkt talent, die met Meek het bed deelt. Het zorgt allemaal voor scheve ogen, een steeds groter wordende kloof met zakelijk partner Major Banks (Kevin Spacey) en uiteindelijk – als de royalties van Telstar door een plagiaatzaak maar niet binnenkomen – een bankroet van zijn onderneming.
Tegen die tijd is Meek echter toch al onomkeerbaar verloren. De man is nog slechts een schim van zijn voormalige zelf, eenzaam levend in zijn eigen gedachtenwereld. Knap is het dat de teloorgang van Meek (inclusief lawaaierig, gewelddadig en schokkend slot) ondanks zijn weinig voorkomende persoonlijkheid, tóch aangrijpend is. En hoewel het met de meeste hoofdrolspelers zó slecht afloopt dat het bijna lachwekkend is (onwillekeurig gegrinnik ontsnapte aan velen in de zaal tijdens de verplichte 'hoe ging het verder met deze personages'-montage aan het eind van de film), is Telstar als geheel een indrukwekkende vertelling geworden die het groezelige sfeertje van de Britse muziekscène in de jaren '60 op volkomen overtuigende wijze weet neer te zetten. Een aanrader.

George van Hal