Welja. Dit is er een. Dit is zoon dag. Hou maar op. Ik weet het al. Ik weet het wel. Ik herken de vorm, de geur de kleur. Dit is nu presies zoon volmaakt onopvallende kutdag. Zoon dag als alle andere. Zoon dag van niets speesjaals. Dit er een. Dit is zoon dag.
Ik heb gewerkt maar ik heb niets gewerkt dat ik gisteren niet al werkte. Ik sloeg een praatje hier of daar. Met deze of met gene. Maar het waren allemaal praatjes voor de vaak en niemand heeft iets gezegd dat ik echt wilde horen. En het is huiswaarts dat ik keer nu. En ik heb deze weg al zo vaak gefietst en ik ga deze weg nog wel duuzend keer fietsen. Al die andere fietsers met hun koppen die ik al miljoenen keren heb gezien ken ik ook wel. Allemaal hebben ze lullige mutsjes op hun hoofd. En dur zal ook nooit es een vliegende schotel op dit fietspad staan.
En ik kom tuus en de post is die hopeloos normale zooi. Reklame, oninteressante enveloppen, weet ik veel wat, ik kan het niet eens meer zien. En het is koud in het kot, en het is donker in het kot. En ik doe de lichten aan, en misschien is er wel een e-mail, misschien heb ik wel mail, en natuurlijk is er geen mail. En moet ik nog zeggen dat helemaal niemand er vandaag aan heeft gedacht mij een es em esje te sturen?
Ik wil in de kast kruipen. Als een kleuter in de kast kruipen (hier zitten toch geen monsters?) maar mijn vrouw komt tuus en wil je wel geloven hoezeer ik haar gemist heb? Hoezeer ik ernaar snak haar te zien? Maar als ze dan binnenkomt is het gewoon maar mijn vrouw die binnenkomt en het is alsof ik haar vanoggend nog gezien heb (ik heb haar vanoggend ook nog gezien) en ik hou haar vast maar het is of ik haar vanoggend nog vastgehouden heb (ik heb haar vanoggend ook nog vastgehouden). En ze zegt iets, iets dat ik niet versta, en ze loopt naar de keukentafel en pleurt al haar werkspullen op de keukentafel en dan gaat ze zitten en ze schrijft iets op een papiertje. Misschien maakt ze een inkoopszettel, of ze heeft een leuk nummer gehoord zojuist op de autoradio en ze schrijft de naam van de uitvoerenden op. Misschien tekent ze een konijntje. Weet ik het.
En ik wil iets raars tegen haar zeggen. Iets als Zullen we zaterdag naar de solden? bijvoorbeeld. En dan Om felrode wandelschoenen te kopen tegen twintig prosent afslag? zeggen en dan kijken hoe ze reageert. Maar ze zit daar maar, met die pen en dat papier en ik zwijg. En later, bij het eten, praten we dan toch maar niemand zegt iets over de solden of felrode wandelschoenen.
Later die avond, als mijn vrouw de weeweewee op haar Hyvespagina ververst en ik met mezelf geen blijf weet neem ik uit verveling, uit pure verveling zeg ik je, uit pure & onversneden verveling die post van vandaag nog eens door en ineens zie ik daartussen een enveloppe zitten die toch niet zo dagdagelijks is als deze hele dag totnogtoe geweest is. Een moje donkergele enveloppe uit het buutenland. Zo zien wij die graag. ZO ZIEN WIJ DIE GRAAG brul ik en mijn vrouw vertikt zich van het verschieten. Ik scheur de enveloppe open gelijk één die niet helemaal goed bij zijn hoofd is. Er zit een blikje in.
Een blikje. Een plat blikje. Een plat, vierkant, ijzeren blikje. Om sigaren in te bewaren ofzo. Van die dunne wijvensigaren, u kent ze wel. Sigaretten kan ook wel. Weet ik het. Ik rook niet. Wie stuurt mij godverdomme een sigarettenkoker terwijl ik niet rook? Ik nie weet nie. Ik nie snap nie. Ik kwak het sigarettenkokertje terug op tafel en ga naar bed. Zomaar. Ineens. Zonder iets te zeggen. Dat zal ze leren.
Er gaan Nog van zulke dagen voorbij, of andere dagen misschien. Het sigarettenkokertje blijft me bezighouden. Wie stuurt zoiets? Bij het ontbijt zie ik het liggen. Op de keukentafel. Bij het avondnassen zie ik het nog steeds liggen. Op de keukentafel. Anders wel een mooi kokertje. Zou ik het iemand kado kunnen doen misschien? Ken ik iemand die rookt? Ik denk diep na. Vroeger wel. Vroeger kende ik wel wat mensen die rookten. Er waren vier of vijf of zes vriendinnen die rookten. Maar die zijn er nu niet meer. Hoe gaan die dingen? Die dingen gaan zo. Er zijn vrouwen, en later zijn die vrouwen er niet meer.
Tegenwoordig ken ik eigenlijk niemand meer. Laat staan dat die rookt. Ik ken mijn vrouw. Maar die rookt niet. Misschien moet ik zelf beginnen met roken. Alleen maar om dat kokertje te kunnen gebruiken. Dat moet er cool uit zien. Dat ik dan errugus sta, op de bus te wachten bijvoorbeeld en dat ik dan dat kokertje uit mijn borstzakje haal, er een sigaret uit pak (of een dun wijvensigaartje) en die dan opsteek, liefst terwijl ik iets mompel als Weertje he! tegen die klotenklapper die naast me staat (er staat altijd wel een klotenklapper naast je als je op de bus staat te wachten). Dat moet ik uitproberen. Hoe dat eruit ziet. Ik vat post voor de spiegel, en steek het kokertje in mijn borstzak.
Eruithalen. Openmaken. En—-/ Hoe heb ik het nu?
Er valt iets uit het kokertje. Een seedee. Er valt godverdomme een seedee uit me sigarettenkoker! Wiljewelgeloven. En daar blijft het niet bij. Er is ook nog een seedeeboekje uit gevallen. Ik bekijk het blikje beter en ik zie dat het helegaal geen blikkie is om sigaretten in te bewaren, het is een seedee! Nu ik beter zie, zie ik er niet meer naast. Er staan ook letters op. Die had ik eerst over het hoofd gezien omdat ze een beetje dezelfde kleur hebben als de achtergrond. Maar er staan wel degelijk letters: Elisabeth Schimana, staat er. En eronder: Höllenmaschine. En daaronder: elise.at. Staat er. Staat er allemaal.
Welja. Dit is dus de seedee Höllenmaschine van Elisabeth Schimana. Het betreft een kompozisie voor de Max Brand synthesizer. Het seedeeboekje formuleert het als volgt: “Eine Reise ins Innere jener unikaten Maschine, die das Vermächtnis des Komponisten Max Brand, ein über Jahrzehnte entwickeltes Monster und Urahn des Moog Synthesizer ist. Bedient von einer erstklassigen Pianistin, schnaubt und röchelt sie ihre subharmonischen Frequenzen durch den Äther. Eine Reise in die Hölle und nicht zurück.”- ja laat zulke lieriek rustig aan die duutsers over hoor.
Tis een orgeltje dames en heren. Tis een orgeltje dat gelijkt op die orgeltjes die je in de zeventiger jaren wel in mensen hun kot kon zien staan. Toen was dat allemaal heel normaal, dat je een orgeltje in je kot had staan. Naast het akwarium bijvoorbeeld. Dur zaten luu tussen die volgens mij heeltegaar geen orgel wisten te bespelen, maar die hadden er toch een in hun kot staan. Want toen was dat hip.
Zoon soort orgeltje (natuurlijk met dubbel klavier) maar dan ingebouwd in een bak met ontelbare knoppen, draden, schuiven, wijzertjes en metertjes. En oja. Dus is ook nog een ouwerwetse bandrecorder bij. Je weet wel, zoeen die je uitsprak als bentriekorder. Met van die hele grote spoelen erop. Zoon soort orgeltje is het. U mag het van mij rustig de helmachine noemen. Zoals Schimana hem bespeelt is dat geeneens een verkeerd gekozen term.
Want met Schimana achter dat apparaat klinkt het als woeoeoeoeoeoewoeoeoeoeoeoewoeoeoeoe heel de tijd maar woeoeoeoeoeoeoeoewoeoeoeoeoewoeoeoeoe. Of het klinkt als piepklojnk piepklojnk piepklojnk piepklojnk heel de tijd maar piepklojnk. Of het klinkt als skrieuw skrieuw skrieuw heel de tijd maar skrieuw skrieuw skrieuw. Of het klinkt als pluweluweluwepluweluweluwe heel de tijd maar pluweluwe. En het kinkt dan nog geeneens presies zo, want ge moet er ook nog een flinke bak ruis & distortsie bij peinzen ook.
Abstract begint het nog niet eens te beschrijven. Dit zou liefhebbers kunnen aanspreken van Steve Reich, Suicide, Kraftwerk, Conlon Nancarrow, Bodyhaters, Aphex Twin en Merzbow. Maar dan wel liefhebbers die al dat soort muziek allemaal tegelijk willen horen.
Höllenmaschine is IDM. Höllenmaschine is harsh noise. Höllenmaschine is musique concrete. Höllenmaschine is minimal. Höllenmaschine is krautrock. Höllenmaschine is elektro. En Höllenmaschine is dat alles niet. Wij zijn dat vingerspitsen en dat passende gevoel.
Peins ook Russolo met zijn lawaaimachines. Peins futurisme. Peins historiese scifi. Peins misschien toch wel een klein halfuurtje in de hel. Iedereen weet toch wel dat de hel veel betere muziek heeft dan de hemel?
U weet nu wel wie de schoen past. Trek hem aan. Loop naar de winkel. Koop uzelf een dag als nooit tevoren. Eindelijk iets anders. Eindelijk iets nieuws. Eindelijk de helmachine.