Dit najaar verschenen twee opvallende tussendoortjes. Ben Folds bracht een ‘best of’-verzameling van de ep`s die hij de afgelopen jaren via het internet had uitgebracht. Bright eyes verzamelde zestien losse opnamen die vanaf 1998 al wel op verschillende compilaties waren verschenen, maar niet op de reguliere cd’s. Meestal voegt dit soort tussendoortjes weinig toe. Maar is dat ook bij deze cd’s het geval?
Ben Folds – Supersunnyspeedgraphic, the lp
Het tussendoortje van Ben Folds bevestigde het angstige vermoeden dat zich in me nestelde toen vorig jaar Folds’ laatste reguliere cd tot nu toe verscheen: Songs for Silverman. Ben Folds is zichzelf te serieus gaan nemen. Toegegeven, de kracht van zijn eerdere werk (met name dat met Ben Folds Five) zit hem in zijn jeugdige bravoure en experimenteerdrift. Nu hij minder jeugdig wordt, is het dus de vraag in hoeverre hij nog kwajongensachtige muziek moet maken. Een vraag waar Folds kennelijk sinds zijn briljante Rockin’ the suburbs (2001) mee worstelt. Zijn muziek is sindsdien minder spannend – en gladder geproduceerd. De humor is minder fris, en de teksten onrustbarend vaker moraliserend op zijn Amerikaans.
Na Rockin’ the suburbs duurde het vier jaar tot er weer een nieuwe cd in de winkels lag. In de tussentijd bracht hij drie ep’s uit die in kort tijdsbestek waren opgenomen en enkel via zijn website waren te bestellen, of tegen betaling te downloaden: Speedgraphic (2003), Sunny 16 (2003) en Super d (2004). Ook nam hij in 2004 met Ben Lee en Ben Kweller de ep The Bens op. Een keuze van deze ep’s is dus verzameld op Supersunnyspeedgraphic, the lp. Folds meldt in het boekje dat deze muziek waarschijnlijk zijn tweede solo-cd geworden zouden zijn, als ze niet op het internet waren verschenen. We kunnen alleen maar gelukkig zijn dat hij ze tot nu toe niet op cd heeft gezet, en hij nu het excuus kan aanvoeren dat het hier om een tussendoortje gaat. Want de cd is zeer onder de maat.
Het begint allemaal nog aardig, met ‘In between days’, een cover van The Cure, en het pakkende ‘There’s always someone cooler than you’. Maar het blijven eenvoudige pianoliedjes die wat al te mooi worden gezongen en waar verder maar weinig in gebeurt. Ben Folds wordt met deze liedjes muzakkig. De ernstige nummers (zoals ‘Songs of love’) klinken direct overdreven ernstig. De grappige nummers (zoals ‘Bitches ain’t shit’, een cover van Dr. Dre) doen daarentegen geforceerd aan. Maar het merendeel is gewoon saai, glad en van bedenkelijk niveau. Ik kan me voorstellen dat Ben Folds zich heeft geamuseerd tijdens de opnames, maar door deze cd (blindelings gekocht) kijk ik wat minder reikhalzend uit naar de volgende.
Bright Eyes – Noise Floor (rarities 1998- 2005)
Als Noise Floor de nieuwe cd van Bright Eyes was geweest, was hij een beetje teleurstellend geweest. Maar als tussendoortje is het een traktatie. Sinds de band van Coner Oberst actief is, maakt hij een ongekende bloeiperiode door. De laatste drie cd’s (Lifted (2002), I’m wide awake, it’s morning (2005) en Digital ash in a digital urn (2005)) waren niets minder dan meesterwerken. Sinds de gelijktijdige release van de twee laatstgenoemde cd’s verscheen eind 2005 nog een live-cd (Motion sickness), en nu dus deze compilatie. Dat klinkt als een zwaktebod, maar de kwaliteit van de opnames rechtvaardigt de release van deze cd ruimschoots.
De muziek van Bright Eyes is een mix van folk, punk en elektronische experimenten, die zeer intens uitpakt. De stem van Coner Oberst klinkt nogal pathetisch. Maar zijn stem geeft de op zichzelf al knap gecomponeerde liedjes (die bovendien behept zijn met intelligente en poëtische teksten) precies het juiste sentiment om een verpletterende indruk achter te laten. De schoonheid van de liedjes geven zich dikwijls pas na een aantal luisterbeurten prijs.
De titel Noise floor lijkt niet erg gelukkig gekozen. Veel liedjes op deze cd zijn nogal introvert: ze hebben een vrij laag tempo en bevatten veel herhaling. Het geheel klinkt daardoor vrij traag en monotoon. De liedjes afzonderlijk zouden echter stuk voor stuk niet misstaan op de verschillende cd’s die Bright Eyes tussen 1998 en 2005 uitbracht. Ze doen aan compositie, sfeer, poëzie en lading niet onder voor het werk dat we reeds van Bright eyes kenden.
Zo weet de band ook op dit tussendoortje track na track indruk te maken. De cd duurt bij mij dubbel zo lang omdat ik alle nummers meteen nog een keer wil horen. Absolute hoogtepunten zijn in dit opzicht ‘Drunk kid catholic’, ‘Spent on rainy days’, ‘Devil town’ (een cover van Daniel Johnston) en ‘Happy birthday to me (Feb. 15)’. Maar nu laat ik nog een heleboel prachtnummers ongenoemd. Als een band van het restmateriaal nog een zo geweldige cd kan maken, dan getuigt dat van grote, grote klasse.