Van de Deense schrijver Erling Jepsen verscheen vorig jaar het autobiografische De kunst om in koor te huilen. Een komisch maar tegelijkertijd aangrijpend boek over een getormenteerde jeugd. Vreselijk gelukkig, dat sinds kort in Nederlandse vertaling verkrijgbaar is, is verre van autobiografisch. Althans, ik neem aan dat Jepsen in een vorig leven geen schijtnerveuze dorpsagent is geweest die per ongeluk allerlei misdaden pleegde. Ondanks de kluchtige, over the top situaties, zit in dit nieuwe boek ook een gevoelige kern.
In Nederland leren we Erling Jepsen (1956) nog maar net kennen. Zijn eerste roman, De kunst om in koor te huilen, is een tragikomisch, autobiografisch boek dat je doet lachen, maar tegelijk met een brok in de keel achterlaat. Er zit nog een tweede, deels autobiografische, roman (Met oprechte deelneming) aan te komen. Ondertussen verscheen Vreselijk gelukkig, dat heel anders van toon is. Het boek speelt zich af in Zuid-Jutland, waar Jepsen ook vandaan komt. Voor Zuid-Jutland is te hopen dat dit boek pure fictie is.
Robert Hansen is weggepromoveerd uit Kopenhagen en mag nu de nieuwe dorpsagent in Zuid-Jutland worden. De rustige omgeving moet ervoor zorgen dat hij geen maagzweer meer krijgt. Zijn ex-vrouw is met hun dochter naar Australië verhuisd en zijn moeder blijft in Kopenhagen. Tijdens de overdracht van oude dorpsagent Krüger, leert Robert direct in wat voor gat hij terecht is gekomen:
‘De ongeschreven wetten?’
‘Ja,’ zei Krüger, ‘er zijn bepaalde regels die nooit opgeschreven zijn, maar die je wel moet kennen. Regel nummer één is dat je de problemen zoveel mogelijk zelf oplost. In mijn tijd hier is er niet veel misdaad geweest en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Ons dorp moet geen slechte naam krijgen.’
‘Lossen jullie je problemen zelf op?’ vroeg Robert.
‘Ja. Ik zal je een voorbeeld geven. Ook hier in het dorp heb je jongeren die af en toe niet weten wat ze ‘ns zullen doen en die dan gaan inbreken of hasjroken en zo. Dat soort dingen pak ik hard aan en dan stel ik ze voor de keus: ik maak proces-verbaal op – of ik verkoop ze een paar klappen. Wat hebben ze liever, denk je? Meestal klappen, want zo blijft het daarbij en komen zelfs hun ouders het niet te weten.’
Robert neemt zich voor om de zaken anders aan te pakken, maar als hij merkt dat de dorpsbewoners geen genoegen nemen met zijn stadse regels, past hij zich aan. De plaatselijke mishandelde vrouw komt hem om hulp vragen en hij ontvangt haar met open armen. De gevolgen zijn niet te overzien, want haar man is de grootste koeienvanger van het dorp en als puntje bij paaltje komt keert de geslagen vrouw weer bij hem terug. Robert als een zielig klein mannetje achterlatend. Als zijn moeder en vervolgens zijn ex-vrouw en dochter komen logeren, probeert Robert de schijn hoog te houden. ‘Ja, hij heeft zijn plek in de maatschappij gevonden.’
Foto:Liza de Rijk. Info: Fotoblog of Vrrooom!! with a view
Jepsen heeft een satirische klucht geschreven, een sociale schelmenroman zonder schelm maar met een schlemiel. Jepsen schetst een plattelandsbevolking die niet alleen de regels met een flinke korrel zout aan hun blubberlaarzen lapt, maar ook nog eens belachelijke omgangsvormen heeft. De dorpelingen begroeten elkaar met boeren, scheten en schoppen onder elkaars kont. Buitenstaanders worden weggepest of gewoonweg het moeras in gedreven.
Robert Hansen voelt zijn maag rommelen als hij ziet dat dorpsbewoners met elkaar op de vuist dreigen te gaan. Want stel je voor dat hij in zou moeten grijpen. Net zoals in Kopenhagen trekt hij zich in dit soort gevallen terug op de wc of krijgt hij een maagzweer. Robert zit onder de plak van zijn moeder, zelfs al woont hij nu mijlenver weg. Hij twijfelt bij elke handeling en is bang voor elke mogelijke reactie van de buitenwereld. Deze ultieme loser is echter geen flat character, Jepsen plaatst de lezer voortdurend in het hoofd van Robert. De neurotisch twijfelende Robert denkt bij elke wending van zijn lot, dat hij zich uit zijn steeds benarder wordende situatie kan redden. Vreselijk gelukkig is een hilarische satire, die van de platvloersheid wordt gered door de zwartgallige stijl van Jepsen en door een schlemiel, waarvan je niet wil gaan houden, terwijl je dat toch stiekem al bent gaan doen.
In 2008 interviewde de Recensent Erling Jepsen. Lees het interview hier.