• Artiest: Birdy
  • Titel: Birdy
  • Artiest: Shary-An
  • Titel: Love me for whol I am
  • Artiest: Shelby Lynne
  • Titel: Revelation Road
  • Artiest: Fatoumata Diawara
  • Titel: Fatou
  • Artiest: Katzenjammer
  • Titel: A Kiss Before you go
  • Artiest: Emmy the Great
  • Titel: Virtue
  • Artiest: Eilen Jewell
  • Titel: Queen of the Minor Key
  • Artiest: Cowboy Junkies
  • Titel: Nomad 3: Sing in my meadow
  • Artiest: Wild Flag
  • Titel: Wild Flag
  • Datum bespreking: 19 December 2011


Een tweede stapeltje recente Chicksinger-cd’s. Dit maal twee hypes: Shary-An (best aardig) en Birdy (opvallende songkeuze). Daarnaast rootsmuziek uit alle windstreken: Shelby Lynne (wisselvallige Americana), Fatoumata Diawara (prachtige Afro-folk), Katzenjammer (tegenvallende vrolijkheid), Emmy the Great (suffe stem), Eilen Jewell (goede blues), Cowboy Junkies (doet Sonic Youth!) en Wild Flag (meidenband +).

Hip of hype
Shary-An – Love me for who I am (Cloud Nine)
Birdy – Birdy (PID)

Het succes van The Voice is zo groot dat zelfs niet-kijkers, zoals ondergetekende, meekrijgen wie de verliezers zijn. Vorig jaar won Ben Saunders die afgelopen voorjaar met een redelijk pop-soulalbum kwam, nu is het tijd voor een van de afvallers, Shary-Ann. Ook zij laveert tussen pop en soul in en ook haar album is best leuk. Jammer natuurlijk van ‘I ain’t got no, I got life’-cover die misschien vrolijker wordt, maar iedereen die het origineel van Nina Simone kent weet dat dat nergens voor nodig is. Een echte hype is de vijftienjarige Birdy (Brits, maar met – net als haar verre familielid Dirk Bogarde – roots in de lage landen). Enkel haar leeftijd en het feit dat ze goed kan zingen, is voor platenmaatschappijen interessant, maar wat me echt verbaast, is de keuze van haar materiaal. Op een eigen song na, zijn de composities op haar debuut bijna allemaal afkomstig van kleine tot grotere hedendaagse alternatieve bands. De hit die ze nu heeft (‘Skinny love’) is van folkie Bon Iver, verder nog songs van bekendere namen als Fleet Foxes en The National. Maar ook liedjes van Phoenix, Cherry Ghost, Postal Service en Francis and the Lights. Net als toen Joss Stone met haar debuut vol doorleefde covers kwam (ze was toen 16), moet je als luisteraar niet te lang stil staat bij de vraag waar een 15-jarige teksten met overtuiging zingt die over soms heftige zaken gaan. Bij de enige classic op het album, James Taylor’s ‘Fire and Rain’, krijg ik die gedachte echter niet uit mijn hoofd. Verder een mooie cd.

Wereldwijde wortels
Shelby Lynne - Revelation Road (Everso)
Fatoumata Diawara – Fatou (Ais)
Katzenjammer - A Kiss Before you go (Nettwerk)
Emmy the Great - Virtue (Close Harbour)
Eilen Jewell - Queen of the Minor Key (Signature)
Cowboy Junkies - Nomad Series, 3: Sing in my Meadow (101)
Wild Flag - Wild Flag (Merge Records)

Shelby Lynne is een van de grote dames uit de Americana. Ze heeft me nooit gegrepen. Aan haar fijne stem kan het niet liggen, daar is niets op aan te merken. Aan haar composities valt ook niets af te dingen. De sound dan? Ook die is wel in orde. Het zijn deze drie dingen bij elkaar opgeteld. Dat blijkt als ik het nog eens probeer met haar nieuwste album. Geen van de drie dingen (stem, composities, sound) is opvallend of eigenzinnig, alles is prima in orde,netjes boven de middelmaat. Als ze tegen de country aanschuurt, hoor ik veel liever iemand als Kathleen Edwards (volgend jaar weer een album) en als ze meer op schuift naar de roots-sound wordt ze ver overschaduwd door Gillian Welch. Compleet andere roots heeft Fatoumata Diawara. De Malineese zangeres uit de Ivoorkust (of andersom) zong jarenlang bij anderen (oa. Oumou Sangare) maar is voor haarzelf begonnen. Ze maakt een mix van tradionele West-Afrikaanse roots en Westerse folk en dat pakt voortreffelijk uit. Relaxte, zomerse muziek die vooral nergens vet aan gezet wordt. Het doet zowel denken aan Amadou & Mariam als aan India Arie. Licht is het sleutelwoord voor deze uitgeklede Afrobeat.

Het Noorse trio Katzenjammer kwam twee jaar terug op, toen ook Kitty, Daisy & Lewis (UK) en My Bubba & Mi (Denemarken) van zich lieten horen. Alhoewel totaal verschillend, kwamen ze allemaal met verfrissende, vrolijke, oud klinkende muziek. Type straatmuzikanten waar je voor blijft staan. Zowel Kitty, Daisy & Lewis als jammer genoeg nu ook Katzenjammer wisselen op hun tweede album die wilde frisheid in voor overgeproduceerde sufheid (hoor ik daar Enya-achtige galmkoren?). Nog immer maken de dames van Katzenjammer vrolijke liedjes, maar het rommelige gevoel is teveel gladgestreken. En dan ook nog aankomen met een hele foute ‘80’s cover (‘Land of confusion’ van Genesis).

Emmy the Great heeft haar roots in Hong Kong en zet hoog in met haar naam. Haar album Virtue is een verzameling goede liedjes en dan bedoel ik opvallender dan die van Lynne. Ze wisselt pop af met folk en met vreemde singer-songwriter-dingetjes (ineens een koortje of een snel gezongen stukje). Emmy is daardoor wat ongrijpbaar en bijzonder. Ze heeft echter een overeenkomst met Lynne, haar stem is niet zo opvallend. Bij haar optreden op Crossing Border dit jaar was haar stem zelfs een afknapper – te middelmatig of zelfs saai. Alhoewel ze qua liedjes best interessant is (beetje richting Regina Spektor).
Eilen Jewell is een apart geval. Op het eerste gehoor klinkt de Amerikaanse als standaard-blueszangeres. Een beetje oubollig zelfs, maar dan had ik haar album al veel eerder gedelete. Jewell is apart omdat haar blues-achtige songs veelal uptempo zijn, shuffelen en swingen. En omdat de langzamere songs minder blues en meer rootserig folk zijn (klinkt als: Jolie Holland). Haar warme, maar tegelijkertijd lijzige stem sleept je door een behoorlijk portie ellende, maar ook door genoeg lol heen. Lekker plaatje dus dat Queen of the minor key.
Zo, wat een heftig begin van de nieuwe Cowboy Junkies! De band heeft sowieso met de Nomad Series (deel drie binnen anderhalf jaar) de smaak weer helemaal te pakken. De eerste track, ‘Continental Drift’, is harder dan je zo ooit gehoord heb, nog steeds geworteld in de blues, maar met hevige distortion (beetje Tom Waitserig). Margo Timmins zingt nog immer prachtig, al is het even wennen om haar softe stem met deze begeleiding te horen. Andere songs op dit album zijn wel weer rustiger, maar de overstuurde gitaren en stevige drums blijven aanwezig. De Canadezen die je in het verleden met gespannen bluesroots in slaap wisten te krijgen (lees dit niet verkeerd: daar waren ze heeel goed in), doen nu alsof ze Tragically Hip met Sonic Youth aan het mashuppen zijn. Comeback van het jaar!
Compleet niet over roots gesproken, genrewijs dan, want Wild Flag heeft haar wortels in de Amerikaanse punk. Met leden uit Sleater-Kinney, The Minders en Bright Eyes werd hun debuut met veel nieuwsgierigheid tegemoet gezien. Vooral omdat er op dit ogenblik nogal weinig opvallende ruige dames zijn. Echt keihard wordt het ook niet, zelfs een beetje meidenband-achtig gezellig klinkt het soms. Hoe de punkdames vrolijk met elkaar meezingen. Net The Runaways. Maar de aanstekelijkheid zit niet alleen in de samenzang, ook de liedjes zijn makkelijk meezingbaar. Tof dat er eindelijk weer een ongecompliceerd meidenbandje is met een lekker ruige sound.

Ricco van Nierop

Eerdere Chicksingerafleveringen vindt u hier.